Fig. 17: Kabelmontage
1
1.
De kabels er door steken en de klemmen neerslaan tot ze in elkaar klikken
2.
De klemschroeven indrukken
3.
De klemschroeven met een schroevendraaier aanspannen
4.
Om de kabelhalzen te openen, het klikmechanisme met een schroevendraaier oplichten
SOB 32/40 C
2
Circulatiepompen
De toegelaten spanning per pompuitgang bedraagt I
Bescherming van de toestellen
Zekering in de sturing- en regelmodule:
- F1 - T 6,3 H 250; net
Aansluiting van de voelers en de componenten
Gevaar van elektrische schokken! Het bedradingschema respec-
teren! De componenten volgens de instructies van de bijsluiter
aansluiten. Op het net aansluiten. De aarding controleren.
De buitenvoeler (wordt standaard bij het toestel geleverd)
De buitenvoeler wordt standaard bij het toestel bijgelever. Aans-
luiting, zie bedradingschema.
Vervanging van de kabels
Alle kabels, behalve de netaansluitkabel, moeten bij hun vervan-
ging, vervangen worden door speciale SOB kabels. Bij de eventuele
vervanging van de netaansluitkabel, slechts kabels van het type
H05VV-F gebruiken.
Bescherming tegen aanrakingen
Na het openen van de SOB, moet de mantel herbevestigd worden
met de overeenstemmende schroeven om de bescherming tegen
ongelegen aanrakingen te verzekeren.
Initialisatie van de voelers des sondes
Van zodra de elektrische aansluitingen beëindigd zijn, kan men de
elektriciteit weer aanzetten. Hierdoor zijn de aangesloten voelers
geïnitialiseerd en werkt de regeling correct.
3
4
Installatie
max = 1A.
N
27