meerde cycli heeft doorlopen).
De zones die van een partitie afleiden moeten worden
geprogrammeerd als Uitloop Vertr. zones.
r Laatste Deur — Schending van een Laatste Deur
zone van Uitloop Vertr. partities — genereert geen
enkele gebeurtenis, maar vervangt eventuele reste-
rende Uitloop Vertr., en activeert de geprogram-
meerde Laatste Deur van zijn partitie.
In alle andere gevallen zal het systeem de
gebeurtenissen genereren als een Directe Zone (ten-
zij de zone omzeild wordt, of zich bevindt in teststatus
of zijn geprogrammeerde cycli heeft doorlopen).
Met deze functie kan het systeem worden geacti-
veerd, zodra de geprogrammeerde Laatste Deur
verloopt.
De laatste zone die van een partitie afleidt moet wor-
den geprogrammeerd als een Laatste Deur zone.
r 24-uur — Schending van een 24-uur zone — onge-
acht de status van zijn partities — zal deze gebeurte-
nissen genereren als een Directe Zone (tenzij de
zone omzeild wordt, of zich bevindt in teststatus of
zijn geprogrammeerde cycli heeft doorlopen).
Kunnen worden gebruikt voor besturingstoepassing-
en, zoals het inschakelen van binnenverlichting (met
infraroodsensoren).
r Brand — Dit type zone wordt automatisch geprogram-
meerd als een 24-uur, NO (norm. open) zone. Schen-
ding van een Brand zone — ongeacht de status van zijn
partitie — genereert de volgende gebeurtenissen:
Ø Zone Alarm (relevant voor de betrokken zone);
Ø Brand Alarm in Partitie — die relevant is voor de
partitie waaraan de zone is toegewezen.
r Overval stil — Schending van een Overval stil zone
— ongeacht de status van zijn partities — zal deze
gebeurtenissen genereren als een Directe Zone
(tenzij de zone omzeild wordt, of zich bevindt in test-
status
of
zijn
geprogrammeerde
doorlopen). Bovendien:
Ø gebeurtenissen gegenereerd door de Overval stil
zone kunnen GEEN uitgang nr. 1 activeren;
Ø meld het bedieningspaneel GEEN alarmen die geac-
tiveerd worden door Overval stil zones (de a indica-
tor ZAL NIET knipperen);
Ø meld het bedieningspaneel GEEN uitgaande oproe-
pen, geactiveerd door Overval stil zones door de ge-
beurtenis Zone Alarm (wordt NIET boven het i
pictogram weergegeven).
e
Als een Overval stil zone actief is, vereisen de
EN50131 en EN50131-3-1 normen dat de activering
niet kan worden uitgevoerd. Geforceerde activering is
nog steeds mogelijk via het LCD-bedieningspaneel.
+
Als de optie Zone Fout ook is ingeschakeld, gene-
reert de schending van een Overval stil zone
ALLEEN de gebeurtenis Zone Detector Fout.
50
e
Om te voldoen aan de EN50131-1 en EN50131-3
normen moet, als uw systeem beschikt over een
Overval stil zone, minstens één "Belemmering ap-
paraatstoring" zone ook aanwezig zijn: Opties
Overval stil en Zone Fout ingeschakeld.
Standaard: zone nr. 6 (aansluitpunt L2 van het pa-
neel).
r Zone Fout — Schending van een Zone Fout zone
— ongeacht de status van zijn partitie — genereert
de gebeurtenis Zone Detector Fout.
Standaard: zone nr. 5 (aansluitpunt L1 van het pa-
neel) en nr. 6 (aansluitpunt L2 van het paneel).
+
De Zone Fout zone ondersteunt ALLEEN de
SEOL (1x 10KO).
e
Om te voldoen aan de EN50131-1 en EN50131-3
normen, moet er in het systeem minstens een
Zone Fout zone zijn.
r Interne Sirene Fout — Schending van een Interne
Sirene Fout zone — ongeacht de status van zijn
partitie — genereert de gebeurtenis Probleem met
Binnensirene.
Standaard: zone nr. 7 (aansluitpunt L3 van het paneel).
+
De Interne Sirene Fout zone ondersteunt ALLEEN
de SEOL (1x 10KO).
e
Om te voldoen aan de EN50131-1 en EN50131-3
normen, moet er in het systeem minstens een
Interne Sirene Fout zone zijn.
r Externe Sirene Fout — Schending van een Exter-
ne Sirene Fout zone — ongeacht de status van zijn
cycli
heeft
partitie — genereert de gebeurtenis Probleem met
Externe Sirene.
Standaard: zone nr. 8 (aansluitpunt L4 van het pa-
neel).
+
De Externe Sirene Fout zone ondersteunt ALLEEN
de SEOL (1x 10KO).
e
Om te voldoen aan de EN50131-1 en EN50131-3
normen, moet er in het systeem minstens een
Externe Sirene Fout zone zijn.
Rolluik-In Gebruik Deze optie moet zijn ingeschakeld
op de zones die gebruikt worden voor lamellencontac-
ten (dit is alleen geldig voor moederbordzones). Als u
deze optie inschakelt, moet u het Rolluik-Venster en
de Pulse(n)-Nummer instellen, die de schending van
de zone bepaalt.
Rolluik-Venster Stel de tijd om de ingestelde Pul-
se(n)-Nummer te tellen zodat de zone een alarm acti-
veert, zoals in het volgende voorbeeld.
Bijv. Een zone met een Pulse(n)-Nummer van 4 en
een Rolluik-Venster van 2 minuten zullen een schen-
dingsmelding afgeven wanneer zijn contact 4 pulsen
binnen 2 minuten genereert.
Uitbreidbaar hybride-regelpaneel