32
– stoomverdeelpijp is minder dan 300 mm boven de bovenrand van de bevochtiger gemonteerd:
Leid de condensaatslang omlaag met een minimum daling van 20 %, in de vorm van een sifon
(min. slangbocht diameter Ø200 mm), direct in een afvoertrechter.
Belangrijk! Voordat de unit in bedrijf wordt gesteld moet de sifon van de condensaatslang met water
worden gevuld.
5.3.6
Controle van de stoominstallatie
Gebruik de volgende checklist om te controleren dat de stoominstallatie correct is uitgevoerd:
– stoomverdeler
stoomverdelers (stoom verdeelpijp of stoom nozzle) correct geplaatst en bevestigd?
staan de uittrede-openingen loodrecht op de luchtrichting?
– stoomslang
Maximum lengte van 4 m?
Minimum buigradius van 300 mm (4-5 x inwendige diameter met vaste leiding)?
Zijn de instructies voor de loop van de slang opgevolgd?
stoomslang: zakt niet door (condensaatzak) of condensaatafvoer met sifon (slangbocht met
een minimum diameter van 200 mm) aangebracht op laagste punt?
Vaste stoomleidingen: goed geïsoleerd? Juiste montagemateriaal gebruikt? Minimum inwen-
dige diameter gehandhaafd?
stoomslang goed bevestigd met klemmen?
rekening gehouden met uitzetting door warmte tijdens bedrijf en op den duur korter worden
van de slang?
– condensaatslang
Afschot van tenminste 20%?
sifon (min. ø 200 mm) aangelegd en gevuld met water?
condensaatslang goed bevestigd en niet geknikt?
min. 20 %
min. 20 %