Enveloppen bewaren
Bewaar enveloppen op de juiste manier met het oog op een
optimale afdrukkwaliteit. Enveloppen moeten liggend worden
bewaard. Als lucht opgesloten zit in een envelop en een luchtbel
ontstaat, kan de envelop kreuken tijdens het afdrukken. Zie
"Afdrukken op enveloppen" op pagina 3.14.
Etiketten
W
AARSCHUWINGEN
• Gebruik alleen etiketten die zijn aanbevolen voor laserprinters
om te vermijden dat de printer wordt beschadigd.
• Gebruik voor het afdrukken van etiketten altijd de
multifunctionele lade en gebruik altijd de achterste uitvoerlade
om ernstige papierstoringen te vermijden.
• Druk nooit meer dan één keer af op hetzelfde vel etiketten, en
druk nooit af op een gedeeltelijk vel etiketten.
Houd rekening met de kwaliteit van elke component wanneer u
etiketten kiest:
• Kleefstoffen: De kleefstof moet bestand zijn tegen 180˚C, de
fixeertemperatuur van de printer.
• Schikking: Gebruik alleen vellen waarvan nog geen etiketten
zijn verwijderd. Etiketten kunnen loskomen van de vellen,
waarbij de ruimte tussen de etiketten ernstige
papierstoringen kan veroorzaken.
• Krul: Voordat u afdrukt, moeten de etiketten plat liggen met
een krul van maximaal 13 mm in eender welke richting.
• Toestand: Gebruik geen etiketten met kreuken, luchtbellen of
andere toestanden die erop wijzen dat de etiketten kunnen
loskomen.
Zie "Afdrukken op etiketten" op pagina 3.16.
Transparanten
Transparanten die in de printer worden gebruikt, moeten
bestand zijn tegen een temperatuur van 180˚C, de
fixeertemperatuur van de printer.
W
: Gebruik alleen transparanten die aanbevolen
AARSCHUWING
zijn voor gebruik in laserprinters om schade aan de printer te
voorkomen.
Zie "Afdrukken op transparanten" op pagina 3.17.
:
S
D.11
PECIFICATIES
D