Inhoudsopgaves Inleiding Elektrische aansluitingen op het voertuig Alarmuitgangen 6.4.1 Voeding algoritme-ECU 1.1.1 Alarmuitgangen tijdens gebruik van het voertuig 6.4.2 Ingangstriggers en snelheidsingang 1.1.2 Alarmuitgangen voor installatie en onderhoud 6.4.3 Uitvoertriggers en integratie van extern alarm Detectiebereik en capaciteit 6.4.4 USB-connector Detectiepatroon Elektrische verbindingen tussen Sidescan Predict-componenten...
Inleiding 1.1.1 Alarmuitgangen tijdens gebruik van het voertuig Het Sidescan Predict-systeem is ontworpen om de bestuurder te waarschuwen voor gevaarlijke ® situaties met objecten in de dode hoek, terwijl objecten die geen risico vormen door het voertuig Het systeem gebruikt gegradueerde alarmniveaus, afhankelijk van het niveau van het gevaar. worden genegeerd. Het systeem heeft een bereik van 2,5 meter vanaf de zijkant van het voertuig Bewegende objecten activeren een visueel alarm, maar akoestische alarmen worden alleen en het omvat het gevaarlijkste gebied zonder tussenruimten. Het systeem is actief ongeacht of geactiveerd als het systeem een gevaarlijke situatie detecteert. Het doel is om gewenning en de indicator aan of uit is en schakelt uit boven 30 km/u. Het systeem maakt gebruik van een irritatie van de bestuurder te minimaliseren, terwijl er toch voor wordt gezorgd dat er in gevaarlijke combinatie van ultrasoonsensoren, triggers voor de voertuigindicator/achteruitrijden en situaties akoestische alarmen worden afgegeven. De verschillende alarmniveaus zijn hieronder bewaking van de voertuigbeweging om het gevarenniveau te bepalen, voordat de bestuurder beschreven. wordt gewaarschuwd. • Geen alarm: Er is geen visueel alarm wanneer er geen gevaar wordt gedetecteerd Het installatieproces voor de Sidescan Predict moet zorgvuldig worden opgevolgd om te ®...
Inleiding 1.1.2 Alarmuitgangen voor installatie en onderhoud Systeem- Voertuig- voeding/ Visueel Akoestisch Afbeelding status status storing alarm alarm Er zijn ook verschillende alarmstatussen om de status van het systeem weer te geven tijdens het opstarten, storingen of de configuratie. Geen alarm Alle Groen licht Geen licht Geen • Bij het opstarten van het systeem voert het zoemerdisplay de volgende opstartprocedure uit: Rode visuele waarschuwing -> Gele visuele waarschuwing -> Aan (groene LED). Elke visuele waarschuwing gaat gepaard met een pieptoon. Dit bevestigt dat de visuele en akoestische functies van het zoemerdisplay correct werken. Alarm Alle Geen licht Geel licht Geen • Als het systeem niet geconfigureerd is, brandt de LED voor voeding/storing rood.
Inleiding Detectiepatroon Systeemstatus Visueel Akoestisch Afbeelding voeding/ alarm alarm Deze sectie toont het detectiepatroon dat is gemeten met een paal van 110 mm als doel. storing Het werkelijke detectiepatroon varieert afhankelijk van het gebruikte doel. Geen Afwisselend Geen licht Geen > 1.3.1 Horizontaal detectiepatroon firmware/geen groen en zoemerbericht amber licht <...
Inleiding Classificatie als bewegend of stationair 1.3.2 Vertical Detection Pattern De classificatie van bewegende en stationaire objecten naast het voertuig is afhankelijk van de relatieve beweging tussen het voertuig en het object. Classificatie als stationair of bewegend beïnvloedt de alarmstatus zoals beschreven in de Sectie 1.1. Om te garanderen dat visuele en/of akoestische alarmen nuttig zijn voor de bestuurder, zal het systeem voetgangers of andere kwetsbare weggebruikers niet classificeren als bewegende objecten, indien zij met een aanzienlijk hogere snelheid worden ingehaald. Als het snelheidsverschil wijzigt (doordat het voertuig afremt of de snelheid van kwetsbare weggebruikers toeneemt), wordt het object opnieuw geclassificeerd als bewegend. Alarmen voor voorspelde botsingen worden in beide gevallen nog steeds gegeven. Modus Gereduceerde functionaliteit Als er een storing wordt gedetecteerd, maar er nog steeds voldoende elementen van het systeem operationeel zijn, zal Sidescan Predict terugkeren naar het gedrag van een niet-voorspellend ®...
Inhouds Volledige inhoudsopgave (in set met 6 sensoren) Deze sectie beschrijft de componenten van het Sidescan Predict-systeem. ® Hoofdsysteemcomponenten Part Image Mounting location Sidescan Predict- • IP30. ® SSP-1000-DPW SSP-1000-AI-ECU zoemerdisplay • Uitsluitend binnen de cabine Sidescan Predict-zoemerdisplay Sidescan Predict Algoritme ECU ® van het voertuig gemonteerd. ® • Moet duidelijk zichtbaar zijn voor de bestuurder, maar mag het zicht van de bestuurder niet verstoren.
Vóór de installatie Belangrijke opmerkingen Deze installatie heeft de afmetingen zoals weergegeven in de onderstaande tabel. Voertuiglengte (m) Voertuigbreedte (m) 2,36 B7-VERBINDING Installatiezijde ZORG ERVOOR DAT DE INGANGSDRAAD VOOR DE SNELHEIDSPULS IS Links AANGESLOTEN OP DE B7-UITGANG VAN DE TACHOGRAAF (NIET B8) Aantal sensoren Sensor horizontale afstand van voorzijde 0.36, 1.95, 3.42, 5.11, 6.55, 7.93 ONDERZOEK VOORAFGAAND AAN DE INSTALLATIE van voertuig (m) EEN ONDERZOEK VOORAFGAAND AAN DE INSTALLATIE WORDT TEN ZEERSTE...
BELANGRIJK: De sensoren moeten zoveel mogelijk gelijk met de zijkant van het voertuig worden gemonteerd om de kans op zelfdetectie van het voertuig zo klein mogelijk te maken. De configuratiesoftware kan worden gedownload van de Brigade-website, https://brigade-electronics.com/. BELANGRIJK: Sensoren mogen niet horizontaal naast een stuuras worden gemonteerd waar het wiel kan worden gedetecteerd.
Configuratiesoftware Installatie van het configuratieprogramma Bevestig de installatie en klik op “Volgende”. Download het installatiebestand van onze website. Voer het gedownloade installatiebestand uit op het apparaat dat voor de installatie wordt gebruikt. De installatiewizard wordt weergegeven. Selecteer “Volgende”. Installatie voltooid - klik op “Sluiten”. Ga akkoord met de licentieovereenkomst en klik op “Volgende”. Er verschijnt een snelkoppeling op het bureaublad.
De onderdelen van de gebruikersinterface zijn gedefinieerd in de onderstaande afbeelding. Gebruikt voor invoer van voertuig- en sensorgegevens. Gebruikt voor uitvoerweergave tijdens systeemtesten. 4.4.2.4 Visualisatievenster voor het systeem Geeft een grafische weergave van de huidige instelling weer, waarbij de lengte van het voertuig, de wielposities en -afmetingen en de sensorposities worden weergegeven. 4.4.2.5 ECU-verbindingsgebied Interface voor het aansluiten/loskoppelen van het algoritme-ECU en de besturingselementen voor het selecteren van COM-poorten. 4.4.3 Firmware-update Als de configuratiesoftware wordt aangesloten op het algoritme-ECU, wordt de huidige firmwareversie gecontroleerd. De configuratiesoftware die beschikbaar is op de Brigade-website zal de meest recente firmwareversie bevatten. Als er geen geldige firmware op het algoritme-ECU aanwezig is, toont de configuratiesoftware een dialoogvenster “Firmware bijwerken” om de gebruiker te informeren dat de firmware moet worden bijgewerkt: Components of the configuration software user interface. 4.4.2.1 Hoofdmenu Bestand: “Openen”, “Opslaan Als” en “Reset formulier” worden gebruikt voor invoerformulieren voor voertuig- en sensorgegevens. Met “Laatste configuratie” wordt de meest recente configuratie geladen. Met “Afsluiten” wordt het programma afgesloten. Bewerken: Met “Gegevens bewerken” worden vergrendelde invoerformulieren voor voertuig- en sensorgegevens ontgrendeld.
Configuratiesoftware Tutorial Systeemconfiguratie Als er geldige firmware op het algoritme-ECU aanwezig is, maar de configuratiesoftware een Deze sectie gaat stap voor stap door het installatieproces van de software. Volg de knoppen latere versie heeft, wordt het menu-onderdelen Firmware-update (Communicatie->Firmware in de voortgangsbalk van links naar rechts, beginnend bij “Voertuiggegevens” en eindigend bij verzenden) actief en het volgende dialoogvenster verschijnt: “Exporteren naar ECU”. Voortgangsbalk aan het begin van de installatie. Het algehele proces is als volgt: 1. Voer het voertuig- en sensorgegevens in met behulp van de invoerformulieren om de juiste sensorposities te bevestigen. Dit kan uitgevoerd worden zonder Sidescan Predict-hardware.
Tutorial Systeemconfiguratie Het voertuigdiagram zal horizontaal omslaan, afhankelijk van het feit of een installatie aan de rechter- of linkerkant is geselecteerd, en geeft de correcte zijde van het voertuig voor deze installatie weer. Als het formulier is gecontroleerd en voltooid, sla de voertuigconfiguratie op in een bestand door “Opslaan Als” in het bestandsmenu te selecteren. De bestandsextensie moet .bvc blijven. Eerder opgeslagen voertuigconfiguraties kunnen worden gebruikt door in het bestandsmenu op “Openen”...
Als de sensorposities door de configuratiesoftware zijn bevestigd als geldig, sla dan de sensorconfiguratie op. Laat de bestandsextensie als .bsc. Eerder opgeslagen sensorconfiguraties kunnen worden gebruikt door in het bestandsmenu op “Openen” te klikken. De knop Sensorgegevens bevat een groene lijn onder de knop, die aangeeft dat die fase is voltooid. Voortgangsbalk met voertuiggegevens en sensorgegevens voltooid. De hardware installeren Op dit punt zijn de invoerformulieren voertuig- en sensorgegevens voltooid. Het systeem vereist nu enkele testen die voltooid moeten worden om de correcte installatie te bevestigen. Bepaalde Regels voor sensorpositie testen zijn verplicht en sommige kunnen worden overgeslagen, maar Brigade raadt ten zeerste aan dat alle testen worden uitgevoerd om te bevestigen dat het systeem correct is geïnstalleerd. Invoerformulier sensorgegevens Om deze testen uit te voeren, moet de hardware in het voertuig worden geïnstalleerd en moeten Klik op de knop Sensorgegevens uiterst links van de voortgangsbalk. Dit opent het de sensoren met de juiste nummers worden geprogrammeerd. Voor meer informatie over de invoerformulier voor sensorgegevens. Selecteer eerst het aantal sensoren dat in de installatie hardware-installatie, zie Sectie 6. Voor specifieke informatie over het programmeren van de sensor, wordt gebruikt. Sensorafstand (vanaf de voorzijde van het voertuig) en hoogte (boven de grond) ga naar Sectie 6.8.
Tutorial Systeemconfiguratie Als de verbinding geslaagd is en bepaalde tests eerder zijn uitgevoerd in deze installatie, wordt Vanaf de voorkant van het voertuig moet de gebruiker naar elke sensor lopen en de hand op een het serienummer herkend en wordt in plaats daarvan het volgende bericht weergegeven. afstand van ongeveer 5-10 cm over sensor plaatsen om deze gedurende een of twee seconden te blokkeren. Het is niet nodig om de sensor aan te raken. Ga vervolgens naar de volgende sensor en herhaal dit totdat u uw hand over de laatste sensor hebt geplaatst. Er klinkt een hoorbare indicator via de PC als elke sensor is geactiveerd. Keer terug naar de configuratiesoftware en de volgorde van de sensoren wordt weergegeven. De volgorde moet numeriek correct zijn, bijv. 1, 2, 3, 4, 5, 6 voor een installatie met 6 sensoren. Als de sensoren niet in de juiste volgorde staan, kunnen ze worden verwisseld of met het handgereedschap opnieuw worden geprogrammeerd.
Tutorial Systeemconfiguratie Als het algoritme-ECU zich binnen 10 graden verticaal bevindt, wordt er een Om de oorzaak van een storing te diagnosticeren, kan de diagnosemodus (zie Sectie 7.2.4) groene pijl weergegeven in het paneel aan de linkerkant. worden gebruikt om de uitvoer van het systeem te registreren. Richtlijnen betreffende sensorplaatsing en -montage (zie Sectie 6.7) moeten worden opgevolgd om zelfdetectie van het voertuig te voorkomen. De belangrijkste manier om zelfdetectie te voorkomen is ervoor te zorgen dat de sensoren vlak tegen de zijkant van het voertuig zitten en niet in het voertuig. Als er geen duidelijke obstakels zijn, maar de test nog steeds mislukt, sla de test dan over en voer de ELM uit. Nadat de ELM is uitgevoerd, keer terug naar de test voor sensorafstand, die nu betere Als het algoritme-ECU teveel wordt gekanteld (meer dan 10 graden), wordt...
Tutorial Systeemconfiguratie Klik op de ELM-knop om de test te activeren. Dit duurt ongeveer 60 seconden. Nadat de test is BELANGRIJK: De test kan overgeslagen worden, maar een correct werking kan dan niet voltooid, worden alle geactiveerde ELM-posities gerapporteerd, waarbij de afstand van elk worden gegarandeerd Wij raden ten zeerste aan deze test uit te voeren. Het overslaan van genegeerd object voor elke sensor wordt gemeten. Als er posities zijn geactiveerd, controleer het de test wordt opgeslagen in het logbestand.
Installatie van de hardware Plaats van installatie Elektrische aansluitingen op het voertuig De installatielocatie moet voldoende ruimte hebben om de juiste werking van het systeem te Elektrische aansluitingen op het voertuig komen allemaal vanuit de algoritme-ECU. Het verifiëren. Er moet 3 meter ruimte aan de geïnstalleerde zijde van het voertuig zijn om de juiste algoritme-ECU schakelt in en communiceert met het sensor-subsysteem en de zoemerdisplay. werking van de sensor te controleren. Er moet ruimte zijn om het voertuig veilig met lage De verbindingen tussen het algoritme-ECU en voertuig worden hier beschreven. Verbindingen snelheden te manoeuvreren om te controleren of de bewaking voor de voertuigbeweging correct tussen de systeemcomponenten worden beschreven in Sectie 6.5. werkt. De installatie moet op een vlak oppervlak worden uitgevoerd met een helling van minder dan 5 graden.
Installatie van de hardware 6.4.4 USB-connector De algoritme-ECU heeft een USB-connector, die gebruikt wordt tijden de configuratie en storingsdiagnose. De kabel en stekker moeten na de configuratie worden beschermd, zodat er geen vuil kan binnendringen en niet beschadigd kunnen raken tijdens gebruik van het voertuig. Controleer na de installatie of de USB-kabel correct is beperkt om contact met andere kabels of andere apparatuur tijdens het gebruik van het voertuig te voorkomen. Elektrische verbindingen tussen Sidescan Predict-componenten ® Deze sectie beschrijft de verbinding tussen de belangrijkste Sidescan Predict-componenten.
Installatie van de hardware 6.5.2 Algoritme-ECU op UDS ECU aansluiten De algoritme-ECU moet gemonteerd worden met ten minste één vlakke zijde naar onder gericht. Er zijn 6 geldige montagerichtingen. De onderstaande diagrammen tonen geldige en ongeldige De algoritme-ECU wordt met een adapterkabel (SSP-0.3-AC2) en optionele 4-pins verlengkabel montageposities van het algoritme-ECU. De geldigheid van de montagerichting van de ECU aangesloten op het UDS ECU. De maximale verlenglengte is 30 meter. wordt tijdens het installatieproces bevestigd door de configuratiesoftware. Het moet stevig met schroeven worden bevestigd en mag na de montage niet worden verplaatst.
Installatie van de hardware 6.7.1 Sensorposities Verzonken montage door een verticaal oppervlak wordt bereik met behulp van een sensor en huls. Een 28 mm diametergat is vereist om de huls in een oppervlak te monteren. De correcte positie van de sensoren is belangrijk om te garanderen dat het systeem correct werkt. Deze moeten met de installatiesoftware worden geverifieerd. De regels voor de sensorpositie moeten worden opgevolgd: • Om de dode hoek zonder tussenruimte te bedekken. • Om kwetsbare weggebruikers te kunnen detecteren. • Om interferentie tussen sensoren te voorkomen. • Om grond-, stoep-, of voertuigzelfdetectie te voorkomen. Volg bij het instellen van het systeem de regels op voor de sensorpositie zoals gedefinieerd in Sectie 5.2 en de regels voor de sensorhuls zoals gedefinieerd in Sectie 5.3. Als de hoogte van de onderdelen van de carrosserie tijdens het gebruik varieert, moet het systeem op normale rijhoogte worden gedefinieerd.
Installatie van de hardware Sensorprogrammering Aanbevolen huls = +11°. De sensorprogrammering beschikt over 4 knoppen en een 2-cijferig display met zeven Aanbevolen minus “oppervlakte-afwijking” = segmenten. Dit kan gebruikt worden om de huidige ID van een sensor uit te lezen of een nieuwe +11° – 10° = +1 °. ID te programmeren. Deze moet aangesloten worden op een voedingsbron (de sensorbus of een externe 12/24V-voeding) en op een enkele sensor, zoals hieronder is weergegeven. Dichtstbijzijnde beschikbare = 0°. Gebruik een huls van 0°. Inbouwmontage op een oneffen verticaal oppervlak. Voorbeeld 2: Een sensorhuls van +5° wordt aanbevolen, maar het montageoppervlak bevindt zich in een hoek van 15° omhoog van horizontaal. In dit geval zal de sensor al 15° omhoog zijn gekanteld voordat de huls wordt toegevoegd. Trek 15° van de aanbevolen hoek af om de ideale huls (-10°) te verkrijgen.
Het ECU-installatielog kan verkregen worden door “Installatielog ophalen” te selecteren vanuit Deze informatie is bestemd voor de installateur en gebruiker van het voertuig waarin een het vervolgkeuzemenu “Comms” (Communicatie). Hierdoor wordt het montagelog opgeslagen Sidescan Predict-systeem is geïnstalleerd: ® als een tekstbestand en csv-bestand. Beide bevatten dezelfde informatie. De Brigade Sidescan Predict is bedoeld als een assistentiesysteem voor de bestuurder ® Nadat de bestanden zijn gedownload, kunnen deze gevonden worden in de documentenmap en de bestuurder mag niet hoofdzakelijk op dit systeem afgaan voor een veilige van de gebruiker: bediening van het voertuig. Het is een hulpmiddel dat samen met andere veiligheidsvoorzieningen en procedures moet worden gebruikt voor de veilige bediening Documents\Sidescan Predict\ECU Installation Logs\ van het voertuig met betrekking tot personen en objecten in de omgeving.
Testen en onderhoud Probleemoplossing Systeemprestaties Storingen als gevolg van losse aansluitingen, schade aan onderdelen of een incorrecte installatie Als er geen storing wordt weergegeven, maar het systeem buitensporige foutieve positieven geeft, kunnen ertoe leiden dat het systeem wordt uitgeschakeld of anderszins een foutstatus weergeeft. De zijn er verschillende mogelijke oorzaken. onderstaande tabel beschrijft specifieke fouten die kunnen worden waargenomen en de oorzaken • Voertuig-zelfdetectie door een of meerdere sensoren. Gebruik de diagnosemodus en oplossingen daarvan. om te controleren op zelfdetectie. Activeer ELM (environmental learning mode). Zorg Observatie Oorzaak Oplossing ervoor dat de sensor gelijk ligt met de zijkant van het voertuig en dat andere richtlijnen voor het positioneren en monteren van de sensor zijn opgevolgd. LED Voeding/Storing brandt Systeem is niet Configureer het systeem met de...
Montageafmetingen Vrijwaring Zoemerdisplay Het radardetectiesysteem voor obstakels van is een waardevol hulpmiddel voor de bestuurder, maar het ontheft deze echter niet van de verplichting om het voertuig zorgvuldig te manoeuvreren. Brigade en zijn distributeurs zijn niet aansprakelijk voor schade door gebruik of het niet functioneren van het product. Wijzigingen in specificaties voorbehouden.
Pagina 29
XXXX SSP-6000W-XX (6153, 6154) SSP-6000W-XX (6153 6154) Installation Operation Guide - ENG - v37_Clean_DUTCH (002).docx...