Opmerking:
U moet de optionele duplexmodule installeren om deze functie te
gebruiken.
Paper source (Papierbron)
Hier selecteert u de papierbron voor de afdruktaak. De opties zijn
Auto Tray Select (Lade automatisch selecteren), MP Tray
(MP-lade), Cassette 1 (Papierlade 1), Cassette 2 (Papierlade 2),
Cassette 3 (Papierlade 3), Manual Feed 1st Page (Handinvoer
1ste Pag) en Manual Feed EachPage (Handinvoer Elke Pag).
Welke papierbronnen echter beschikbaar zijn, is afhankelijk van
de geïnstalleerde optionele onderdelen.
Paper type (Papiersoort)
Hier selecteert u de papiersoort voor het afdrukken. De opties zijn
Normal (Normaal), Thick (Zwaar), Transparency (Transparant)
en Extra Thick (Extra zwaar). Wees zorgvuldig bij het selecteren
van de juiste papiersoort om inktvlekken en het verspillen van
inkt te vermijden.
Margins (Marges)
Klik op deze knop om de marges voor de afdruktaak in te stellen.
U kunt marges opgeven in Inches of Millimeters.
Restore Defaults (Standaardinstellingen herstellen)
Klik op deze knop om de standaardwaarden voor de instellingen
op dit tabblad weer te herstellen.
Instellingen op het tabblad Graphics (Grafisch)
Resolution (Resolutie)
Selecteer de resolutie waarbij u wilt afdrukken. De opties zijn Fast
(Snel) en Quality (Kwaliteit). Als u de instelling Quality (Kwaliteit)
kiest, wordt bij een hogere resolutie afgedrukt, maar neemt het
afdrukken meer tijd in beslag.
102
PostScript-printersoftware gebruiken (Windows)