Instellingen in het dialoogvenster Print (Afdrukken)
U kunt in het dialoogvenster Print (Afdrukken), dat u opent door
Print (Afdrukken) te selecteren in het menu File (Bestand) van de
toepassing waar u mee werkt, afdrukinstellingen opgeven voor
het huidige document. De beschikbare instellingen zijn
gegroepeerd op de tabbladen Page Setup (Pagina-instelling) en
Advanced (Geavanceerd). Zie hieronder voor een korte
beschrijving van de beschikbare instellingen.
Instellingen op het tabblad Page Setup (Pagina-instelling)
Paper Size (Papierformaat)
Hier selecteert u het papierformaat. Deze instelling moet
overeenkomen met het formaat van het in de printer geladen
papier. Welke papierformaten beschikbaar zijn, is afhankelijk van
de printer. De standaardinstelling is A4 of Letter, afhankelijk van
het land van aankoop.
Paper Source (Papierbron)
Hier selecteert u de papierbron voor de afdruktaak. De opties zijn
Auto Tray Select (Lade automatisch selecteren), MP Tray
(MP-lade), Cassette 1 (Papierlade 1), Cassette 2 (Papierlade 2),
Cassette 3 (Papierlade 3), Manual Feed 1st Page (Handinvoer
1ste Pag) en Manual Feed EachPage (Handinvoer Elke Pag).
Welke papierbronnen echter beschikbaar zijn, is afhankelijk van
de geïnstalleerde optionele onderdelen.
Copy Count (Aantal exemplaren)
Hier geeft u het aantal exemplaren op dat u wilt afdrukken.
Collate Copies (Sorteren)
Dit selectievakje wordt alleen weergegeven als u meer dan één
exemplaar opgeeft bij Copy Count (Aantal exemplaren). Schakel
dit selectievakje in als u meerdere exemplaren van een document
gesorteerd wilt afdrukken. Als u dit selectievakje niet selecteert,
wordt elke pagina het opgegeven aantal malen afgedrukt voordat
de volgende pagina wordt afgedrukt.
PostScript-printersoftware gebruiken (Windows)
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
113