I
AC H
ND
ANDLEIDING
P
ROBLEEM
Bij toestellen met waterver-
warming:
Het toestel verwarmt niet of te
weinig.
Bij toestellen met elektrische
verwarming:
Het toestel verwarmt niet of te
weinig.
Handleiding versie 3.0 (29-04-2014)
W
AARSCHIJNLIJKE OORZAAK
De CV-installatie werkt niet goed.
De CV-installatie heeft te weinig
verwarminscapaciteit.
De werkschakelaar staat uitgescha-
keld.
Het toestel heeft geen spanning.
De maximaalthermostaat heeft het
toestel uitgeschakeld.
De regelknop in het toestel staat
verkeerd ingesteld.
Zie ook:
2.10
"Inschakelen en werking controleren", pagina 25
4.1
"Het toestel reinigen", pagina 28
S
TORINGEN
W
AT TE DOEN
Controleer de werking van de CV-
installatie.
Controleer de capaciteit van de CV-
installatie.
Zet de werkschakelaar op alle toe-
stellen in stand 1.
Controleer de netvoeding:
• stekker in het stopcontact,
• werkschakelaar op stand 1,
• aanwezigheid van spanning.
Reset de maximaalthermostaat. (zie
de documentatie van de regeleen-
heid)
Controleer de regelknop1 in het
toestel: deze moet altijd ingesteld
zijn op 60°C.
nl
nl-31