3
Als u afdrukt, selecteert u de multifunctionele lade, stelt
u het type papier in op Etiketten en selecteert u het
formaat in de softwaretoepassing. Voor meer informatie
verwijzen we naar pagina 4.7.
Afdrukken op transparanten
• Als u een kleurendocument afdrukt, mag u geen transparanten
met een bevestigd rugvel gebruiken. Dit kan problemen
veroorzaken met de afdrukkwaliteit.
• Gebruik alleen transparanten die aanbevolen zijn voor
laserprinters.
• Controleer of de transparanten geen gescheurde randen
hebben en of ze niet verkreukeld of gekruld zijn.
• Houd de transparanten vast bij de randen en raak de te
bedrukken zijde niet aan. Vingerafdrukken kunnen problemen
met de afdrukkwaliteit veroorzaken.
• Wees voorzichtig dat u geen vingerafdrukken of krassen op
de te bedrukken zijde achterlaat.
• Gebruik het volgende type papier:
A4: 003R96002, Letter: 3R3108
O
: Voordat u afdrukt
PMERKING
op transparanten, moet u
controleren of de uitvoersteun
wel omlaag is.
G
EBRUIK VAN AFDRUKMATERIAAL
3
3.17