Mogelijke keuze AUX-uitgang (potentiaalvrij,
variabel relais)
De mogelijkheid bestaat om een externe aansluiting te
realiseren met de relaisfunctie via een potentiaalvrij va-
riabel relais (max. 2 A bij weerstandsbelasting) op klem-
menstrook X7 op de ingangskaart (AA3).
Optionele functies externe aansluiting:
Indicatie zoemeralarm. De functie geeft signalen af
■
terwijl een constant alarm wordt aangegeven door de
bedieningsmodule.
Indicatie koelmodus. Voor deze optie moet een of
■
andere koelfunctie worden geactiveerd. De functie
geeft signalen af als het systeem koeling toestaat en
kan worden gebruikt om bijvoorbeeld externe pompen
aan te sturen.
Actieve koeling (4-leiding). Voor deze optie moet een
■
of andere koelfunctie worden geactiveerd. De optie
kan worden gebruikt voor eenvoudige systemen met
4 leidingen (een buiteneenheid). De functie geeft sig-
nalen af als een aangesloten warmtepomp koeling
produceert terwijl er geen andere vragen zijn en koe-
ling is toegestaan. Deze functie kan worden gebruikt
voor aansturing van de wisselklep voor koeling EP25-
QN12.
LET OP!
Met deze optie wordt de laadpomp (GP12)
altijd aangestuurd in bedrijfsstand "auto",
hetgeen betekent dat de pomp draait als de
wisselklep (QN12) naar het koelsysteem toe
staat.
Externe circulatiepomp verwarmingssysteem. De
■
functie geeft signalen af als een externe circulatiepomp
(GP10) moet worden aangestuurd volgens de instellin-
gen voor de bedrijfsstand.
Regeling circulatiepomp warmtapwatercirculatie. De
■
functie geeft signalen af als een circulatiepomp voor
de warmtapwatercirculatie (GP11) moet worden
aangestuurd volgens de instellingen in menu "warm-
tapw.recirc." (2.9.2).
Vakantie-indicatie.
■
Als een van bovenstaande zaken geïnstalleerd is op
klemmenstrook X7 op de ingangskaart (AA3), moet de
functie worden geselecteerd in menu 5.4.
Het hoofdalarm is af fabriek als basisinstelling geselec-
teerd.
Voorzichtig!
Als klemmenstrook X7 is geactiveerd als de in-
dicator van het hoofdalarm, is er wellicht een
accessoirekaart nodig voor aanvullende func-
ties. (zie pagina 57).
SMO 40
1 2
3
4
L N
1
1
0
PE
2
3 4
AA3-X7
LEK
De afbeelding toont de relais in de alarmstand.
Met schakelaar (SF1) in stand " " of " " staat het relais
in de alarmstand.
Hoofdstuk 5 |
Externt
Extern
SMO 40
SMO
AA3-X7
NC
NO
C
Elektrische aansluitingen
29