5.9 Mogelijke storingen
Wanneer er een storing optreedt, dient de watertoevoer van het apparaat te worden
uitgeschakeld en het apparaat van het lichtnet te worden gehaald. Controleer de
mogelijke oorzaken van storingen aan de hand van de onderstaande gevallen:
1. Controleer of de voeding correct is uitgevoerd: de stekker is aangesloten en de
stroom wordt ingeschakeld met de schakelaar.
2. Controleer of er geen abnormale trillingen als gevolg van losse schroeven
plaatsvinden.
3. Bij waterverlies of soortgelijke storingen moet de ijsmachine worden uitgeschakeld en
vooraf altijd controleren dat de lekkage niet door verstopping van de riolering komt.
4. Bij onvoldoende productie van ijsblokjes de zuiverheid van de condensator en de
sproeikoppen controleren.
5. Werking van de sensor in de tank: Door een ijsblokje op de sensor in het inwendige
van het reservoir van de ijsmachine te leggen, moet de ijsblokjesmachine binnen
1 minuut stoppen en automatisch het werk hervatten na verwijdering van het ijsblokje.
6. In de zomer en winter, kan het maximale aantal ijsblokjes in het reservoir worden
veranderd; voor mogelijke instellingen zie hoofdstuk 5.7 "Instellingen / De vulstand
van het reservoir
- 152 -
instellen
".