30
5.3.4
Montage van de stoomslang
Belangrijk! Gebruik alleen originele nordmann stoomslang. Andere typen stoomslangen kunnen
ongewenste bedrijfsstoringen veroorzaken.
Instructies voor het aanleggen van de slang
De loop van de slang is afhankelijk van de positie van de stoomverdeelpijp:
– stoomverdeelpijp is meer dan 300 mm boven de bovenrand van de bevochtiger gemonteerd:
Leid de stoomslang eerst met een stijging van minimaal 20% over een minimale hoogte van
300 mm boven de bovenrand van de unit, en daarna met een minimale stijging van 20% en/of
een minimale daling van 5% naar de stoomverdeelpijp.
– stoomverdeelpijp is minder dan 300 mm boven de bovenrand van de bevochtiger gemonteerd:
Leid de stoomslang eerst met een stijging van minimaal 20% over een minimale hoogte van
300 mm boven de bovenrand van de unit, en daarna omlaag naar de stoomverdeelpijp met a
minimale daling van 5%.
– De stoomslang moet zo kort mogelijk worden gehouden (max. 4 m) met inachtneming van de
minimum buigradius van 300 mm. Belangrijk! Er moet rekening worden gehouden met een
drukverlies van 10 mm waterkolom (ca. 100 Pa) per meter stoomslang.
Opmerking: is bij uw installatie een stoomslang nodig die langer is dan 4 m, neem dan contact
op met uw nordmann leverancier. stoomslangen langer dan 4 m moeten in elk geval over de
volle lengte worden geïsoleerd.
– Verkleining van de diameter, bijv. veroorzaakt door knikken, moet over de volle lengte van de
slang worden voorkomen. De installatie van een afsluiter in de stoomslang is niet toegestaan.
min. 5 %
min. 20 %
min. 5 %
min. 20 %
min. 20 %
min. 5 %
min. 20 %
min. 20%