Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Modus Gereduceerde Functionaliteit; Modus Systeemstoring - Brigade SSP-6000W Installatie- En Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

1
Inleiding
1.3.2 Vertical Detection Pattern
SSP-00HSS-B (zwarte sensor) verticaal detectiepatroon (cm).
SSP-00HSS-W (witte sensor) verticaal detectiepatroon (cm).
10
1.4
Classificatie als bewegend of stationair
De classificatie van bewegende en stationaire objecten naast het voertuig is afhankelijk van de
relatieve beweging tussen het voertuig en het object. Classificatie als stationair of bewegend
beïnvloedt de alarmstatus zoals beschreven in de Sectie 1.1.
Om te garanderen dat visuele en/of akoestische alarmen nuttig zijn voor de bestuurder, zal het
systeem voetgangers of andere kwetsbare weggebruikers niet classificeren als bewegende
objecten, indien zij met een aanzienlijk hogere snelheid worden ingehaald. Als het
snelheidsverschil wijzigt (doordat het voertuig afremt of de snelheid van kwetsbare
weggebruikers toeneemt), wordt het object opnieuw geclassificeerd als bewegend. Alarmen
voor voorspelde botsingen worden in beide gevallen nog steeds gegeven.
1.5

Modus Gereduceerde functionaliteit

Als er een storing wordt gedetecteerd, maar er nog steeds voldoende elementen van het systeem
operationeel zijn, zal Sidescan
Predict terugkeren naar het gedrag van een niet-voorspellend
®
Sidescan systeem, met een bereik van 1,0 meter. Geluidsalarmen worden voor elk object binnen
1,0 meter van een werkende sensor afgegeven. Modus Gereduceerde functionaliteit blijft actief
totdat de storing(en) is/zijn opgelost, en biedt bepaalde functionaliteit om botsingen te
voorkomen. De storing(en) moeten worden opgelost om het systeem weer volledig te laten
functioneren.
Hier zijn verschillende mogelijke oorzaken voor, zoals beschreven in "Testen en onderhoud"
(Sectie 7), maar als dit het gevolg is van defecte of losgekoppelde sensor(en), wordt dit
aangegeven door pieptonen bij het opstarten. Het aantal pieptonen geeft het aantal defecte of
losgekoppelde sensoren aan.
De LED voeding/storing brandt amber om een storingsstatus aan te geven. De uitgangstriggers
3 en 4 worden geactiveerd en uitgangstrigger 2 wordt altijd gedeactiveerd. De uitgangstrigger 1
blijft normaal geactiveerd op basis van indicatorsignalen.
Als de modus Gereduceerde functionaliteit actief is, is de geïnstalleerde zij-indicator van het
voertuig ingeschakeld. Ligt de snelheid onder 30 km/u (18.6 mph) dan wordt er een
continue geluidswaarschuwing afgegeven en een ononderbroken gele visuele waarschuwing
weergegeven voor elk object binnen 0,6 meter van een werkende sensor. Er wordt een
geluidswaarschuwing van 4 bps afgegeven en een gele knipperende visuele waarschuwing
weergegeven voor elk object binnen 0,6 tot 1,0 meter van een werkende sensor. Dit vindt plaats
ongeacht het aantal defecte sensoren.
1.6

Modus Systeemstoring

Als er een storing in het systeem wordt gedetecteerd en er onvoldoende vertrouwen is om de
modus Gereduceerde functionaliteit te activeren, wordt de modus Systeemstoring geactiveerd.
Hier zijn verschillende mogelijke oorzaken voor zoals beschreven in "Testen en Onderhoud"
(Sectie 7).
De LED voeding/storing brandt amber om een storingsstatus aan te geven en er worden geen
alarmen afgegeven. De uitgangstriggers 2, 3 en 4 worden altijd geactiveerd. De uitgangstrigger
1 blijft normaal geactiveerd op basis van indicatorsignalen
.
11

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave