5. Instructies voor de servicemonteur
VOORZICHTIG!
De installatie en aansluiting van het apparaat, evenals de reiniging en het
onderhoud kunnen alleen door een gekwalificeerde en erkende technicus
overeenkomstig de toepasselijke internationale, nationale en lokale
regelgeving van het land van de installatie worden gemaakt.
5.1 Installatie
Bij het uitkiezen van de installatieplaats voor het apparaat, het volgende controleren:
de kamertemperatuur niet onder 10 °C (50 °F) daalt en niet boven de 43 °C
-
(110° F) stijgt;
de watertemperatuur niet lager is dan 10 °C (50 °F) en niet boven 32 °C (90 °F)
-
uitkomt (afb. 4);
de watervoorziening druk niet minder dan 0,1 MPa (1 bar), en ten hoogste 0,5 MPa
-
(5 bar) is. Als de druk groter is dan 0,5 MPa (5 bar), moet een drukreducer voor de
watervoorziening van het apparaat worden geïnstalleerd (afb. 5).
Er geen warmtebronnen in de buurt van de machine zijn en voldoende
-
luchtcirculatie beschikbaar is (afb. 6).
5.2 Het apparaat voorbereiden
Neem voor de inbedrijfsname de volgende opmerkingen in acht:
1. Pak het apparaat uit en verwijder en utiliseer het verpakkingsmateriaal op een
milieuvriendelijke wijze.
2. Onderzoek het apparaat op mogelijke transportschade (afb. 2).
3. Verwijder de accessoires (watertoevoerslang, waterafvoerslang, handleiding,
ijsschep) uit het reservoir.
4. Reinig het reservoir met een zachte doek of spons en warm water. Gebruik soda
bicarbonaat voor reiniging. Spoel af met schoon water en droog het reservoir goed.
- 145 -