TIPS
De foto is onscherp:
j Tijdens macro- en telefoto-opnamen is het risico groot dat u de camera niet stil genoeg houdt
waardoor de opname onscherp wordt. Om dit te voorkomen, kiest u een snellere sluitertijd,
of gebruikt u een statief met 1 of 3 poten.
De diafragmawaarde knippert:
j De camera kan de foto niet optimaal belichten. Voor meer informatie, zie "Waarschuwingsindicatie
belichting" (gblz. 118).
Handmatig fotograferen (Manual)
Hierbij kiest u zelf de gewenste combinatie van sluitertijd en diafragma. U kunt zien hoeveel het
afwijkt van de juiste belichting door de belichtingsmeter te gebruiken. Hierbij hebt u creatief de
vrije hand, zowel qua instellingen als qua belichting.
Stel de functieknop in op M en draai de subregelaar om de waarde
in te stellen.
Sluitersnelheid:
Gebruik de regelaar om de waarde in te stellen.
Diafragmawaarde: Gebruik de regelaar terwijl u de F-knop ingedrukt
houdt om de waarde in te stellen.
• Het aantal beschikbare diafragmawaarden hangt af van het
gebruikte lenstype.
• De sluitertijd kan worden ingesteld tussen 1/4.000 – 60 sec. of [BULB].
• Bij het verdraaien van de regelaar worden de diafragmawaarde en de sluitertijd in stappen
van 1/3EV gewijzigd.
Diafragma verder openen (F-waarde wordt lager)
Diafragma sluiten (F-waarde is verhoogd)
• In de M-stand verschijnt de belichtingsmeter op het superbedieningspaneel. Het geeft het
verschil aan (binnen een bereik van –3EV tot +3EV) tussen de belichting volgens uw huidige
instelling (diafragma en sluitertijd), en de optimale belichting zoals de camera die heeft
berekend. Als het verschil groter is dan ±3EV, dan verschijnt vw in het rood aan beide
kanten van de meter.
F-knop
Onderbelichting
Overbelichting
Optimale belichting
Langere sluitertijd
Belichtingsmeter
250
M
2008. 08.16
arge
Normal
4
Kortere sluitertijd
F5.6
-0.3
OFF
45
NL