Inhoudsopgave
Advertenties
28
7.1
Instellen van de aanbouwhoogte
Bij het instellen van de aanbouwhoogte
a
personen uit de gevarenzone achter en
onder de machine wegsturen, omdat de
machine achterover kan slaan, wanneer
de topstanghelften per vergissing uit
elkaar gedraaid
worden getrokken.
.
De aanbouwhoogte van de machine volgens opgave
in de strooitabel exact, op het veld, met gevulde
trechter instellen. Gemeten wordt aan de voor- en
achterzijde van de
strooischotel, altijd vanaf de
grond (Fig. 15.)
7.1.1
Basisbemesting
De opgegeven aanbouwhoogte, normaal gesproken
horizontaal 80/80 cm, geldt voor de basisbemesting
Bij
de
voorjaarsbemesting,
plantenbestand reeds een hoogte van 10-40 cm.
heeft, dan dient de helft van de groeihoogte bij de
aangegeven
aanbouwhoogte
worden opgeteld. Zo zal bij een gewashoogte van
30 cm. - de aanbouwhoogte op 95/95 worden
ingesteld. Staat het plantenbestand hoger, dan
volgens opgave voor de bijbemesting (hfd.st. 7.1.2)
instellen.
Bij
dichte
centrifugaalstrooier
aanbouwhoogte
(b.v.
plantenbestand instellen. Is dit, bij grotere hoogte van
het gewas
niet meer mogelijk, dan de strooier
volgens de opgave voor het „bijbemesting" instellen.
.
7.1.2
Bijbemesting
De strooischotels zijn standaard uitgevoerd met
strooischoepen, waarmee naast de basisbemesting,
ook de bijbemesting b.v. in gewassen tot een hoogte
van 1 m. - zonder verdere toebehoren - kan worden
uitgevoerd.
De aanbouwhoogte van de strooier met behulp van
driepunts hefinrichting van de trekker zo hoog
instellen, dat de ruimte tussen de graantoppen en de
strooischotels ca. 5 cm. bedraagt (Fig. 16), Indien
nodig de bevestigingspennen van de hefarmen in de
onderste gaten van de aanspanplaten bevestigen.
I
Wanneer de hoek van de kruiskoppeling
meer
25°
bedraagt,
koppelingsas gebruiken.
ZA-M Ultra prof iS DB 561 12.01
worden of uit elkaar
wanneer
(b.v.
80/80)
bestanden
(koolzaad)
met
de
opgegeven
80/80)
boven
een
groothoek
Instellingen
het
te
de
Fig. 15
het
Fig. 16
Advertenties
Inhoudsopgave
