Bedieningsvoorschrift B-Serie
8.8 Controle tijdens bedrijf
Let op rustig en trillingsvrij draaien van de pomp/ pompunit. Drooglopen van de pomp moet beslist
worden voorkomen. Mechanische asafdichtingen laten bij optimale omstandigheden slechts geringe of
nauwelijks zichtbare (dampvorm) lekkage zien. Draaien tegen gesloten afsluiter gedurende langere tijd is
niet toegestaan.
De maximaal toelaatbare omgevingstemperatuur bedraagt 40°C. De temperatuur van de lagers kan,
gemeten op het motor- of pomphuis, tot 50°C. boven de omgevingstemperatuur liggen (afhankelijk van
toepassing en of de pomp in explosie gevaarlijke ruimte geplaatst is). Ze mag niet boven 85°C. komen.
Toepassing voor hogere temperaturen is alleen na overleg met de leverancier toegestaan.
Extra aandachtspunt(en) bij ATEX pompen.
B5.
Pomp beveiligen op temperatuur.
• (Alleen bij Cat.2 pompen)
Gevaren in
verband met de
programmatuur:
Contoleer de volgende punten extra tijdens bedrijf:
Extra aandachtspunt(en) bij ATEX pompen.
Pomp niet bloot stellen aan hogere drukken dan waar pomp is voor uitgelegd
P1.
volgens curve.
Voorkom dat pomp niet wordt bloot gesteld aan temperaturen onder het
G1.
vriespunt indien deze gevuld is met vloeistof.
Zorg dat vloeistof aanvoer naar pomp rustig en zuurstofvrij is.
G2.
Voorkom drooglopen pomp.
G5.
Zorg dat pomp niet tegen een dichte afsluiter pompt.
G6.
Zorg dat de mechanische asafdichting koeling/smering goed functioneert.
G9.
Zorg voor voldoende koelmiddel.
G10.
Voorkom plotseling sluiten van afsluiters waardoor een waterslag ontstaat.
G11.
S1.
Controleer geregeld de pakking op lekkage.
S5b.
Controleer op koelmiddelniveau (volgens EN 13463-5:2003 §5.4).
S6.
Controleer op lagerlekkage.
S7.
Bij lekkage mechanische asafdichting: pomp stopzetten.
B2a.
Zorg voor regelmatige controle op lekkage en indien nodig nastellen.
S5a.
Controle op olieniveau (alleen bij oliegesmeerde lagers)
Om bedrijfszekerheid te garanderen moeten geïnstalleerde reservepompen eenmaal per week door
kortstondig in- en uitschakelen in bedrijf genomen worden.
Versie 2.4, Nl
Het is de verantwoordelijkheid van de werkgever dat de
beveiligingsmaatregelen (zoals het beveiligen op temperatuur)
en de acties die daaruit volgen (zoals stopzetten pomp) goed
in het veiligheidscircuit zijn opgenomen.
Pagina 55 van 81
21-10-2005