5.
Nu kunt u op het toetsenbord spelen met de
geselecteerde toon.
• U kunt ook de R-14 (–, +) toetsen gebruiken om een
demonstratiemelodie te selecteren. Door één van beide
toetsen ingedrukt te houden wordt met verhoogde snelheid
door de toonnummers gescrolld. Door beide R-14 (–, +)
toets tegelijkertijd ingedrukt te houden wordt toon 001 in de
op dat moment geselecteerde groep geselecteerd.
Lagen en splitsingen aanbrengen
in tonen
U kunt het toetsenbord zodanig configureren dat het twee
verschillende tonen tegelijkertijd speelt (laag) of twee
verschillende tonen speelt op het linker en rechter bereik
(splitsing). U kunt een laag en een splitsing in combinatie
gebruiken en op die manier drie verschillende tonen
tegelijkertijd spelen.
Het UPPER 1 gedeelte wordt alleen gebruikt tijdens het
spelen van een afzonderlijke toon op het keyboard. Wanneer
twee gelaagde tonen worden het UPPER 1 onderdeel en de
UPPER 2 onderdelen gebruikt. Bij het splitsen van het
toetsenbord in twee tonen, speelt het lage bereik van het
toetsenbord het LOWER onderdeel.
• Een toon over het gehele toetsenbord (pagina D-14)
Deze configuratie gebruikt enkel het UPPER 1 onderdeel
(Laag: Uit, Splitsing: Uit).
UPPER 1
• Twee gelaagde tonen over het gehele toetsenbord
(pagina D-16)
Deze configuratie gebruikt enkel het UPPER 1 onderdeel
en het UPPER 2 onderdeel (Laag: Aan, Splitsing: Uit).
UPPER 1
UPPER 2
• Twee tonen, een voor het linker bereik en een voor het
rechter bereik van het toetsenbord (pagina D-17)
Deze configuratie gebruikt enkel het UPPER 1 onderdeel
en het LOWER onderdeel (Laag: Uit, Splitsing: Aan).
LOWER
UPPER 1
Selecteren en spelen van een toon
• Drie tonen, twee gelaagde tonen voor het rechter bereik
en één voor het linker bereik van het toetsenbord
(pagina D-17)
Deze configuratie gebruikt enkel het UPPER 1 onderdeel,
het UPPER 2 onderdeel en het LOWER onderdeel (Laag:
Aan, Splitsing: Aan).
LOWER
• U kunt de hieronder beschreven instellingen configureren
om elk onderdeel in te stellen wanneer meerdere tonen
gebruikt worden in configuraties met lagen en splitsingen.
Instellen van deze
instelling voor elk
onderdeel:
Octaafverschuiving
Volumebalans
Stereo positie, effect
(nagalm, zweving) niveau's
en andere gedetailleerde
instellingen
UPPER 1
UPPER 2
Voor meer informatie:
Gebruiken van
octaafverschuiving (pagina
D-18)
Gebruiken van de mixer
(pagina D-38)
D-15