4. Verbind de arm met de duimschroef, terwijl de kabels recht omlaag hangen.
De kabels moeten recht omlaag hangen, anders kan de CCU uw koers niet
nauwkeurig bepalen.
5. Draai de duimschroef handmatig aan tot de CCU stevig vastzit in de
montagesteun.
Draai de duimschroef niet te strak aan.
De CCu aansluiten
1. Leid de CCU/ECU-kabelconnector naar de ECU en sluit de kabel aan.
2. Leid de draden uit het blanke draaduiteinde van de kabel naar de CCU/ECU-
verbindingskabel.
•
Leid de rode en blauwe draden naar de locatie waar u het alarm wilt gaan
installeren
(pagina
11).
Als de kabel niet lang genoeg is, kunt u de betreffende draden verlengen
door middel van een draad met een dikte van 0,08 mm
•
Leid de gele draad naar de locatie waar u de GHC 20 wilt installeren
(pagina
11).
Als de kabel niet lang genoeg is, kunt u de gele draad verlengen door
middel van een draad met een dikte van 0,33 mm
3. Snij de uitstekende blanke draden af en plak deze af; deze worden niet
gebruikt.
Het alarm installeren
Het alarm geeft waarschuwingstonen in geval van belangrijke gebeurtenissen
op de GHP 12. Het alarm moet in de buurt van de stuurinrichting worden
geïnstalleerd.
Het alarm monteren
Voordat u het alarm kunt monteren, moet u een montagelocatie selecteren
(pagina
5).
Bevestig het alarm met kabelbinders of andere geschikte
bevestigingsmaterialen (niet bijgeleverd).
Het alarm aansluiten
1. Leid de alarmkabel naar het blanke uiteinde van de CCU/ECU-kabel.
Als de kabel niet lang genoeg is, kunt u de betreffende draden verlengen door
middel van een draad met een dikte van 0,08 mm
2. Verbind de kabels op basis van de onderstaande tabel.
Draadkleur van
Draadkleur van CCu/eCu-
alarm
verbindingskabel
Wit (+)
Rood (+)
Zwart (-)
Blauw (-)
3. Soldeer en bedek alle blanke draaduiteinden.
De GHC 20 installeren
Installeer de GHC 20 door deze in te bouwen in het dashboard bij de
stuurinrichting en aan te sluiten op de gele draad uit de CCU/ECU-kabel en een
NMEA 2000-netwerk.
U kunt de geavanceerde functies van de GHP 12 gebruiken als u optionele NMEA
2000-compatibele of NMEA 0183-compatibele apparaten, zoals een windsensor,
watersnelheidsensor of GPS-toestel, aansluit op het NMEA 2000-netwerk of op
de GHC 20 via NMEA 0183.
GHP 12 - Installatie-instructies
(28 AWG).
2
(22 AWG).
2
( 28 AWG).
2
De GHC 20 monteren
Het temperatuurbereik voor de GHC 20 is -15 °C tot 70 °C (5 °F tot 158 °F).
Lange blootstelling aan temperaturen die buiten dit bereik vallen (in de opslag of
in bedrijf) kan storingen in het LCD-scherm of andere onderdelen veroorzaken.
Dergelijke defecten en de gevolgen daarvan vallen niet onder de beperkte
garantie van de fabrikant.
Als u de GHC 20 op glasvezel monteert, is het raadzaam om bij het boren van de
vier gaten met een kleine verzinkboor alleen in de bovenste gellaag een kleine
verdieping aan te brengen. U voorkomt hiermee dat er scheuren in de gellaag
ontstaan als de schroeven worden aangedraaid.
Roestvrijstalen schroeven kunnen zich gaan binden wanneer ze in het glasvezel
worden geschroefd en te strak worden aangedraaid. Garmin raadt het aanbrengen
van zuurvrij smeermiddel op roestvrijstalen schroeven aan voordat u deze
installeert, om te voorkomen dat ze gaan vastzitten.
Voordat u de GHC 20 gaat monteren, moet u eerst een geschikte montagelocatie
selecteren
(pagina
5).
1. Snij de montagesjabloon uit en controleer of deze past op de locatie waar u de
GHC 20 wilt gaan installeren.
De montagesjabloon bevindt zich in de productverpakking en maakt geen
deel uit van deze instructies.
De montagesjabloon heeft een zelfklevende achterzijde.
2. Verwijder de beschermende folie van de zelfklevende achterzijde van de
sjabloon en breng deze aan op de locatie waar u de GHC 20 wilt gaan
installeren.
3. Als u de opening wilt maken met een decoupeerzaag in plaats van met een
gatenzaag voor 90 mm (3,5 inch), moet u een bitje van 10 mm (
gebruiken om een gat te boren zoals aangegeven op de sjabloon om een
startpunt voor het zagen te maken.
4. Zaag met behulp van de figuurzaag of de gatenzaag van 90 mm (3,5 inch)
het montageoppervlak langs de binnenzijde van de stippellijn op de
montagesjabloon.
5. Gebruik indien nodig een vijl en schuurpapier om de gatgrootte te verfijnen.
6. Plaats de GHC 20 in de uitsparing om er zeker van te zijn dat de vier
montagegaten correct zijn.
7. Selecteer een optie:
•
Als de montagegaten correct zijn, ga dan verder met stap 8.
•
Als de montagegaten niet correct zijn, markeer dan de juiste locaties voor
de vier montagegaten.
8. Verwijder de GHC 20 uit de uitsparing.
9. Boor vier gaten van 2,8 mm (
Gebruik, zoals aanbevolen in de opmerking, een verzinkboor als u de
GHC 20 op glasvezel monteert.
10. Verwijder het restant van de sjabloon.
11. Plaats de meegeleverde pakking aan de achterkant van het apparaat en breng
rond de pakking watervaste kit aan. Dit voorkomt waterschade achter het
dashboard.
12. Plaats de GHC 20 in de uitsparing.
13. Zet de GHC 20 met de bijgeleverde schroeven goed vast op het
montageoppervlak.
Gebruik, zoals aanbevolen in de opmerking, zuurvrij smeermiddel als u de
GHC 20 op glasvezel monteert.
Opmerking
/
inch).
7
64
/
inch)
3
8
11