Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC)
Aarding van het werkstuk
Wanneer het werkstuk niet voor elektrische veiligheid is verbonden met
de aarde, of vanwege de grootte en plaats, (bijvoorbeeld scheepsromp
of staal van gebouwen) niet is verbonden met aarde, vermindert een
verbinding werkstuk-aarde in sommige gevallen de uitstoot. Neem
maatregelen om te voorkomen dat de aarding van het werkstuk het risico
op letsel voor de gebruikers, of schade aan andere elektrische
apparatuur vergroot. Waar noodzakelijk moet werkstuk direct worden
verbonden met de aarde. In sommige landen waar directe verbinding niet
toegestaan is, moet de verbinding tot stand worden gebracht met
geschikte capaciteiten die voldoen aan de nationale voorschriften.
Opmerking: Er kunnen veiligheidsredenen zijn om het snijcircuit al dan
niet te aarden. Aardingsvoorzieningen mogen alleen worden gewijzigd
door personen die bevoegd zijn om te analyseren of de verandering het
letselrisico zal vergroten, omdat ze bijvoorbeeld leiden tot evenwijdige
snijstroom-retourtrajecten die schade kunnen veroorzaken aan de
aardingscircuits van andere apparatuur. Verdere richtlijnen vindt u in IEC
60974-9, Uitrusting voor booglassen, Deel 9: Installatie en gebruik.
Bescherming en ommanteling
Door selectieve bescherming en ommanteling van andere kabels en
apparatuur in de omgeving kunt u misschien storingsproblemen
verhelpen. Voor speciale snijtoepassingen kunt u overwegen de hele
plasmasnij-installatie af te schermen.
SC-12
Veiligheid en naleving