Bijlage
72/76
7.3
Equivalentiecodebereik
Voorbeeld voor de berekening van het equivalentiecodebereik (1) zie
sticker lampbezetting:
is de equivalentiecode van de lamp waarmee het apparaat tijdens de model-
keuring is uitgerust,
dan wordt het equivalentiecodebereik waarmee het apparaat moet worden
gekenmerkt als volgt berekend:
onderste waarde van het X-bereik: 0,75 x 47 = 35,25
onderste waarde van het Y-bereik: 0,85 x 3,2 = 2,72
bovenste waarde van het Y-bereik: 1,15 x 3,2 = 3,68
X wordt op het volgende hele cijfer afgerond, Y wordt op de eerste decimale
plaats achter de komma afgerond. Het equivalentiecodebereik voor fluores-
centielampen is dan:
7.3.1
Beschrijving van de equivalentiecode voor
UV-fluorescentielampen
De equivalentiecode voor UV-fluorescentielampen voor het bruinen zoals
deze uitgebreid in de IEC 61228 wordt beschreven en die leesbaar en per-
manent op de lamp is gekenmerkt, wordt hierna beschreven.
De equivalentiecode heeft de volgende opbouw:
wattcijfer-code reflectortype-UV-code.
De volgende reflectortypecodes moeten bij de equivalentiecode worden ge-
bruikt:
O bij lampen zonder reflector;
B bij lampen met een brede reflectorhoek
N bij lampen met een nauwere reflectorhoek
R bij lampen met een gebruikelijke reflectorhoek
100–R–47/3,2
100–R–(35-47)/(2,7-3,7)
> 230°;
< 200°;
200° 230°.