10 Storingen in comfort
In de meeste gevallen merkt de bedieningsmodule een
storing op, wordt dit met alarmmeldingen aangegeven
en worden er aanwijzingen op het display weergegeven
om het probleem te verhelpen. Raadpleeg "Alarm behe-
ren" voor informatie over het beheren van alarmmeldin-
gen. Indien de storing niet wordt weergegeven op het
display of als het display niet wordt verlicht, kunt u de
volgende gids voor het oplossen van problemen gebrui-
ken.
Lagedrukalarm
alarm
info / handeling
alarm resetten
hulpmodus
Bij een alarm is er een bepaalde storing opgetreden, wat
wordt aangegeven doordat de statuslamp van constant
groen nu constant rood gaat branden. Daarnaast ver-
schijnt er een alarmbelletje in het informatievenster.
Alarm
Bij een alarm met een rode statuslamp is er een storing
opgetreden die de warmtepomp en/of regelmodule
niet zelf kan verhelpen. Op het display kunt u, door de
selectieknop te verdraaien en op de OK-toets te drukken,
het type alarm bekijken en het alarm resetten. U kunt er
ook voor kiezen om de installatie in te stellen op hulpmo-
dus.
info / handeling Hier kunt u lezen wat het alarm bete-
kent en krijgt u tips voor het verhelpen van het probleem
dat het alarm heeft veroorzaakt.
alarm resetten In veel gevallen is het voldoende om
"alarm resetten" te selecteren om het product te laten
terugkeren naar normaal bedrijf. Als er een groene lamp
gaat branden na het selecteren van "alarm resetten", is
het alarm verholpen. Als er nog steeds een rode lamp
brandt en een menu met de naam "alarm" zichtbaar is
op het display, is het probleem dat het alarm heeft ver-
oorzaakt nog steeds aanwezig. Als het alarm verdwijnt
en terugkeert, zie dan het hoofdstuk over het oplossen
van problemen (pagina 55).
hulpmodus "hulpmodus" is een type noodstand. Dit
betekent dat de installatie warmte en/of warmtapwater
produceert ondanks het feit dat er een probleem is. Dit
kan betekenen dat de compressor van de warmtepomp
niet draait. In dit geval produceert de elektrische bijver-
warming warmte en/of warmtapwater.
Voorzichtig!
Om hulpmodus te selecteren, moet een
alarmhandeling worden gekozen in menu
5.1.4.
SMO 40
LET OP!
Het selecteren van "hulpmodus" is iets anders
dan het verhelpen van het probleem dat het
alarm heeft veroorzaakt. De statuslamp blijft
daarom rood.
Problemen oplossen
Indien de bedrijfsstoring niet wordt weergegeven op
het display, kunt u de volgende adviezen opvolgen:
Basishandelingen
Controleer eerst de volgende zaken:
De stand van de schakelaar (SF1) .
■
Groeps- en hoofdzekeringen van de woning.
■
De aardlekschakelaar van de woning.
■
De automatische zekering van de regelmodule (FA1).
■
Juist ingestelde laadmonitor (indien geïnstalleerd).
■
Lage temperatuur of geen warmtapwater
Dit deel van het hoofdstuk over probleemoplossing is
alleen van toepassing als de boiler is geïnstalleerd in het
systeem.
Gesloten of gesmoorde vulklep voor het warmtapwa-
■
ter.
Open de afsluiter.
–
Mengklep (als er één geïnstalleerd is) te laag ingesteld.
■
Stel de mengklep af.
–
Regelmodule in onjuiste bedrijfsstand.
■
Indien de modus "handmatig" geselecteerd is, selec-
–
teert u "addition".
Groot warmtapwaterverbruik.
■
Wacht totdat het warmtapwater is verwarmd. U
–
kunt een tijdelijk vergrote warmtapwatercapaciteit
(tijdelijk in luxe) activeren in menu 2.1.
Te lage warmtapwaterinstelling.
■
Open menu 2.2 en selecteer een hogere comfortmo-
–
dus.
Te lage of niet werkende priorisering van warmtapwa-
■
ter.
Open menu 4.9.1 en verhoog de tijd waarop het
–
warmtapwater prioriteit moet krijgen.
Lage kamertemperatuur
Gesloten thermostaten in meerdere kamers.
■
Zet de thermostaten in zoveel mogelijk kamers op
–
maximaal. Stel de kamertemperatuur af via menu
1.1 in plaats van de thermostaten te smoren.
Hoofdstuk 10 |
Storingen in comfort
55