®
®
FRED
easyport
plus
Afb. 3.1
Aanduiding lage batterijcapaciteit
Gebruikershandleiding
3.2
Batterijbewaking
• De lithiumbatterij garandeert dat het apparaat jarenlang volledig operationeel blijft
(en zelftests doet) (bij een temperatuur van 15 tot 25 ˚C), mits het apparaat niet
wordt gebruikt.
• De levensduur van de batterij hangt af van het gebruik van het apparaat en de om-
gevingsomstandigheden.
De batterij moet worden vervangen, zodra de vervaldatum is verstreken.
De oude batterij moet worden gerecycled volgens de lokale wet- en regelgeving.
3.2.1
Aanduiding voor voldoende batterijcapaciteit terwijl het apparaat
is uitgeschakeld
Deze indicatie is gebaseerd op de laatste zelftest/gebruiksklaartest. Afhankelijk
van het ingestelde testinterval (dagelijks, wekelijks of maandelijks) kan de
resterende batterijcapaciteit worden afgesloten door de indicatie dat de batterij
bijna leeg is. Daarom adviseren we het volgende:
– houdt een dagelijkse of wekelijkse zelftestinterval aan en
– zorg dat u altijd een nieuwe volle reservebatterij bij de hand hebt.
Het RTU-ledlampje op de FRED easyport plus knippert groen als de
batterijcapaciteit voldoende is voor het uitvoeren van het reanimatieprotocol met
ongeveer 5 schokken met maximale energie.
3.2.2
Aanduiding voor een lage batterijcapaciteit terwijl het apparaat is
uitgeschakeld
• De aanduiding voor een lage batterijcapaciteit is dezelfde tijdens een zelftest en
de handmatige zelftest na het plaatsen van de batterij of tijdens gebruik.
• Als de batterijcapaciteit daalt tot onder 10%, is het RTU-ledlampje uit en wordt een
hoorbare melding afgegeven. Deze ledlampjes blijven knipperen tot de batterij is
vervangen. De batterij moet zo snel mogelijk worden vervangen.
• Ook bij de aanduiding voor een lage batterijcapaciteit kunnen er met het apparaat
nog steeds ongeveer 5 defibrillaties uitgevoerd worden.
• Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de elektrodeconnector, voordat u de
batterij uitneemt.
• De resterende batterijcapaciteit hangt af van het gebruik en de omgevingsomstan-
digheden.
Eerste bediening
3
Batterijbewaking
3.2
Pagina 29