05/2013
1007230-02
2.6.3
Opstellingsplaats
De zonnebank mag niet in de open lucht worden gebruikt.
Bij hoogtes van meer dan 2000 meter boven zeeniveau (N.N.) is een ombouw
noodzakelijk om een storingsvrij gebruik te kunnen garanderen. Neem abso-
luut contact op met de klantenservice vóór inbedrijfstelling (zie pagina 2).
2.7
Inbedrijfstelling
De eerste inbedrijfstelling vindt plaats door de eigen klantendienst van de
fabrikant of door een geautoriseerde klantendienst. Het apparaat wordt be-
drijfsklaar overgedragen.
Wanneer het apparaat langere tijd niet werd gebruikt moet het voor de her-
nieuwde inbedrijfstelling door onze klantendienst of een erkend vakbedrijf
worden gecontroleerd.
Het apparaat wordt toegepast met een externe timer.
Een timer moet dusdanig geconstrueerd zijn dat het apparaat, ook als de
besturing uitvalt, op zijn laatst na < 110 % van de gekozen looptijd automa-
tisch wordt uitgeschakeld. De looptijd van het apparaat moet tweevoudig via
een tijdbesturing overeenkomstig EN 60335-2-27 beveiligd zijn.
Afhankelijk van de plaatselijke elektriciteitsmaatschappij kunnen de apparaten
storingen veroorzaken in het elektriciteitsnet van het gebouw, die een nega-
tieve invloed kunnen hebben op het distributiesysteem (TRA) van de elektrici-
teitsmaatschappij. Hierdoor kan bv. de werking van het nachttariefsysteem
worden verstoord.
Indien er door het gebruik van de apparaten storingen optreden, dient de
exploitant ervoor te zorgen dat er in de elektrische installatie van het gebouw
een audiofrequentiefilter wordt ingebouwd. Neem daarvoor contact op met uw
elektrische installateur. Deze elektrische installateur is op de hoogte van de
technische aansluitvoorwaarden van uw elektriciteitsmaatschappij, zodat het
audiofrequentiefilter kan worden aangepast aan het elektriciteitsnet van uw
elektriciteitsleverancier.
2.8
Bediening en onderhoud
Foutvrije bediening, onderhoud en reparatie zijn de voorwaarden dat tijdens
de werking de gezondheid en de veiligheid van de gebruiker niet in gevaar
worden gebracht en het functievermogen van het apparaat voor een storing-
vrije werking wordt gewaarborgd.
Neem de gegevens en adviezen in deze gebruiksaanwijzing in acht. Let erop
dat de intervallen voor de inspectie, onderhoud en reparatie worden aange-
houden. Zorg ervoor dat de lampen na de aangegeven gebruiksduur worden
vervangen.
Eigenmachtige verbouwingen en veranderingen aan het apparaat of de be-
sturing zijn niet toegestaan. Bij niet-inachtneming vervalt de bedrijfsvergun-
ning!
Informatie voor de exploitant
Gebruiksaanwijzing – 11/76