Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Sense Feeder Lasstand− Gmaw−P Proces - Miller XMT 350 MPa Auto-Line Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor XMT 350 MPa Auto-Line:
Inhoudsopgave

Advertenties

6-8. V−Sense Feeder lasstand− GMAW−P proces
!
Op de lasklemmen staat altijd
spanning in de V−Sense lasstand.
1
Functieschakelaar
2
Volt−indicatielampje
3
Linker scherm
4
Rechter scherm
5
Booglengte−indicatielampje
6
Instelknop
7
Draadtype−indicatielampje
8
Indicatielampje van de boogregeling
9
Setup−toets
10 Gastype−indicatielampje
Instellen
Zie Sectie 6-6 voor de meest gangbare
systeemaansluitingen
Verdraai de functieschakelaar naar de
stand
V−SENSE
FEEDER
aangegeven.
Het linker scherm geeft afwisselend de
open−circuitspanning en de instelling van
de booglengte. De open−circuitspanning
wordt weergegeven terwijl het spannings
indicatielampje oplicht; de instelling van de
booglengte wordt
getoond
booglengte−indicatielampje oplicht.
Bediening
Terwijl
het
indicatielampje
booglengte oplicht onder het linker scherm,
wordt de regelknop gebruikt om de
gewenste booglengte in te stellen.
.
Het wisselen van de weergave op het
linker scherm stopt even wanneer de
booglengte wordt ingesteld.
Als u op de Setup−toets drukt, kunt u de
boogregeling, het draadtype, gassoort en
de booglengte instellen.
.
Kies voor de beste resultaten het juiste
Draad− en Gastype dat past bij de
draad en het gas dat wordt gebruikt.
Zie de tabel Pulserend MIG − Draad− en
OM−231 242 Pagina 32
OM-231 242 Page 32
2
3
2
5.0
Gastype kiezen voor de beschikbare
draden en gassen (zie Hoofdstuk 6-5).
Een Draad en Gas kiezen
Druk enkele malen op de Setup-toets tot
het indicatielampje voor draadtype oplicht.
Het actieve draadtype wordt getoond in de
linker en het rechter scherm.
Verdraai de regelknop om de gewenste
draad te kiezen.
Druk nogmaals op de Setup-toets tot het
indicatielampje voor gastype oplicht. Het
actieve gastype wordt getoond in de linker
en het rechter scherm.
Verdraai de regelknop om het gewenste
gas te kiezen.
Druk nogmaals op de Setuptoets om de
keuze te bevestigen. Het apparaat geeft
zoals
aan dat de wijziging van de draad− en
gasinformatie is gewijzigd door even
PROG LOAD op het scherm aan te geven.
Boogregeling (SharpArc)
Druk enkele malen op de Setup−toets tot
het indicatielampje voor de boogregeling
oplicht. Er verschijnt SHRP op het linker
als
het
scherm, en de bijbehorende ShapArc−
instelling verschijnt op het rechter scherm.
Verdraai de regelknop om de gewenste
voor
de
ShapArc−instelling te kiezen van 0 tot 50,
de standaard instelling is 25. Door
aanpassing van de ShapArc−instelling
verandert ook de kegelvorm van de
lasboog. Een lagere instelling verbreedt de
kegelvorm, verhoogt de vloeibaarheid van
het lasbad en maakt de lasnaad qua uiterlijk
vlakker.
Een
hogere
kegelvorm, vermindert de vloeibaarheid
van het lasbad en maakt de lasnaad qua
uiterlijk meer kroonvormig.
.
Elke combinatie gas/draad heeft eigen
instellingen voor
SharpArc. Deze instellingen worden
4
R200
1
instelling
versmalt
de
booglengte
en
5
6
7
8
9
10
opgeslagen als het apparaat wordt
uitgeschakeld.
Booglengte
De booglengte komt overeen met het
niveau van de energie die nodig is om de
laselektrode af te branden. Naarmate de
draadsnelheid toeneemt, is ook een hogere
instelling voor de booglengte nodig om de
extra draad af te branden. De instelling voor
de booglengte wordt weergegeven in het
linker scherm waarbij het indicatielampje
voor de booglengte oplicht. De booglengte
kan worden afgesteld van 0 tot 100.
Voordat er een boog is gestart, wordt de
letter "R" weergegeven op het apparaat en
een referentiedraadsnelheid (IPM) op het
rechter scherm.
De
referentiedraad-
snelheid kan
worden
genomen
uitgangspunt voor de instelling van de
draadsnelheid
op
het
voerapparaat. De draadsnelheid en de
booglengte
kunnen
verder
ingesteld om de gewenste booglengte te
verkrijgen.
Het Menu voor configuratieopties (zie
Hoofdstuk 4-3) kan worden gebruikt om de
instelling voor de booglengte te wijzigen (0
tot 100) op basis van de gemiddelde
boogspanning.
De
gemiddelde
boogspanning kan worden gebruikt als
alternatieve methode om de lasboog bij
Pulserend MIG in te stellen met dezelfde
parameters (spanning en draadsnelheid)
als een conventionele MIG−boog. Lagere
spanningsinstellingen komen overeen met
kleinere
booglengtes
en
spanningsinstellingen komen overeen met
langere
booglengtes.
Als
spanningsfunctie wordt gekozen dat wordt
de vooringestelde gemiddelde spanning
weergegeven op het linker scherm, waarbij
het spannings−indicatielampje oplicht.
226 611−A
als
draadaan-
worden
hogere
de

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave