4.
Modellen uitgerust met trimstangen: zo-
dra de buitenboordmotor wordt onder-
steund met de kantelsteunhendel, drukt u
op de trim- en kantelbekrachtigingsscha-
kelaar "
" (omlaag) om de trimstangen
in te trekken. OPGELET: Zorg ervoor
dat de trimstangen volledig ingetrok-
ken zijn bij het aanmeren. Op die ma-
nier zijn de stangen beschermd tegen
aangroeiing en corrosie, die het trim-
en kantelbekrachtigingsmechanisme
zouden kunnen beschadigen.
DMU34480
Procedure voor het naar beneden
kantelen (modellen met hydraulisch
kantelmechanisme)
1.
Ontgrendel de kantelvergrendelhendel.
2.
Houd de achterkant van de motorkap
vast met één hand, kantel de buiten-
boordmotor lichtjes omhoog en trek de
kantelsteunknop uit of zet de kantel-
steunstang weer op haar plaats.
3.
Kantel de buitenboordmotor voorzichtig
omlaag.
4.
Zet de kantelvergrendelhendel in de ver-
grendelstand.
[DCM00251]
DMU33120
Procedure voor omlaag kantelen (mo-
dellen met trim- en kantelbekrachti-
ging)
1.
Duw tegen de trim- en kantelbekrachti-
gingsschakelaar "
buitenboordmotor
door de kantelstang en de kantelsteun-
hendel vrijkomt.
2.
Ontgrendel de kantelsteunhendel.
Werking
" (omhoog) tot de
wordt
ondersteund
65