I
AC H
ND
ANDLEIDING
Voorbeeld van een hulpconstructie
Handleiding versie 3.0 (29-04-2014)
2.4.1 Wijze van ophangen
In deze handleiding wordt uitgegaan van ophanging aan een
hulpconstructie, bestaande uit twee boven de deur geplaatste
horizontale balken.
U kunt de toestellen ook rechtstreeks aan het plafond of
andere horizontale constructie bevestigen, met behulp van de
schroefgaten in de bovenzijde van het toestel.
Let op:
c
Verzeker u ervan dat de constructie waaraan het
toestel opgehangen gaat worden, het gewicht van
het toestel kan dragen.
Zie ook:
1.3.5 "Typeplaatje", pagina 8
2.4.2 Plaats van het toestel bepalen
•
Plaats de onderzijde van het toestel op gelijke hoogte met
de deuropening.
•
Plaats de uitblaas van het toestel zo dicht mogelijk bij de
deuropening voor een optimale werking.
•
Plaats de rij toestellen in het midden ten opzichte van de
deuropening.
•
Toestellen met verschillende breedtematen kunnen in wil-
lekeurige volgorde geplaatst worden.
•
Zorg dat de inspectiezijde en de aanzuigzijde van de toe-
stellen toegankelijk blijven voor onderhoud.
Waarschuwing:
w
Zorg dat alle toestellen over de gehele
breedte lucht vrij kunnen aanzuigen en uitbla-
zen
2.4.3 Het toestel ophangen
Voer het volgende uit voor elk toestel:
1. Leg het toestel in horizontale positie.
2. Breng draadstangen 1 (M12) aan, in alle schroefgaten op
de bovenzijde van het toestel.
3. Breng op elke draadstang contramoeren 2 aan, en draai ze
vast.
I
NSTALLATIE
nl
nl-15