n Voedingskast (PS)
Met de optie subgroep Voedingskast (PS), kunt u voe-
dingsstations registreren en instellen.
+
Zie "Configuratie" voor informatie over de In Ge-
bruik en Naam-opties.
AC Uitval vertraging Stel de vertraging voor de net-
spanningsstoring in op het voedingsstation voordat
deze wordt gemeld.
Geldige invoeren: 0 tot 3600 seconden, in stappen
van 1 seconde.
Standaard instellingen: 0 seconden
e
Om te voldoen aan de EN50131-6 normen, MAG
deze optie NIET meer dan 60 seconden zijn.
Lage Batterij Spanning Vertraging Stel de vertraging
voor de lage batterijspanning in op het voedingsstation
(batterijspanning minder dan 11.4 V) voordat deze
wordt gemeld.
Geldige invoeren: 0 tot 3600 seconden, in stappen
van 1 seconde.
Standaard instellingen: 0 seconden.
e
Om te voldoen aan de EN50131-6 normen, MAG
deze optie NIET meer dan 300 seconden zijn.
Het regelpaneel kan detecteren en melden:
Ø geforceerd openen of verwijdering van voedingssta-
tions;
Ø interruptie van de voeding naar de voedingsstations;
Ø de status van de batterijen van het voedingsstation;
Ø de status van de modules van de voeding;
Ø de status van de uitgangen van het voedingsstation;
Ø kortsluiting op de aanvullende uitgangen van het
Station;
Ø lage spanning op de voedingsuitgang van het Station
Ø lage spanning op de aanvullende uitgangen van het
2
Station
;
r Geforceerd openen of verwijderen wordt gemeld door:
Ø de gebeurtenis Tamper BPI apparaten (zie "Events
en Acties");
Ø een X boven het b pictogram op het bedieningspa-
neel en Voed.module sabo bericht (zie "Mel-
dingen weergeven" in the Gebruikershandleiding);
Ø de details van de gebeurtenis in het logboek:
BESCHRIJVING — Sabotage op BPI-apparaten;
WAAR — De voedingsstationlabel.
r Stroomuitval (interruptie) wordt gemeld door:
Ø de gebeurtenis Waarschuwing 230VAC uitval
Voedingskast (zie "Events en Acties");
2 ALLEEN Klasse 3 Bedieningspanelen en Station.
3 Als de batterijpanning onder 10.2 V daalt, zal het voedingsstation deze automatisch ontkoppelen. De bediening
voorkomt beschadiging aan de batterij.
4 De voedingsmodule van het voedingsstation wordt overwogen "buiten werking" als zijn uitgangsspanning meer dan
0.5 V bereikt, of daalt tot 0.5 V onder de vooraf ingestelde waarde. Als het voedingsstation niet is uitgerust met een
thermische sonde, zal de uitgangsspanning 13.8 V zijn. Als het voedingsstation is uitgerust met een thermische
sonde, zal de uitgangsspanning afhangen van de temperatuur van de sonde.
5 Het voedingsstation zal de voedingsmodule ontkoppelen, als zijn uitgangsspanning 0.5 V bereikt, boven de vooraf
ingestelde waarde. De bediening voorkomt beschadiging aan randapparatuur. De voeding van de randapparatuur
44
Ø de ON status van de G op de bedieningspanelen, en
het bericht Centr. GEEN 220V (zie "Meldingen
weergeven" in de Gebruikershandleiding);
Ø de details van de gebeurtenis in het logboek:
BESCHRIJVING — Centr. GEEN 220V;
WAAR — De voedingsstationlabel.
r Lage batterijspanning (onder 11.4 V — zie
"INSTALLEREN > Voeding > Statische test") wordt
gemeld door:
Ø de gebeurtenis Waarschuwing lage batterij span-
ning Voedingskast (zie "Events en Acties");
Ø de ON status van de G LED op de bedieningspane-
len, en het bericht Lage batterij (zie "Meldingen
weergeven" in de Gebruikershandleiding);
Ø de details van de gebeurtenis in het logboek:
BESCHRIJVING — Lage batterij;
WAAR — De voedingsstationlabel
r Probleem met batterij (zie "INSTALLEREN > Voe-
ding > Dynamische test") wordt gemeld door:
Ø de gebeurtenis Waarschuwing voedings pro-
bleem in Voedingskast (zie "Events en Acties");
Ø de ON status van de G LED op de bedieningspanelen,
en het bericht
en weergeven" in de Gebruikershandleiding);
Ø de details van de gebeurtenis in het logboek:
BESCHRIJVING —
WAAR — De voedingsstationlabel.
r Een losgekoppeld batterij
Ø de gebeurtenis Batterij niet aangesloten in Voe-
dingskast (zie "Events en Acties");
Ø de ON status van de G LED op de bedieningspane-
len, en het bericht Vm Batt. ontk. (zie "Melding-
en weergeven" in de Gebruikershandleiding);
Ø de details van de gebeurtenis in het logboek:
2
BESCHRIJVING — Vm Batt. ontk.;
;
WAAR — De voedingsstationlabel.
r Moduleprobleem
Ø de gebeurtenis Batterij oplaad probleem in Voe-
dingskast (zie "Events en Acties");
Ø de ON status van de G LED op de bedieningspane-
len, en het bericht
dingen weergeven" in de Gebruikershandleiding);
Ø de details van de gebeurtenis in het logboek:
BESCHRIJVING — Vm opl. batt.;
WAAR— De voedingsstationlabel.
r Losgekoppelde voedingsmodule
Ø de gebeurtenis Omschakelen niet verbonden op
Voedingskast (zie "Events en Acties");
Uitbreidbaar hybride-regelpaneel
Centr. bat. fout
Centr. bat. fout
3
wordt gemeld door:
4
met voeding wordt gemeld door:
Vm opl. batt.
5
wordt gemeld door:
(zie "Melding-
;
(zie "Mel-