Werking
DCM00260
OPGELET
Kantel de buitenboordmotor nooit zo hoog
dat de koelwaterinlaat in het staartstuk bo-
ven het wateroppervlak komt wanneer u in
ondiep water gaat varen. Dat zou ernstige
schade door oververhitting kunnen ver-
oorzaken.
DMU32912
Procedure voor modellen met trim- en
kantelbekrachtiging
1.
Plaats
de
afstandsbedieninghendel /
schakelhendel in neutraal.
2.
Kantel de buitenboordmotor lichtjes om-
hoog naar de gewenste stand met behulp
van de trim- en kantelbekrachtigings-
schakelaar. WAARSCHUWING! Het ge-
bruiken
van
kantelbekrachtigingsschakelaar op de
onderbak terwijl de boot zich voortbe-
weegt of terwijl de motor draait, ver-
68
de
trim-
en
hoogt het risico van overboord vallen
en kan de bestuurder afleiden, waar-
door het risico van een botsing met
een andere boot of tegen een hinder-
nis wordt vergroot.
3.
Om de buitenboordmotor weer in de nor-
male vaarstand te zetten, drukt u op de
trim- en kantelbekrachtigingsschakelaar
en kantelt u de buitenboordmotor voor-
zichtig omlaag.
DMU28194
Varen in andere omstandighe-
Varen in zeewater
Na het varen in zeewater moet u de koelwa-
terdoorgangen uitspoelen met zoet water om
te voorkomen dat deze verstopt raken. Spoel
ook de buitenkant van de buitenboordmotor
met zuiver water en spoel de vermogenskop
onder de onderbak indien mogelijk.
Varen in modderig, troebel of zuurrijk wa-
ter
Yamaha raadt ten stelligste aan gebruik te
maken van de optionele verchroomde water-
pompkit (zie pagina 14) wanneer u de buiten-
boordmotor gebruikt in zuurrijk water of water
dat veel bezinksel bevat, zoals in modderig of
troebel water. Na het varen in dergelijk water
dient u de koelwatermantels te spoelen met
zuiver water om corrosie te voorkomen. Spoel
ook de buitenkant van de buitenboordmotor
met zuiver water.
[DWM01850]
den