Bougie controleren
1. Bekijk de binnenkant van de bougie (Fig. 26). Als de
isolator lichtbruin of grijs is, werkt de motor naar
behoren. Een zwarte laag op de isolator duidt meestal
op een vuil luchtfilter.
Belangrijk
Bougie nooit schoonmaken. Bougie altijd
vervangen bij zwarte laag op de bougie, versleten
elektroden, vettige laag op de bougie of scheuren.
2. Controleer de afstand tussen de centrale elektrode en de
massa-elektrode (Fig. 26). Verbuig de massa-elektrode
(Fig. 26) om de juiste afstand in te stellen indien dit
nodig is.
2
1
Figuur 26
1. Centrale elektrode met
isolator
2. Massa-elektrode
Bougie monteren
1. Monteer de bougie. Controleer of de elektrodenafstand
correct is.
2. Draai de bougie vast met een torsie van 41 Nm.
3. Druk de kabel op de bougie (Fig. 25).
Onderhoud van de
maaimessen
Zorg gedurende het hele maaiseizoen voor scherpe
maaimessen. Scherpe messen snijden het gras goed af
zonder het te scheuren of te kwetsen. Door scheuren en
kwetsen wordt het gras bruin aan de randen, waardoor het
langzamer groeit en gevoeliger is voor ziekten.
Controleer elke dag of de maaimessen scherp zijn en of ze
versleten of beschadigd zijn. Vijl regelmatig kerven en
inkepingen weg en slijp de messen indien dit nodig is. Als
een mes beschadigd of versleten is, moet u dit onmiddellijk
3
0,76 mm
m–3215
3. Elektrodenafstand (niet
op schaal weergegeven)
24
vervangen door een origineel TORO-mes. Om het slijpen
en vervangen te vergemakkelijken, is het handig extra
messen in voorraad te hebben.
Gevaar
Een versleten of beschadigd mes kan breken en een
stuk van het mes kan worden uitgeworpen in de
richting van de bestuurder of omstanders en
ernstig lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen.
Controleer op gezette tijden het maaimes op
slijtage of beschadigingen.
Vervang een versleten of beschadigd mes.
Voor controle en onderhoud van de
maaimessen
Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, schakel
de aftakas uit en zet de schakelhendels in de remstand. Zet
de motor af, verwijder het sleuteltje en maak de
bougiekabel(s) los van de bougie(s).
Messen controleren
1. Controleer de snijranden (Fig. 27). Als de randen niet
scherp zijn of bramen vertonen, moet u de maaimessen
verwijderen en slijpen; zie Maaimessen slijpen, blz. 25.
2. Controleer de messen, met name het gebogen deel
(Fig. 27). Als u beschadiging, slijtage of groefvorming
in dit deel constateert (punt 3 in Fig. 27), moet u het
mes direct vervangen.
Figuur 27
1. Snijrand
2. Gebogen deel
2
1
3
m–151
3. Slijtage/groefvorming