Bedieningsvoorschrift B-Serie
8.4.8 Uitlijning
Controleer de uitlijning van de pomp, motor en eventuele reductor.
Extra aandachtspunt(en) bij ATEX pompen.
P3.
Zorg dat pomp(unit) mechanisch goed is afgeschermd in bedrijf.
Zorg dat pomp spanningsvrij staat opgesteld. ∗ ∗ ∗ ∗
P4.
• Inclusief koppeling en elektro-motor.
Zorg voor een goede uitlijning van de pomp en aandrijving. ∗ ∗ ∗ ∗
P9.
Zorg voor een goede passing van koppeling op pompas en aandrijving. ∗ ∗ ∗ ∗
P10.
Controleer geregeld de koppeling en elastomeren van koppeling.
S8.
S10.
Controleer op uitlijning, beschadiging beschermkap.
∗ ∗ ∗ ∗ Bij een door BBA-pompen geleverde Ex-pomp(unit) zijn deze aspecten gewaarborgd, voor de klant
aangegeven toepassing met de daar bij horende aangegeven medium.
8.4.9 Bescherming
Plaats de nodige beschermkappen rondom de koppelingen en de draaiende delen.
Controleer of bij de pompen waarvan de temperatuur hoger kan worden dan 70°C voldoende
veiligheidsvoorzieningen tegen toevallige aanraking aanwezig zijn.
Extra aandachtspunt(en) bij ATEX pompen.
Zorg voor juist ontwerp en materiaal keuze van beschermkap. ∗ ∗ ∗ ∗
K9.
• Er mag geen gevaarlijke stofopeenhoping plaatsvinden. De voorkeur heeft een van
• Beschermkap moet ruim om de koppeling zitten in geval van deuken, en om geen
Voor cat. 2: materiaalkeuze niet meer dan 7,5% magnesium (zie EN 13463-1, 8.2).
P3.
Zorg dat pomp(unit) mechanisch goed is afgeschermd in bedrijf.
S10.
Controleer op uitlijning, beschadiging beschermkap.
8.5 Opstarten
Bij een zelfaanzuigende pomp mag, tijdens het ontluchten van de zuigleiding ("aanzuigen") tot het
moment dat de pomp vloeistof verpompt, geen tegendruk aanwezig zijn, zodat de pomp de aangezogen
lucht kwijt kan.
8.5.1 Ga bij het eigenlijke starten van de pompunit de volgende checklist na
•
Is de pomp met vloeistof gevuld?
•
Is de pomp voldoende verwarmd? (indien nodig)
•
Is er genoeg smeermiddel in lagerstoel aanwezig.
•
Is de spervloeistof aanwezig op de juiste druk en kan ze vrij circuleren ?
•
Staan de zuig- en persafsluiter volledig open?
•
Start even de pomp en controleer de draairichting van de motor.
•
Start de pomp en controleer het aanzuigen van de vloeistof (vacuüm).
•
Controleer het toerental van de pomp.
•
Controleer de persleiding en de asafdichting op eventuele lekken.
•
Controleer de pomp op goede werking.
Versie 2.4, Nl
onder open ontwerp.
contact te maken met eventuele stoflaag aan de binnenkant van de beschermkap.
Pagina 53 van 81
21-10-2005