De voetsteun instellen
De voetsteun kan maar voren of naar achteren worden gezet
overeenkomstig de wensen van de bestuurder.
1. Til de voetsteun omhoog en plaats de stangen in de
overeenkomstig aangebrachte gaten (Fig. 15).
3
Figuur 15
1. Voetsteun
2. Stang
Motorkap verwijderen en
monteren
1. Om de motorkap te verwijderen, moet u de knoppen
losdraaien en daarna de motorkap naar achteren en
omhoog trekken (Fig. 16).
1
Figuur 16
1. Motorkap
2. Om de motorkap te monteren, moet u de haken in de
sleuven plaatsen en de motorkap naar voren schuiven
(Fig. 17).
3. Draai vervolgens de knoppen vast (Fig. 16).
1
2
3
m–6423
3. Gaten
2
m–6480
2. Knop
17
1
2
Figuur 17
1. Motorkap
Zijafvoer of fijnmaken van gras
Deze maaimachine kan gras fijnmaken (mulching) of
zijwaarts afvoeren. De machine wordt vanaf de fabriek
geleverd in de mulch-modus.
Gevaar
Zonder aangebrachte grasgeleider, afvoerafsluiter
of complete grasvanger kunnen u of anderen in
aanraking met het maaimes of uitgeworpen
voorwerpen komen. Contact met draaiende
maaimes(sen) en uitgeworpen voorwerpen kan
lichamelijk letsel of de dood veroorzaken.
Verwijder de grasgeleider nooit van het maaidek
omdat hiermee het maaisel wordt afgevoerd
naar het gazon. Als de grasgeleider is be-
schadigd, moet u deze onmiddellijk vervangen.
Kom nooit met uw handen of voeten onder het
maaidek.
Probeer nooit het afvoersysteem of de maai-
messen te reinigen zonder eerst de aftakas uit te
schakelen en het contactsleuteltje op uit te
draaien. Verwijder tevens het sleuteltje en trek
de kabel van de bougie(s).
Het maaidek is uitgerust met een scharnierende gras-
geleider, die het maaisel zijwaarts en omlaag naar het gazon
afvoert als de machine in de zijafvoer-modus staat.
Om gemaaid gras fijn te maken, moet u eerst de afvoer-
afsluiter in de opening aan de zijkant van de maaimachine
plaatsen; zie Afvoerafsluiter monteren, blz. 18.
m–6479
2. Haak