De GHP 12 configureren
De GHP 12 moet worden geconfigureerd en afgesteld op de dynamiek van uw
boot. Gebruik de Dockside Wizard en de Sea Trial Wizard op de GHC 20 om
de GHP 12 te configureren. Volg de instructies in deze wizards om de vereiste
configuratiestappen te voltooien.
De Dockside Wizard
Als u de Dockside Wizard uitvoert terwijl uw boot zich niet in het water bevindt,
zorg er dan voor dat het roer voldoende speling heeft om vrij te bewegen.
Zo voorkomt u schade aan het roer of andere voorwerpen.
U kunt de Dockside Wizard doorlopen terwijl uw boot in of uit het water is.
Als uw boot in het water ligt, moet deze stil liggen tijdens het uitvoeren van de
wizard.
De Dockside Wizard uitvoeren
Als uw boot stuurbekrachtiging heeft, schakel de stuurbekrachtiging dan
in voordat u de Dockside Wizard uitvoert. Dit om beschadiging van de
stuurinrichting te voorkomen.
1. Schakel de GHP 12 in.
Als u de GHP 12 voor het eerst inschakelt, wordt u gevraagd om een korte
configuratieprocedure uit te voeren op de GHC 20.
2. Voer indien nodig de configuratieprocedure uit.
3. Start de Dockside Wizard
(pagina
4. Selecteer het type vaartuig.
5. Selecteer het type aandrijfeenheid
6. Als u een aandrijfeenheid van een andere leverancier hebt, selecteert u het
bijbehorende voltage
(pagina
7. Als u een aandrijfeenheid van een andere leverancier hebt, selecteert u het
voltage van de koppeling
(pagina
8. Als u een elektromagnetische aandrijfeenheid hebt, selecteert u het voltage
van de omloopklep
(pagina
15).
9. Schakel zo nodig de Shadow Drive in
10. Kalibreer het roer
(pagina
15).
11. Als u een aandrijfeenheid van een andere leverancier hebt, stelt u de
aandrijfeenheid af
(pagina
16).
12. Test de stuurrichting
(pagina
13. Selecteer de snelheidsbron en controleer de tachometer, als u een speedboot
hebt
(pagina
16).
14. Bekijk de resultaten van de wizard
De Dockside Wizard starten
1. Selecteer een optie nadat u de eerste configuratie hebt voltooid:
•
Als de Dockside Wizard automatisch start, ga dan verder met stap 2.
•
Als de Dockside Wizard niet automatisch start, selecteer dan
achtereenvolgens Menu > Setup > Dealer Autopilot Configuration >
Wizards > Dockside Wizard.
2. Selecteer Begin.
Het type aandrijfeenheid selecteren
Als u een Garmin-aandrijfeenheid van klasse A hebt, selecteert u Class A.
•
•
Als u een Garmin-aandrijfeenheid van klasse B hebt, selecteert u Class B.
Als u een elektromagnetische aandrijfeenheid hebt, selecteert u Solenoid.
•
•
Als u een andere aandrijfeenheid hebt, selecteert u Other.
GHP 12 - Installatie-instructies
Opmerking
Opmerking
15).
(pagina
15).
15).
15).
(pagina
15).
16).
(pagina
16).
Het voltage van de aandrijfeenheid selecteren
Als u een onjuist voltage invoert voor uw aandrijfeenheid van een andere
leverancier, kunt u de aandrijfeenheid beschadigen.
OPMERKING: Deze instelling is alleen van toepassing op (andere)
aandrijfeenheden van andere leveranciers.
1. Raadpleeg de fabrikant van uw andere aandrijfeenheid om het voltage te
bepalen.
2. Selecteer het voor de motor van uw aandrijfeenheid goedgekeurde voltage.
Het voltage van de koppeling selecteren
Als u een onjuist voltage invoert voor de koppeling van uw aandrijfeenheid van
een andere leverancier, kunt u de aandrijfeenheid beschadigen.
OPMERKING: Deze instelling is alleen van toepassing op (andere)
aandrijfeenheden van andere leveranciers.
1. Raadpleeg de fabrikant van uw andere aandrijfeenheid om het voltage van de
koppeling te bepalen.
2. Selecteer het voor de koppeling van uw aandrijfeenheid goedgekeurde
voltage.
Het voltage van een elektromagnetische aandrijfeenheid bepalen
Als u een onjuist voltage invoert voor uw aandrijfeenheid van een andere
leverancier, kunt u de aandrijfeenheid beschadigen.
OPMERKING: Deze instelling is alleen van toepassing op elektromagnetische
aandrijfeenheden.
1. Raadpleeg de fabrikant van de elektromagnetische aandrijfeenheid van een
andere leverancier om het voltage te bepalen.
2. Selecteer het voor uw elektromagnetische aandrijfeenheid goedgekeurde
voltage.
Het voltage van de omloopklep selecteren
OPMERKING: Deze instelling is alleen van toepassing op elektromagnetische
aandrijfeenheden.
1. Raadpleeg de fabrikant van de elektromagnetische aandrijfeenheid van een
andere leverancier om het voltage van de omloopklep te bepalen.
2. Selecteer het voor de omloopklep van uw elektromagnetische aandrijfeenheid
goedgekeurde voltage.
De Shadow Drive inschakelen
Als u de GHP 12 hebt geïnstalleerd op een boot met hydraulische stuurinrichting,
kunt u een Garmin Shadow Drive installeren (los verkrijgbaar -
•
Selecteer No als u geen Shadow Drive hebt geïnstalleerd.
•
Selecteer Yes als u wel een Shadow Drive hebt geïnstalleerd
Het roer kalibreren
OPMERKING: Als tijdens deze stappen een foutmelding wordt gegeven,
kan de roerpositiefeedbacksensor zijn limiet hebben bereikt. Controleer of de
feedbacksensor correct is geïnstalleerd. Indien het probleem zich blijft voordoen,
kunt u deze fout omzeilen door het roer in de uiterste stand te zetten waarbij er
geen fout wordt gemeld.
1. Plaats het roer zodanig dat de boot volledig naar stuurboord zou varen en
selecteer OK.
2. Nadat de stuurboordkalibratie is voltooid, plaatst u het roer zodanig dat de
boot volledig naar bakboord zou varen en selecteert u OK.
3. Nadat de bakboordkalibratie is voltooid, plaatst u het roer in de centrale
stand, laat u het roer los en selecteert u Begin.
De stuurautomaat neemt de besturing van het roer over.
4. Wacht totdat de stuurautomaat het roer heeft gekalibreerd.
5. Selecteer een optie:
•
Indien het kalibratieproces met succes is voltooid, selecteert u OK.
•
Indien het kalibratieproces niet met succes is voltooid, herhaalt u stap
1 t/m 4.
Opmerking
Opmerking
Opmerking
pagina
3).
(pagina
6).
15