Inhoudsopgave
Advertenties
®
®
FRED
easyport
plus
Stap 1
2
1
Afb. 4.3
Breng de elektrodes voor volwas-
senen aan
Elektrodes voor volwassenen bij kin-
Stap 2
Afb. 4.4
Analyse is bezig, raak de patiënt
niet aan
Gebruikershandleiding
4.3
Semi-automatische defibrillatie
Gevaar
voor
veiligheidsopmerkingen
Volg altijd de geschreven instructies en de afbeelding op de monitor, aangezien
de gesproken instructies niet altijd goed te horen zijn in een luidruchtige
omgeving.
Semi-automatische defibrillatie
Afhankelijk van de configuratie van het apparaat kunnen de instructies op het
apparaat bij stap 4 direct na stap 1 volgen als de parameter 'Starten met analyse' is
ingesteld op 'Nee'. (Zie
Inschakelen en voorbereiden van het apparaat
1.
Zet het apparaat aan (1).
2.
Beoordeel de conditie van de patiënt: reageert niet, geen ademhaling, geen hart-
slag.
3.
Breng de defibrillatie-elektrodes aan op de borst van de patiënt (zie
4.2 Aanbrengen van de zelfklevende
4.
Steek de elektrodenconnector in de elektrodenpoort.
'Elektrodenledlampje' brandt (2) zolang de elektrodes niet correct op de borst van de
patiënt zijn aangebracht en/of de elektrodenconnector niet correct op het apparaat is
aangesloten.
Als u elektrodes voor volwassenen bij kinderen gebruikt, drukt u op de knop
deren
en bevestigt u de selectie met dezelfde knop. De knop licht wit op en het pictogram
voor patiënttype op het lcd-scherm geeft aan dat het protocol voor kinderen actief is.
Bij het defibrilleren van kinderen met een elektrode-oppervlak van 42 cm
aangeraden om voor de anterieure-anterieure positie te kiezen.
Analyseren van het ECG-signaal
5.
De analyse wordt automatisch gestart, zonder interventie van de gebruiker. Een
melding verschijnt dat de gebruiker de patiënt niet moet aanraken, en het picto-
gram wordt weergegeven.
• Als het apparaat ventrikelfibrilleren of ventriculaire tachycardie met een hartfre-
quentie van meer dan 150 slagen/min. registreert, volgt
schok, anders gaat u verder met
citatie
(CPR).
Semi-automatische defibrillatie
de
patiënt:
de
richtlijnen
moeten worden opgevolgd.
8.11.2
Reanimatie-instelling.)
elektrodes).
Stap
4,
Toedienen van cardiopulmonaire resus-
Defibrillatie
4
4.3
in
4.1 Instructies
en
2
wordt
Stap 3 Toedienen van de
Pagina 39
Advertenties
Inhoudsopgave
