Werking
1
1. Fitting
2. Doorspoelplug
DMU36961
Motorkap installeren
1.
Vergewis u ervan dat alle drie de motor-
kapvergrendelhendels ontgrendeld zijn.
2.
Vergewis u ervan dat de rubberen dich-
ting overal correct zit.
3.
Plaats de kap op de dichting.
4.
Controleer of de rubberen dichting cor-
rect zit over de volledige omtrek van de
motor.
5.
Beweeg de hendels zoals getoond om de
motorkap te vergrendelen. OPGELET:
Als de motorkap niet correct wordt
geïnstalleerd, kan er water onder de
kap terechtkomen en de motor be-
schadigen, of kan de motorkap weg-
vliegen bij hoge snelheden.
45
2
ZMU06166
[DCM01990]
ZMU06131
Controleer na de motorkap te hebben aange-
bracht of ze goed op haar plaats zit door er
met twee handen op te duwen. Als de motor-
kap los zit, dient u ze te laten herstellen door
uw Yamaha-dealer.
DMU34581
Trim- en kantelbekrachtigingssys-
teem
DWM01930
WAARSCHUWING
Kom nooit onder het staartstuk als het
G
gekanteld is, zelfs niet als de kantel-
steunhendel vergrendeld is. Als de bui-
tenboordmotor per ongeluk valt, kunt u
ernstig gewond raken.
Er kunnen lichaamsdelen worden ver-
G
pletterd tussen de motor en de klembeu-
gel wanneer de motor wordt getrimd of
gekanteld.
Ga na of er zich niemand in de buurt van
G
de buitenboordmotor bevindt alvorens
deze controle uit te voeren.
1.
Controleer de trim- en kantelbekrachti-
gingseenheid op tekenen van olielekken.
2.
Bedien alle trim- en kantelbekrachtigings-
schakelaars om na te gaan of al de scha-
kelaars werken.
3.
Kantel de buitenboordmotor naar boven
en controleer of de trim- en kantelstang
volledig naar buiten wordt geduwd.
ZMU06132