1
Inleiding
Het Sidescan
Predict-systeem is ontworpen om de bestuurder te waarschuwen voor gevaarlijke
®
situaties met objecten in de dode hoek, terwijl objecten die geen risico vormen door het voertuig
worden genegeerd. Het systeem heeft een bereik van 2,5 meter vanaf de zijkant van het voertuig
en het omvat het gevaarlijkste gebied zonder tussenruimten. Het systeem is actief ongeacht of
de indicator aan of uit is en schakelt uit boven 30 km/u. Het systeem maakt gebruik van een
combinatie van ultrasoonsensoren, triggers voor de voertuigindicator/achteruitrijden en
bewaking van de voertuigbeweging om het gevarenniveau te bepalen, voordat de bestuurder
wordt gewaarschuwd.
Het installatieproces voor de Sidescan
®
garanderen dat de resulterende systeeminstallatie correct werkt. Een incorrecte installatie
reduceert de effectiviteit van het systeem bij het voorkomen van botsingen en leidt tot meer
ongewenste alarmen. Conformiteit met enige standaard wordt niet gegarandeerd en is afhankelijk
van de gebruikte systeemconfiguratie.
Sidescan
Predict is ontworpen om te werken op bakwagens met een lengte van 5,2 meter of
®
meer. Voertuigen moeten uitgerust zijn met een tachograaf, die een transmissie-toerental-sensor
gebruikt en een B-uitgang levert om het systeem correct te laten werken.
Het systeem is alleen bedoeld als hulpmiddel. De gebruiker moet nog steeds opletten bij de
bediening van het voertuig, verkeersregels en plaatselijke voorschriften in acht nemen en zijn/
haar eigen training, zintuigen en andere hulpmiddelen van het voertuig zoals spiegels gebruiken,
net zoals hij of zij dat zou doen als het systeem niet beschikbaar was. Het is nog steeds de
verantwoordelijkheid van de bestuurder om het voertuig op de juiste en wettige manier te besturen.
1.1 Alarmuitgangen
De alarmuitgang op het Sidescan
Predict-zoemerdisplay is ontworpen om de bestuurder te
®
waarschuwen voor gevaar aan de geïnstalleerde zijde en om te waarschuwen bij systeemstoringen.
De zoemerdisplay heeft een visuele- en akoestische indicator zoals weergegeven:
Visueel alarm
Sidescan
4
Predict moet zorgvuldig worden opgevolgd om te
Volume Controle
Knoppen
Voeding/Fout LED
Predict zoemerdisplay
®
1.1.1 Alarmuitgangen tijdens gebruik van het voertuig
Het systeem gebruikt gegradueerde alarmniveaus, afhankelijk van het niveau van het gevaar.
Bewegende objecten activeren een visueel alarm, maar akoestische alarmen worden alleen
geactiveerd als het systeem een gevaarlijke situatie detecteert. Het doel is om gewenning en
irritatie van de bestuurder te minimaliseren, terwijl er toch voor wordt gezorgd dat er in gevaarlijke
situaties akoestische alarmen worden afgegeven. De verschillende alarmniveaus zijn hieronder
beschreven.
• Geen alarm: Er is geen visueel alarm wanneer er geen gevaar wordt gedetecteerd
aan de geïnstalleerde zijde van het voertuig. De LED voor voeding/storing brandt
groen om aan te geven dat het systeem actief is.
• Alarm Bewegend object (geen audio): Als er een bewegend object wordt gedetecteerd
aan de geïnstalleerde zijde, geeft het visuele alarm een ononderbroken gele
waarschuwing weer.
• Alarm Bewegend object vlakbij (geen audio): Als een bewegend object in de b uurt van
het voertuig wordt gedetecteerd terwijl het voertuig rijdt, geeft het visuele alarm een
knipperende gele waarschuwing weer.
• Alarm Gevaar voor botsing: Bij botsingsgevaar klinkt er een piepend alarm en knippert
het visuele alarm geel. "Gevaar voor botsing" wordt gedefinieerd in situaties waarin:
o
Een object van de achterkant naar de voorkant van het voertuig beweegt terwijl
het voertuig rijdt en wijst of draait naar de geïnstalleerde zijde.
o
Een object wordt binnen 0,5 meter van een sensor gedetecteerd, terwijl het
voertuig een bocht neemt.
o
Er een botsing wordt voorspeld binnen 1,5 - 2,5 seconden.
o
Het voertuig achteruitrijdt in een bocht en er een botsing wordt voorspeld b innen
1,5 seconden.
• Alarm Botsing voorspeld: Als er een botsing wordt voorspeld binnen 1,5 seconden en
het voertuig niet achteruitrijdt, klinkt er een hoog piepend alarm en knippert het visuele
alarm rood.
• Systeem uit: Als het voertuig met een snelheid van boven 30 km/u (18.6 mph) rijdt, wordt
het systeem uitgeschakeld en wordt er geen visuele of akoestische aanwijzing gegeven.
Er zijn twee extra statussen als het voertuig stilstaat, waarin het systeem specifieke
waarschuwingen zal geven.
• Alarm Stationair bewustzijn (geen audio): Als er zich binnen 1 meter van een sensor
objecten bevinden, stationair of bewegend, in de voorste 6 meter terwijl het voertuig
stilstaat en naar de geïnstalleerde kant wijzen, geeft het visuele alarm e en ononderbroken
gele waarschuwing weer.
• Alarm Stationaire waarschuwing: Indien een object binnen 1 meter van het voertuig
langs de geïnstalleerde zijde omhoog beweegt terwijl het voertuig stilstaat en naar de
geïnstalleerde zijde wijst, geeft het systeem één pieptoon af en het visuele alarm wordt
weergegeven on ononderbroken geel.
5