Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Overbelasting Van Het Ecu-Aandrijvingscircuit Voorkomen; De Roersnelheidsbegrenzer Bijstellen; Geavanceerde Configuratie; De Dealer Autopilot Configuration Inschakelen - Garmin GHP 12 Installatie-Instructies

Inhoudsopgave

Advertenties

Als u een speedboot hebt, selecteert u een optie:
◦ Selecteer Low Speed of High Speed en gebruik de pijlen op de
GHC 20 om bij te stellen hoe nauwkeurig het roer de voorliggende
koers vasthoudt en bij een lage of hoge snelheid draait.
Als u een te hoge waarde instelt, kan de stuurautomaat overactief
worden en bij de geringste afwijking de koers gaan corrigeren.
Een overactieve stuurautomaat kan overmatige slijtage aan de
aandrijving veroorzaken en kan ertoe leiden dat de accu sneller leeg
is dan normaal.
◦ Selecteer Low Speed Counter of High Speed Counter om in te
stellen hoe nauwkeurig het roer het doorschieten bij het draaien
corrigeert. Als u deze waarde te hoog instelt, kan de stuurautomaat
bij het corrigeren van oorspronkelijke draai de boot opnieuw laten
doorschieten bij het draaien.
4. Test de configuratie van de stuurautomaat en herhaal de stappen 2 en 3 totdat
de GHP 12 naar wens werkt.

overbelasting van het eCu-aandrijvingscircuit voorkomen

Dit is alleen van toepassing als de GHP 12 op een speedboot is geïnstalleerd.
Als u de foutmelding "Error: ECU Drive Circuit Overload. See manual for tips
on reducing load error" krijgt, kunt u de belasting verlaging aan de hand van de
volgende tips:
Zorg dat in uw boot de juiste pomp op de juiste wijze is geïnstalleerd.
Gebruik, zo mogelijk, hydraulische slangen met een grotere diameter in uw
stuurinrichting.
Plaats de pomp dichter bij de cilinder om de lengte van de slangen te
beperken.
Verwijder onnodige hydraulische aansluitingen uit het hydraulische systeem.
Als overbelasting optreedt tijdens de automatische afstemmingsprocedure,
sla de procedure dan over en stel de stuurautomaat handmatig af.
Verhoog de instelling van de roersnelheidsbegrenzer om de stroomsnelheid
van de vloeistof te vertragen.
Verlaag de roerversterking om de pompactiviteit te beperken.

De roersnelheidsbegrenzer bijstellen

Dit is alleen van toepassing als de GHP 12 op een speedboot is geïnstalleerd.
Als de foutmelding "ECU Drive Circuit Overload. See manual for tips on
reducing load error" zich blijft voordoen, moet u de roersnelheidsbegrenzer
wellicht bijstellen.
OPMERKING: Voer aanpassingen van de roersnelheid alleen uit als de boot is
aangemeerd of stilligt.
OPMERKING: Als u de roersnelheidsbegrenzer bijstelt, dient u de
afstemmingsprocedure uit te voeren.
1. Schakel de geavanceerde configuratieprocedure in
2. Selecteer op de GHC 20 achtereenvolgens Menu > Setup > Dealer
Autopilot Configuration > Autopilot Tuning > Rudder Rate Limiter.
3. Selecteer Continue.
De stuurautomaat neemt de besturing van het roer over.
4. Gebruik de pijlen op de GHC 20 om de snelheid van de begrenzer bij te
stellen.
0% is de standaardsnelheid voor de roersnelheidsbegrenzer.
Hoe lager de stand van de roersnelheidsbegrenzer hoe sneller het roer
tussen de rechter- en linkerrail kan bewegen.
Hoe lager de stand van de roersnelheidsbegrenzer hoe hoger het
stroomverbruik.
Hoe hoger de stand van de roersnelheidsbegrenzer hoe lager het
stroomverbruik.
GHP 12 - Installatie-instructies
5. Selecteer Done.
6. Test de instellingen van de roersnelheidsbegrenzer.
7. Herhaal stap 2 t/m 6 tot de roersnelheidsbegrenzer de gewenste werking
8. Voer de automatische afstemmingsprocedure uit.

Geavanceerde configuratie

Onder normale omstandigheden zijn geavanceerde configuratieopties niet
beschikbaar op de GHC 20. Om toegang te krijgen tot de geavanceerde
configuratie-instellingen van de GHP 12, moet u de Dealer Mode inschakelen.

De Dealer autopilot Configuration inschakelen

1. Selecteer in het scherm Heading achtereenvolgens Menu > Setup > System
2. Houd de middelste schermtoets
3. Druk op Back > Back.

Geavanceerde configuratie-instellingen

Via de GHC 20 kunt u de automatische configuratieprocedure (Autotune)
uitvoeren, het kompas kalibreren en het noorden instellen op de GHP 12 zonder
de wizards uit te voeren. U kunt ook elke instelling afzonderlijk maken, zonder de
configuratieprocedures te doorlopen.
De geautomatiseerde configuratieprocedures handmatig
uitvoeren
1. Schakel Dealer Mode in
2. Selecteer in het scherm Heading achtereenvolgens Menu > Setup > Dealer
3. Selecteer Autotune, Calibrate Compass of Set North.
4. Volg de instructies op het scherm
Individuele configuratie-instellingen handmatig definiëren
1. Schakel Dealer Mode in
2. Selecteer in het scherm Heading achtereenvolgens Menu > Setup > Dealer
(pagina
19).
3. Selecteer de instellingscategorie.
4. Selecteer een instelling die u wilt configureren.
5. Configureer de waarde van de instelling.
OPMERKING: Bij het configureren van bepaalde instellingen als onderdeel van
de geavanceerde configuratieprocedure moet u wellicht ook andere instellingen
aanpassen. Lees het onderdeel met de configuratie-instellingen voor de GHP 12
(pagina
geeft.
> System Information.
Dealer Mode wordt weergegeven.
De procedure is voltooid als de optie Dealer Autopilot Configuration
beschikbaar is in het instelscherm.
(pagina
Autopilot Configuration > Automated Setup.
(pagina
Autopilot Configuration.
Een beschrijving van elke mogelijke instelling treft u aan in de appendix
(pagina
25).
25) door voordat u instellingen gaat wijzigen.
gedurende 5 seconden ingedrukt.
19).
(pagina
15).
19).
19

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave