7.3.2 Demonteren van membraan en ventielen
Waarschuwing
Explosiegevaar als doseervloeistof het
pomphuis is binnengedrongen!
Als het membraan mogelijk beschadigd is,
mag de pomp niet met de voeding worden
verbonden! Ga te werk zoals beschreven
in paragraaf
7.4
Deze paragraaf heeft betrekking op afb. 10.
1. Maak het systeem drukloos.
2. Maak de doseerkop leeg voorafgaand aan het
onderhoud, en spoel deze zo nodig.
3. Draai de capaciteitsinstelknop naar 0 %.
4. Schakel de voedingsspanning uit.
5. Onderneem de juiste stappen om te zorgen dat
de vloeistof op veilige wijze wordt opgevangen.
6. Koppel de zuig-, pers- en ontluchtingsslangen
los.
7. Demonteer de ventielen aan zuig- en
perszijde (5, 6).
8. Verwijder het deksel (9).
9. Draai de bouten (8) van de doseerkop (7) los, en
verwijder de bouten en ringetjes.
10. Verwijder de doseerkop (7).
11. Schroef het membraan (4) linksom los en verwij-
der het samen met de flens (2).
12. Controleer of de afvoeropening (11) niet geblok-
keerd of vervuild is. Reinig deze zo nodig.
13. Controleer het veiligheidsmembraan (1) op slij-
tage en schade. Vervang indien nodig.
Als er niets op duidt dat er doseervloeistof in het
pomphuis is binnengedrongen, gaat u te werk zoals
beschreven in paragraaf
membraan en
ventielen. Ga anders te werk zoals
beschreven in paragraaf
pomphuis.
Membraanbreuk!
7.3.3 Terugplaatsen van
7.4.2 Doseervloeistof in het
7.3.3 Terugplaatsen van membraan en ventielen
De pomp mag alleen opnieuw worden gemonteerd
als niet erop duidt dat doseervloeistof in het pomp-
huis is binnengedrongen. Ga anders te werk zoals
beschreven in paragraaf
pomphuis.
Deze paragraaf heeft betrekking op afb. 10.
1. Plaats de flens (2) op de juiste wijze en schroef
een nieuw membraan (4) rechtsom op zijn plaats.
– Zorg dat de O-ring (3) goed zit!
2. Schakel de voedingsspanning in.
3. Draai langzaam aan de instelknop om het mem-
braan in servicepositie "binnenin" te brengen
(einde van de zuigfase, membraan in achterste
positie).
Draai de instelknop terug naar 0 %.
4. Schakel de voedingsspanning weer uit.
5. Plaats de doseerkop (7) terug.
6. Plaats bouten met ringen (8) en draai ze kruise-
lings vast met een momentsleutel.
– Draaimoment: 4 Nm.
7. Plaats het deksel (9).
8. Installeer nieuwe ventielen (5, 6).
– Verwissel de ventielen onderling niet, en let op
de richting van de pijl.
9. Sluit de zuig-, pers- en ontluchtingsslangen aan
(zie paragraaf
4.2 Hydraulische
Draai de bouten van de doseerkop een-
maal aan met een momentsleutel vooraf-
Voorzichtig
gaand aan de inbedrijfstelling en nogmaals
na 2-5 bedrijfsuren op 4 Nm.
10. Ontlucht de doseerpomp (zie paragraaf
5.3 Schakel de pomp in, en ontlucht de
11. Neem de opmerkingen over inbedrijfstelling van
paragraaf
5. In bedrijf nemen
7.4.2 Doseervloeistof in het
aansluiting).
pomp).
in acht!
17