Bij een lagere
diafragmawaarde
(f-waarde)
Stel de functieknop in op A en draai de subregelaar om de diafragmawaarde in te stellen.
Diafragmawaarde
Sluitertijd
AF-teken
Stand Fotograferen
4
TIPS
De scherptediepte bij de ingestelde diafragmawaarde controleren:
j Zie "Preview-functie" (gblz. 46).
De sluitertijd knippert:
j De camera kan de foto niet optimaal belichten. Voor meer informatie, zie "Waarschuwingsindicatie
belichting" (gblz. 118).
Sluitertijdvoorkeuze
De camera kiest automatisch de diafragmawaarde die past bij de sluitertijd die u hebt ingesteld.
Stel de sluitertijd in voor het soort effect dat u wilt bereiken. Met snelle sluitertijden kunt
u snelbewegende onderwerpen toch scherp op de foto krijgen, terwijl u met een trage sluitertijd
bewegingsonscherpte krijgt waarmee u een effect van snelheid of beweging kunt creëren.
Een korte
sluitertijd kan
een snelle actie
"bevriezen"
zonder
bewegingson-
scherpte.
Stel de functieknop in op S en draai de subregelaar om de sluitertijd in te stellen.
Diafragmawaarde
Sluitertijd
AF-teken
Stand Fotograferen
44
NL
Diafragma verder openen (F-waarde wordt lager)
Zoeker
Langere sluitertijd
Zoeker
Diafragma sluiten (F-waarde is verhoogd)
Kortere sluitertijd
Bij een hogere
diafragmawaarde
(f-waarde)
Door een langere
sluitertijd wordt
een opgenomen
snelle actie
onscherp. Deze
onscherpte roept
het gevoel van
een dynamische
beweging op.