Dan zijn dit de netwerkgegevens van het apparaat:
-
IP-adres: 169.254.133. 43
-
Subnetmasker: 255.255.0.0 (Gebruik het subnetmasker
van de computer.)
-
Gateway: 169.254.133.1
16. Er wordt verbinding met het draadloze netwerk gemaakt volgens de
netwerkconfiguratie.
17. Als de instelling van het draadloos netwerk is voltooid, koppelt u de
USB-kabel tussen de computer en het apparaat los.
18. Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
Wanneer de installatie is voltooid, klikt u op Sluit af of Start
opnieuw.
De installatie voltooien
Nadat u uw draadloze netwerkprinter van Samsung hebt geïnstalleerd,
drukt u nogmaals het netwerkconfiguratierapport af. Bewaar dit rapport
zodat u er later naar kunt teruggrijpen als dat nodig is. U bent nu klaar om
de nieuwe draadloze Samsung-printer in uw netwerk te gebruiken.
Als het draadloze netwerk niet lijkt te werken, zet u alle
netwerkinstellingen terug naar de fabrieksinstellingen en probeert u
het opnieuw (zie "Standaardfabrieksinstellingen terugzetten met
SyncThru™ Web Service" op pagina 43).
Standaardfabrieksinstellingen terugzetten met
SyncThru™ Web Service
1. Start een webbrowser zoals Internet Explorer, Safari of Firefox, en voer
in het browservenster het nieuwe IP-adres van uw apparaat in.
Bijvoorbeeld:
2. Klik op Ga naar om toegang te krijgen tot SyncThru™ Web Service.
3. Klik op Login in de rechterbovenhoek van de website van SyncThru™
Web Service.
Er verschijnt een aanmeldingspagina.
4. Voer ID en Password in en klik vervolgens op Login.
Als u zich voor het eerst aanmeldt bij SyncThru™ Web Service, typt u
onderstaande standaard-ID en wachtwoord.
•
ID: admin
•
Password: sec00000
5. Wanneer het venster SyncThru™ Web Service wordt geopend, klikt u
op Settings > Network Settings > Restore Default.
6. Klik op Clear voor het netwerk.
7. Schakel het apparaat uit en weer in om de instellingen toe te passen.
Problemen oplossen
Problemen oplossen die zich tijdens het instellen
van het draadloze netwerk en het installeren van het
apparaatstuurprogramma kunnen voordoen
Printers niet gevonden
•
Mogelijk is het apparaat niet ingeschakeld. Schakel de computer en
het apparaat in.
•
De USB-kabel tussen de computer en het apparaat is niet
aangesloten. Verbind de printer met de computer door middel van de
USB-kabel.
•
Het apparaat ondersteunt geen draadloze netwerken. Raadpleeg de
gebruikershandleiding op de software-cd die bij het apparaat is
geleverd en zorg dat u beschikt over een draadloze netwerkprinter.
Verbindingsprobleem - SSID niet gevonden
•
De geselecteerde of opgegeven netwerknaam (SSID) kan niet
worden gevonden. Controleer de netwerknaam (SSID) op uw
toegangspunt en probeer opnieuw verbinding te maken.
•
Uw toegangspunt is uitgeschakeld. Schakel het toegangspunt in.
Verbindingsprobleem - Ongeldige beveiliging
•
De beveiliging is niet goed geconfigureerd. Controleer de beveiliging
die op het toegangspunt en de printer is geconfigureerd.
Verbindingsprobleem - Algemene verbindingsfout
•
De computer ontvangt geen signaal van het apparaat. Controleer de
USB-kabel en de stroomtoevoer van het apparaat.
Fout bij verbinding met pc
•
Het geconfigureerde netwerkadres kan geen verbinding maken
tussen de computer en het apparaat.
-
-
Andere problemen oplossen
Als zich tijdens het gebruik van het apparaat in een netwerk problemen
voordoen, controleert u de volgende punten:
Raadpleeg de gebruikershandleiding bij het toegangspunt (of de
draadloze router) voor specifieke informatie.
•
Mogelijk is de computer, het toegangspunt (of de draadloze router) of de
printer niet ingeschakeld.
•
Controleer de draadloze ontvangst van het signaal rond het apparaat.
Als de ontvanger ver van de printer staat of als er een obstakel in de
weg staat, kan dat de ontvangst van het signaal bemoeilijken.
•
Schakel het toegangspunt (of de draadloze router), de printer en de
computer uit en weer in. Soms kan dat helpen om de communicatie met
het netwerk te herstellen.
Draadloos netwerk instellen_ 43
Voor een DHCP-netwerkomgeving
De printer ontvangt automatisch het IP-adres (DHCP) als de
toewijzingsmethode voor het IP-adres is ingesteld op DHCP.
Voor een statische netwerkomgeving
De printer gebruikt het statische adres als de toewijzingsmethode
voor het IP-adres op de computer is ingesteld op Statisch.
Voorbeeld:
Als dit de netwerkgegevens van de computer zijn:
-
IP-adres: 169.254.133.42
-
Subnetmasker: 255.255.0.0
-
Gateway: 169.254.133.0
Dan zijn dit de netwerkgegevens van het apparaat:
-
IP-adres: 169.254.133. 43
-
Subnetmasker: 255.255.0.0 (Gebruik het subnetmasker van
de computer.)
-
Gateway: 169.254.133.1