Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Beperkingen Van De Bpi-Bus Bedrading; Het Aansluiten Van De Detectors - Johnson Controls Bentel Tyco ABSOLUTA Plus Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Tabel 5 toont de configuratie van microschakelaars
voor de toewijzing van adressen aan de ingangs-/uit-
gangsuitbreiders, lezers en voedingsstations: lees de
instructies van de bedieningspanelen om hun adres in
te stellen.
Het BPI-niveau instellen De BPI-niveau bepaalt de
maximale spanning die de BPI-bus aan kan. Sommige
BPI-apparaten beschikken over de opties 5 V en 12 V.
+
Dit bedieningspaneel werkt op 12 V, dus moeten
alle randapparaten op 12 V staan.
Raadpleeg de instructies van het BPI-apparaat voor het
instellen van het BPI-niveau.
n Beperkingen van de BPI-bus bedrading
Vanwege spanningsverlies en strooicapaciteit veroorzaakt
door aansluitingen van het regelpaneel BPI-bus, moeten
de volgende bedradingsbeperkingen worden nageleefd:
Ø de maximale draadlengte tussen het regelpaneel en
het BPI-perifere mag niet hoger zijn dan 500 meter;
Ø de totale draadlengte van het regelpaneel BPI-bus
mag niet meer dan 1000 meter zijn.
Om ervoor te zorgen dat BPI-periferes goed functione-
ren, moet 11.5 V of meer aanwezig zijn over de aan-
sluitpunten [+] en [-]. Als de aanwezige spanning laag
is, kan deze worden verhoogd door:
Ø de draadafmeting te vergroten die het regelpaneel
BPI-apparaat van spanning voorziet (de draden die
[+] en [–] van het regelpaneel aansluiten op aansluit-
punten [+] en [–] van het BPI-apparaat);
Ø een aantal stroomafwaarts BPI-periferes van een
voedingsstation aan te sluiten (deze apparaten wor-
den gevoed door het voedingsstation, en zullen dus
het regelpaneel BPI-bus niet laden);
Ø een voedingsstation te gebruike om spanning te le-
veren voor het laden van de BPI-perifere.
+
De stroomafwaarts kabellengte van een voedings-
station moet niet worden meegenomen in de totale
kabellengte het regelpaneel BPI-bus.
Weerstand
NEE
¥
STANDBY
N/A
N/A
10 KW
ALARM
5 KW
ALARM
0
ALARM
Tabel 6 Balanstypes: De Weerstandskolom toont de weerstand over de aansluitpunten van de zone en de negatie-
ve, tijdens de overeenkomstige status (¥ geeft aan dat het aansluitpunt open i; 0 betekent dat het aansluitpunt is kort-
gesloten naar de negatief).
28
BALANSTYPES (SUPERVISION)
NG
SEOL
ALARM
ALARM
N/A
N/A
ALARM
STANDBY
ALARM
KORTGESLOTEN
STANDBY
KORTGESLOTEN KORTGESLOTEN KORTGESLOTEN

Het aansluiten van de detectors

U kunt de detectors aansluiten op:
Ø aansluitpunten L1, L2, L3 en L4 van het regelpaneel;
Ø aansluitpunten T1, T2, T3 en T4 van het regelpaneel,
indien geprogrammeerd als ingangslijnen (zones);
Ø aansluitpunten T1, T2 en T3 van de T-Line en
PREMIUM-bedieningspanelen, afhankelijk van de ge-
programmeerde bedrijfsmodus (raadpleeg voor meer
informatie de instructies toetsenbord);
3
Klasse 3 sensoren kunnen NIET worden verbon-
den met de Toetspanelen.
Ø aansluitpunten T1, T2, T3, T4, T5 en T6 van de ing-
angs-/uitgangsuitbreider M-IN/OUT, afhankelijk van de
geprogrammeerde bedrijfsmodus (raadpleeg voor
meer informatie de instructies van de M-IN/OUT).
De volgende aansluitpunten kunnen worden gebruikt
voor de stroomtoevoer naar de detectors.
Ø [+F] en [M] (negatief) oor elke paar van de ingangslij-
nen (zones) op het Regelpaneel: 13.8 V positief is aan-
wezig op [+F] aansluitpunten — door terugstelbare
zekering beveiligd (1.5 A).
Ø [+F] en [M] (negatief) voor elke paar van de ingangslij-
nen (zones) op de M-IN/OUT ingangs-/uitgangsuitbrei-
der: 13.8 V positief is aanwezig op [+F] aansluitpunten
— door terugstelbare zekering beveiligd (0.4 A).
Ø [+F] en [–] (negatief) voor drie ingangslijnen (zones)
op het T-Line en PREMIUM bedieningspaneel: 13.8
V positief is aanwezig op het [+F] aansluitpunt —
door terugstelbare zekering beveiligd (0.4 A).
Elke zone kan meerdere detectors ondersteunen. Maar
indien er meer dan een detector is aangesloten, kan het
regelpaneel de detector onmogelijk identificeren in het
geval van een alarm.
Het regelpaneel detecteert alarm, sabotage en kortslui-
ting op bekabelde zones:
Ø Alarmzone wordt gemeld door een Alarm on zone
gebeurtenis;
Ø Sabotagezone wordt gemeld door een Tamper on
zone gebeurtenis;
Ø Kortsluiting wordt gemeld door een Tamper on zone
gebeurtenis.
3
Klasse 3 Bedieningspanelen en de Ingang/Uit-
ganguitbreidingen kunnen OOK Klasse 3 detec-
torstoringen waarnemen en rapporteren.
DEOL
SABOTAGE
SABOTAGE
N/A
ALARM
STANDBY
Uitbreidbaar hybride-regelpaneel
Klasse 3
Weerstand
TEOL
¥
FAULT
24.2 KW
ALARM
8.2 KW
STANDBY
2.2 KW
0

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Bentel tyco abs-18Bentel tyco abs-48Bentel tyco abs-128

Inhoudsopgave