3
Eerste bediening
3.1
Batterijen
1
2
Inschakelen
Uitschakelen
Pagina 28
3.1.2
Vervangen van de batterij
Zorg er altijd voor dat u een nieuwe reservebatterij bij de hand hebt (controleer
de uiterste gebruiksdatum).
Controleer altijd of de oplaadbare Li-Ion-batterij volledig is opgeladen voordat u
die plaatst.
Als alleen één ledlampje elke seconde tweemaal knippert (snel knippert), ligt de
capaciteit onder de 10%. Vervang de batterij onmiddellijk door een volledig
opgeladen batterij.
Als u de batterij tijdens gebruik bij de patiënt vervangt, ontkoppel de
elektrodeconnector dan.
Als u de oplaadbare Li-Ion-batterij gebruikt, drukt u op de knop om de batterijca-
paciteitstest te activeren. Alle 4 ledlampjes lichten op wanneer de batterijcapaci-
teit tussen 75 en 100% ligt. Raadpleeg voor meer informatie over de oplaadstatus
6.1.2 Ledlampje statusweergave van de oplaadbare lithium-Ion-batterij, pagina
54.
1. Verwijder de batterij door op het vergrendelmechanisme te drukken, met de
pijl (1) mee.
2. Plaats de batterij in het apparaat zoals is aangegeven op de afbeelding (2). Zorg
ervoor dat die op zijn plek klikt.
3. Zodra de batterij is geplaatst, moet de gebruiker een handmatige zelftest uitvoe-
ren om de staat van het apparaat en de batterij te controleren. Zie
2.5.2 Handmatige zelftest uitvoeren.
4. Na een succesvolle test en 'Zelftest geslaagd' schakelt u het apparaat onmiddel-
lijk uit om ontlading van de batterij te voorkomen.
Raadpleeg als er een fout wordt weergegeven, hoofdstuk
gina 65.
3.1.3
In- en uitschakelen van het apparaat
Druk op de aan/uit-knop (1)
Houd de aan/uit-knop (1) gedurende 3 seconden ingedrukt.
Geforceerd uitschakelen
Als het apparaat niet volgens de beschrijving hierboven kan worden uitgeschakeld,
haalt u de batterij eruit en plaatst u deze terug.
®
®
FRED
easyport
plus
7.6.1 Foutmelding, pa-