8. Bat te rij
8.1
Algemene aanwijzingen
8.1.1
Belangrijke informatie
•
De batterij is onderhoudsvrij.
•
Deze gesloten batterijen mogen na de ingebruikneming niet
meer worden geopend. Door het openen zou de batterij
helemaal stuk gaan.
8.1.2
Een batterij monteren en demonteren
•
Schakel de mo tor en alle stroomverbruikers uit.
•
De batterij mag alleen worden gemonteerd op de hiertoe door
de producent bestemde plaats in het voertuig. Er moet altijd
worden gezorgd voor voldoende ventilatie. Neem de
aanwijzingen van de voertuigproducent goed in acht.
•
Vermijd kortsluitingen, bijv. door gereedschap.
•
Bij het demonteren altijd eerst de minpool loskoppelen.
•
Verwijder alle voorwerpen van de plek waar de batterij moet
worden geplaatst.
•
Reinig de polen en de klemmen en smeer ze in met een dunne
laag poolvet.
•
Bij de mon tage eerst de pluspool vastklemmen en ervoor
zorgen dat de poolklemmen goed vastzitten.
•
Voeg deze gebruiksaanwijzing bij de handleiding van het
voertuig.
8.1.3
Opslag en trans port
•
De ongevulde batterij moet koel en droog worden bewaard.
•
De gevulde batterij moet vóór de rechtopstaande opslag (bijv.
in de winterpauze) geheel worden geladen (zie punt 8.2).
•
De batterij moet worden beschermd tegen di rect zonlicht.
8.1.4
Onderhoud
•
Gesloten batterijen hebben geen onderhoud nodig door
bijvullen van wa ter. Daarom de batterij niet meer openen.
•
Polen en oppervlak van de batterij schoonhouden (met een
vochtige, antistatische doek). De klemmen goed vastdraaien
en licht invetten.
•
Controleer de laadtoestand van de batterij door middel van
een spanningsmeter en indien nodig bijladen (zie punt 8.2).
44