Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Menu 5.1 - Bedrijfsinstellingen; Menu 5.1.1 - Warmwaterinstellingen - Nibe SMO 40 Handleiding Voor Installateur

Regelmodule
Verberg thumbnails Zie ook voor SMO 40:
Inhoudsopgave

Advertenties

Ga naar het hoofdmenu en houd de knop Terug 7 secon-
den ingedrukt om naar het Servicemenu te gaan.
Submenu's
Menu
SERVICE
heeft oranje tekst en is bedoeld voor
gevorderde gebruikers. Dit menu heeft meerdere sub-
menu's. U vindt de statusinformatie van het betreffende
menu op het display aan de rechterkant van de menu´s.
bedrijfsinstellingen
module.
systeeminstellingen
module, activeren van accessoires enz.
instellingen accessoire
lende accessoires.
in-/uitgangen software
in- en uitgangen op ingangskaart (AA3) en klemmen-
strook (X2).
service fabriekinstelling
(inclusief instellingen die beschikbaar zijn voor de gebrui-
ker) naar standaardwaarden.
geforceerde regeling
schillende componenten in de binnenmodule.
startgids
Handmatige start van de startgids die de eerste
keer wordt gebruikt wanneer de regelmodule wordt
gestart.
snelstart
Snelstarten van de compressor.
Voorzichtig!
Onjuiste instellingen in de servicemenu's kun-
nen schade aan de installatie veroorzaken.

Menu 5.1 - bedrijfsinstellingen

Bedrijfsinstellingen voor de regelmodule kunnen in de
submenu's worden doorgevoerd.

Menu 5.1.1 - warmwaterinstellingen

zuinig
Instelbereik starttemp. eco: 5 – 55 °C
Fabrieksinstelling starttemp. eco: 42 °C
Instelbereik stoptemp. eco: 5 – 60 °C
Fabrieksinstelling stoptemp. eco: 48 °C
normaal
Instelbereik starttemp. normaal: 5 – 60 °C
Fabrieksinstelling starttemp. normaal: 46 °C
Instelbereik stoptemp. normaal: 5 – 65 °C
Fabrieksinstelling stoptemp. normaal: 50 °C
luxe
Instelbereik starttemp. luxe: 5 – 70 °C
Fabrieksinstelling starttemp. luxe: 49 °C
Instelbereik stoptemp. luxe: 5 – 70 °C
Fabrieksinstelling stoptemp. luxe: 53 °C
42
Hoofdstuk 8 |
Bediening
Bedrijfsinstellingen voor de regel-
Systeeminstellingen voor de regel-
Bedrijfsinstellingen voor verschil-
Instellen van softwaregestuurde
Totale reset van alle instellingen
Gedwongen regeling van de ver-
stoptemp. per. verhoging
Instelbereik: 55 – 70 °C
Fabrieksinstelling: 55 °C
stapverschil compressors
Instelbereik: 0,5 – 4,0 °C
Fabrieksinstelling: 1,0 °C
laadmethode
Instelbereik: doeltemp., delta temp.
Standaardwaarde: delta temp.
Hier stelt u naast de start- en stoptemperatuur van het
warmtapwater voor de verschillende comfortopties in
menu 2.2 ook de stoptemperatuur voor periodieke ver-
hogingen in menu 2.9.1.
Hier selecteert u de laadmethode voor warmtapwater-
gebruik. "delta temp." wordt aanbevolen voor boilers
met laadspiraal, "doeltemp." voor boilers met dubbele
mantel en boilers met warmtapwaterspiraal.
Menu 5.1.2 - max. aanvoertemp.
afgiftesysteem
Instelbereik: 5-70 °C
Standaardwaarde: 60 °C
Stel hier de maximale aanvoertemperatuur in voor het
afgiftesysteem. Indien de installatie meerdere klimaat-
systemen heeft, kunnen er afzonderlijke maximale aan-
voertemperaturen worden ingesteld voor ieder systeem.
Afgiftesystemen 2-8 kunnen niet worden ingesteld op
een hogere max. aanvoertemperatuur dan klimaatsys-
teem 1.
LET OP!
Vloerverwarmingssystemen worden normaal
gesproken
max. aanvoertemp.
sen 35 en 45 °C.
Controleer de max. vloertemperatuur bij de
leverancier van uw vloer.
Menu 5.1.3 - max. versch. aanvoertemp.
max. versch. compressor
Instelbereik: 1 – 25 °C
Standaardwaarde: 10 °C
max. versch. bijverwarming
Instelbereik: 1 – 24 °C
Standaardwaarde: 7 °C
Hier stelt u het maximale toegestane verschil in tussen
de berekende en de huidige aanvoertemperatuur tijdens
de compressor- of de bijverwarmingsmodus. Max. versch.
bijverwarming kan nooit hoger zijn dan max. versch.
compressor
ingesteld tus-
SMO 40

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave