NHOUD NLEIDING Chapter 1: Bijzondere eigenschappen ........1.2 Onderdelen van de printer ........1.5 Voorkant ............1.5 Achterkant ............. 1.6 RINTER INSTALLEREN Chapter 2: Uitpakken ............2.2 Een geschikte plaats voor de printer kiezen ..2.3 Tonercassette plaatsen ......... 2.4 Papier laden ............
Pagina 4
Menu Setup ..........3.13 Menu PCL ............. 3.16 Menu PostScript ..........3.17 Menu EPSON ..........3.18 Menu Netwerk ..........3.19 FDRUKMATERIAAL KIEZEN Chapter 4: Papier en andere afdrukmaterialen kiezen ....4.2 Papierformaten en capaciteit ......4.3 Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal ..........
Pagina 5
Een watermerk bewerken ....... 5.20 Een watermerk verwijderen ......5.20 Overlays afdrukken ..........5.21 Wat is een overlay? ........5.21 Een nieuwe pagina-overlay maken ....5.21 Een pagina-overlay verwijderen ....... 5.24 Tabblad Grafisch ..........5.25 Uitvoerinstellingen ..........5.28 RINTER ONDERHOUDEN Chapter 6: Configuratieblad afdrukken ........
Pagina 6
E PRINTER MET EEN ACINTOSH Appendix A: GEBRUIKEN Software voor de Macintosh installeren ....A.2 Bureaubladprinter aanmaken ........ A.4 Bureaubladprinter voor het SPL stuurprogramma maken ............A.4 Bureaubladprinter voor het PS stuurprogramma maken ............A.4 Document afdrukken ..........A.6 Geavanceerde afdrukmogelijkheden ....... A.8 INDOWS CRIPT Appendix B:...
Pagina 7
E PRINTER BINNEN EEN NETWERK Appendix E: GEBRUIKEN Over het delen van de printer binnen een netwerk ... E.2 Lokaal gedeelde printer configureren ...... E.3 Windows 98/Me ..........E.3 Windows NT 4.0/2000/XP ........ E.4 Netwerkprinter configureren ........E.5 Via het bedieningspaneel netwerk-parameters configureren ..........
Veiligheid en milieu Verklaring inzake veiligheid laser De printer is in de VS gecertificeerd volgens de eisen van DHHS 21 CFR, hoofdstuk 1 subhoofdstuk J voor Klasse I(1) laser producten en buiten de VS als Klasse I laser product volgens de eisen van IEC 825. Klasse I laser producten worden als ongevaarlijk beschouwd.
Richtlijn 1999/5/EC certificering inzake Radioapparatuur en Telecommunicatie eindapparatuur (FAX) Dit Samsung product voldoet aan de richtlijn 1999/5/EC voor enkelvoudige aansluiting van eindapparaten op analoge openbare netwerken. De ontwikkeling van het product is afgestemd op gebruik in combinatie met landelijke openbare...
Pagina 10
Europa. Ingeval van problemen adviseren wij u in eerste instantie contact op te nemen met het Euro QA Lab van Samsung Electronics Co., Ltd. Dit product is getest op de normen TBR21 en/of TBR 38. Ter ondersteuning bij het...
Pagina 11
Informatie over het voldoen aan de geldende regelgeving Richtlijnen voor gebruik van draadloze communicatieapparatuur Het is mogelijk dat in uw printersysteem netwerkapparatuur met een laag vermogen die gebruik maakt van radiogolven (draadloze communicatieapparatuur op basis van radiofrequenties (RF)) wordt toegepast, die gebruik maakt van de 2.4 GHz band. Het volgende gedeelte geeft een algemeen overzicht met aandachtspunten met betrekking tot het gebruik van draadloze apparatuur.
Pagina 12
In omgevingen waar het risico van interferentie met andere apparaten schadelijk of mogelijk schadelijk kan zijn, gelden voor het gebruik van draadloze apparatuur vaak beperkingen of een verbod daartoe. Voorbeelden hiervan zijn vliegvelden, ziekenhuizen en plaatsen waar brandbare gassen, vloeistoffen of explosieven zijn opgeslagen. Bevindt u zich op een plaats waarvan u niet zeker weet of er beperkingen gelden ten aanzien van het gebruik van draadloze apparatuur, informeer hier dan naar bij de betreffende autoriteiten voordat u het draadloze...
Pagina 14
WAARSCHUWING •Haal de printer niet uit elkaar. Als u dit wel doet, kunt u een elektrische schok krijgen. •Als u langdurig veel pagina's afdrukt, kan het oppervlak van de uitvoerlade heet worden. Zorg ervoor dat u het oppervlak niet aanraakt. Let hierop met name bij kinderen.
NLEIDING Gefeliciteerd met de aanschaf van uw nieuwe printer! In dit hoofdstuk vindt u informatie over: • Bijzondere eigenschappen • Onderdelen van de printer...
Bijzondere eigenschappen Uw nieuwe printer beschikt over een aantal bijzondere eigenschappen, waardoor u mooiere afdrukken kunt maken, wat u een voorsprong geeft op uw concurrenten. U kunt: Afdrukken met een uitstekende kwaliteit en hoge snelheid • U kunt afdrukken maken met 1200 dots per inch (dpi). Zie pagina 5.25.
Pagina 18
Bespaar tijd en geld • Door de Tonerspaarstand te selecteren, gebruikt de printer minder toner. Zie pagina 5.9. • Desgewenst kunt u op papier besparen door op beide zijden van het papier af te drukken ( dubbelzijdig afdrukken ). Zie pagina 5.11. •...
Pagina 19
Geschikt voor verschillende omgevingen • U kunt afdrukken onder Windows 95/98/Me/NT 4.0 en 2000/XP . • Uw printer is compatibel met Linux en Macintosh . • De printer wordt standaard geleverd met een parallelle- en een USB interface. U kunt ook een netwerk interface gebruiken. De ML-2151N en ML-2152W worden geleverd met een ingebouwde netwerkkaart (10/100 Base TX).
Onderdelen van de printer Voorkant Bovenuitvoer (Voorkant omlaag) Bedieningspaneel Uitvoersteun (zie pagina 3.2) Bovenklep Tonercassette Multi-purpose invoer Magazijn 1 (geschikt voor Klep moederbord 500 vel papier) (geeft toegang tot het moederbord wanneer u een printeruitbreiding Optie: magazijn 2 Indicator wilt installeren) (geschikt voor 500 papierniveau vel papier)
RINTER INSTALLEREN In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u uw printer kunt installeren. De volgende onderwerpen komen aan de orde: • Uitpakken • Tonercassette plaatsen • Papier laden • Printerkabel aansluiten • De printer aanzetten • Demopagina afdrukken •...
Uitpakken Haal de printer en alle accessoires uit de doos. Controleer of de volgende onderdelen aanwezig zijn: Tonercassette Netsnoer CD-ROM Installatiehandleiding PMERKINGEN • Mist u een onderdeel, neem hierover dan direct contact op met uw leverancier. De onderdelen kunnen van land tot land verschillen. •...
Trek het papiermagazijn uit de printer. Verwijder het verpakkingstape van het magazijn. Een geschikte plaats voor de printer kiezen Kies voor de printer een vlakke, stabiele ondergrond met voldoende ruimte voor de luchtcirculatie. Zorg ervoor dat u de kleppen en laden gemakkelijk kunt openen. De printer moet in een ruimte staan die voldoende geventileerd is.
Tonercassette plaatsen Open de bovenklep door deze bij het handvat op te lichten. Haal de tonercassette uit de verpakking. Gebruik hiervoor geen mes of ander scherp voorwerp. Daardoor kan de drum of de cassette beschadigd raken. Kijk waar aan het uiteinde van de tonercassette het afsluittape zit.
Pagina 26
Schud de cassette voorzichtig van links naar rechts, zodat de toner evenredig over de cassette wordt verdeeld. L ET OP: • Stel de tonercassette niet langer dan enkele minuten aan daglicht bloot. Is het nodig de cassette langer aan daglicht bloot te stellen, dek de cassette dan met wat papier af.
Sluit de bovenklep. Controleer of de klep goed dicht zit. NB: Bij het afdrukken van een tekstdocument met 5% dekking, kunt u met een standaard tonercassette ongeveer 8.000 pagina’s afdrukken (4.000 pagina’s met de meegeleverde tonercassette). Papier laden In het magazijn kunt u ongeveer 500 vel papier laden. Trek het magazijn uit de printer.
Pagina 28
Bereid een stapel papier voor door dit wat te buigen of van achteren naar voren uit te waaieren. Maak er op een vlakke ondergrond een rechte stapel van. Leg het papier met de te bedrukken kant naar omlaag gericht in het magazijn. U kunt ook papier gebruiken waarop al eerder is afgedrukt.
Controleer of het papier niet boven de maximummarkering links in het magazijn uitkomt. Teveel papier in het magazijn kan ertoe leiden dat het papier vastloopt. NB: Wilt u een ander formaat gebruiken, kijk dan bij “Formaat van het papier in het magazijn wijzigen” op de volgende pagina. Schuif het magazijn terug in de printer.
Pagina 30
Druk het palletje op de lengtegeleider in en stel deze in op het gewenste papierformaat, zoals onderin het magazijn is aangegeven. Druk het palletje van de breedtegeleider in en stel deze in op het gewenste papierformaat, zoals onderin het magazijn is aangegeven.
Printerkabel aansluiten Lokaal afdrukken Om lokaal vanaf uw computer te kunnen afdrukken, moet u uw printer met behulp van een printerkabel op uw computer aansluiten. U kunt hiervoor zowel een parallelle kabel als een USB (Universal Serial Bus) kabel gebruiken. Macintosh gebruikers kunnen alleen via een USB kabel aansluiten.
Pagina 32
Aansluiten via een USB kabel N B: Om uw printer via de USB poort op uw computer aan te sluiten, heeft u een goedgekeurde USB kabel nodig. Schaf eventueel een USB 2.0 kabel van max. 3 meter lengte aan. Zorg ervoor dat zowel de computer als de printer uit staan. Steek de USB kabel in de aansluiting aan de achterkant van de printer.
Afdrukken binnen een netwerk U kunt uw ML-2151N of ML-2152W door middel van een Ethernet kabel (UTP kabel met RJ.45 aansluiting) in een netwerk opnemen. De ML-2152W beschikt over een netwerkantenne, wat gebruik van een draadloze netwerkinterface mogelijk maakt. Gebruikt u een ML-2150 printer, dan moet u eerst de als optie verkrijgbare netwerkkaart aanschaffen en installeren.
Zet de antenne omhoog. NB: Nadat u de printer hebt aangesloten, moet u via het bedie- ningspaneel de netwerkinstellingen configureren. Zie pagina E.6. U gebruikt hiervoor de met de kaart geleverde software. Zie de handleiding van de betreffende software voor meer informatie. De printer aanzetten Sluit het netsnoer aan op de aansluiting aan de achterkant van de printer.
Demopagina afdrukken Om te controleren of de printer goed werkt, kunt u een demopagina afdrukken. Druk op de toets Menu ( ) van het bedieningspaneel, totdat onderin het display de melding “Information” wordt getoond. Druk op de toets Enter ( ) om dit menu te openen.
Printersoftware installeren De meegeleverde CD-ROM bevat de stuurprogramma’s voor gebruik in een Win RCP, Macintosh- en Linux-omgeving, de online handleiding en het programma Acrobat Reader waarmee u de handleiding op uw scherm kunt bekijken. Afdrukken vanuit een Windows-omgeving Vanaf de CD-ROM kunt u de volgende printersoftware installeren: •...
Eigenschappen van het printerstuurprogramma De stuurprogramma’s van de printers uit de Samsung ML-2150 serie ondersteunen de volgende standaardfuncties: • Invoer selecteren • Papierformaat, ori ëntatie (afdrukrichting) en papiertype • Aantal exemplaren Onderstaande tabel geeft een overzicht van de mogelijkheden die door de stuurprogramma’s worden ondersteund:...
Printersoftware onder Windows installeren Systeemeisen Controleer het volgende: Onderdeel Vereiste Besturingssysteem Windows 95/98/Me/NT 4.0/2000/XP 95/98/Me 32 MB NT 4.0/2000 64 MB 128 MB 95/98/Me 200 MB Vrije schijfruimte NT 4.0/2000 200 MB 200 GB Minimaal Internet Explorer 5.0 Voordat u met installeren begint, zorgt u ervoor dat alle toepassingen op uw pc zijn afgesloten.
Pagina 39
Klik op Installeren van de Samsung Software op uw Klik op Volgende. Als de installatie gereed is, klikt u op Voltooien. 2.18 RINTER INSTALLEREN...
Pagina 40
Klik op Verwijderen en daarna op Volgende. Als om een bevestiging gevraagd wordt, klikt u op OK. Het stuurprogramma van de Samsung ML-2150 en alle onderdelen worden nu van uw computer verwijderd. Nadat de programma’s verwijderd zijn, klikt u op Voltooien.
Nadat u de software ge ï nstalleerd heeft, kunt u de displaytaal wijzigen. Selecteer vanuit het Start menu Programma’s. Selecteer Samsung ML-2150 Series en Taalkeuze. Selecteer in de Printerstuurprogramma keuzelijst de gewenste taal en klik op OK. Zodra het u het RCP bedieningspaneel hebt ge ï...
Pagina 42
Kruis aan en klik op CD-ROM-station Bladeren. Selecteer (waarbij de letter is van uw x:\USB CD-ROM-station). Klik op Volgende Klik op Volgende. Het USB stuurprogramma wordt nu ge ï nstalleerd. Als het stuurprogramma ge ï nstalleerd is, klikt u op Voltooien.
ITLEG BEDIENINGSPANEEL In dit hoofdstuk is het gebruik van het bedieningspaneel van de printer beschreven. De volgende onderwerpen worden behandeld: • Uitleg van het bedieningspaneel • Menu’s bedieningspaneel...
Uitleg van het bedieningspaneel Het bedieningspaneel rechts bovenin de printer heeft een display en negen toetsen. Display : geeft informatie over de status van de printer en de huidige afdruktaak Toetsen Display Melding Beschrijving • De printer staat on-line en is klaar voor gebruik.
Toetsen Toets Beschrijving • Indrukken om te wisselen tussen on-line en off- line. • In de menu stand: Indrukken om terug te gaan naar de stand Ready. De verlichting van het display geeft aan wat de status van de printer is. De printer staat on-line en kan gegevens van de computer ontvangen.
Toets Beschrijving In de menu stand: indrukken om door de menukeuzes te bladeren of opties in te stellen. Wanneer u op ❿ drukt, gaat u naar de volgende optie en wanneer u op ➛ drukt terug naar de vorige optie. •...
Menu’s bedieningspaneel U heeft de beschikking over een aantal menu’s waarmee u op eenvoudige wijze de printerinstellingen kunt wijzigen. Het schema op pagina 3.6 geeft een overzicht van de menu’s en de beschikbare menukeuzes per menu. De menukeuzes en te selecteren waarden zijn uitgebreid beschreven in de tabellen vanaf pagina 3.7.
Overzicht menu’s bedieningspaneel Met de menu’s van het bedieningspaneel kunt u de printer aan uw situatie aanpassen. Het bedieningspaneel geeft toegang tot de volgende menu’s: Layout Information Paper (Zie pagina 3.9) (Zie pagina 3.7) (Zie pagina 3.7) Orientation Configuration Tray Source Duplex Menu Map Media Size...
Menu Information Dit menu bevat pagina’s met informatie over de printer en de instelling daarvan. Menukeuze Beschrijving Het configuratieblad geeft de huidige Configuration configuratie van de printer weer. Zie pagina 6.2. De Menu Map toont de lay-out en instellingen zoals die op dit moment via Menu Map het bedieningspaneel zijn ingesteld.
Pagina 51
Menukeuze Beschrijving Waarden: Letter, Legal, A4, Executive, JIS B5, ISO B5, No. 10 Env., Monarch Env., DL Env., C5 Env., C6 Env., Folio, A5, A6, Custom Media Size * A4 in Europa en Azië, Letter in de VS, Selecteer het formaat dat in het magazijn is geladen.
Pagina 52
Menukeuze Beschrijving Waarden: Off, On* Als u bij Tray Source (Invoer) een andere waarde dan Auto Select selecteert en de geselecteerde invoer is leeg, haalt de printer het papier automatisch uit een andere Tray invoer. Chaining Als bij deze menukeuze Off is geselecteerd en het papier is op, knippert het lampje van de toets On-Line/ Continue in de kleur oranje en gaat de printer pas verder...
Menu Layout Via het menu Layout kunt u alle instellingen die betrekking hebben op de uitvoer wijzigen. (*: standaardinstelling) Menukeuze Beschrijving Waarde: Portrait*, Landscape Hier kunt u de gewenste standaardoriëntatie of afdrukrichting instellen. U kunt kiezen tussen Portrait (Staand) en Landscape Orientation (Liggend).
Pagina 54
Menukeuze Beschrijving Waarden: Top/Left:5.0*, Short/Long:0* Via dit menu kunt u de marge van het afdruk- materiaal bij dubbelzijdig afdrukken instellen. • Top Margin: Instellen bovenmarge, van 0,0 t/m 9,9 mm (in stappen van 0,1 mm). • Left Margin: Instellen linkermarge, van Duplex 0,0 t/m 9,9 mm (in stappen van 0,1 mm).
Menu Graphics Met het menu Graphics kunt u de instellingen wijzigen die betrekking hebben op de kwaliteit van de afgedrukte tekens en afbeeldingen. (*: standaardinstelling) Menukeuze Beschrijving Waarden: 300dpi-Draft, 600dpi-Norm*, 1200dpi-Best Hier kunt u het aantal “dots per inch” (dpi) instellen.
Menu Printer Via dit menu kunt u de printerinstellingen terugzetten in de fabrieksinstellingen, de huidige afdruktaak annuleren en de printer opnieuw starten. Menukeuze Beschrijving Hiermee kunt u de printerinstellingen Default Set terugzetten in de fabrieksinstellingen. U kunt de huidige afdruktaak annuleren en Current Job uit de buffer van de printer verwijderen.
Pagina 57
Menukeuze Beschrijving Waarden: Off, On* Hier kunt u instellen of de printer al dan niet verder moet gaan met afdrukken wanneer deze constateert dat het papier in de invoer niet overeenstemt met de papierinstelling. Auto Continue • Off: De printer blijft off-line en de melding blijft op het display staan totdat het juiste papier is geladen.
Pagina 58
Menukeuze Beschrijving Waarden: 0 t/m 300 sec *15 sec Hier kunt u instellen hoelang de printer moet Job Time wachten met het afdrukken van de laatste pagina van een opdracht die niet eindigt met een afdrukopdracht. Ingeval van een time-out slaat de printer de pagina in de buffer op.
Menu PCL Via dit menu kunt u de PCL emulatie configureren. U kunt het letterbeeld, set symbolen, regels per pagina en puntgrootte instellen. (*: standaardinstelling) Menukeuze Beschrijving Waarden: PCL1* ~ PCL54 U kunt kiezen welk lettertype standaard voor de PCL emulatie moet worden gebruikt. •...
Menukeuze Beschrijving Waarden: 4.00 ~ 999.75 (stappen van 0.25) *12 Point Size Wanneer u bij Typeface heeft gekozen voor een instelling tussen PCL8 en PCL45, kunt u hier de grootte van het lettertype instellen door de hoogte van de tekens te selecteren. Waarden: Regular*, Dark Courier Hier kunt u instellen welke versie van het...
Menu EPSON Via dit menu kunt u de EPSON emulatie configureren. (*: standaardinstelling) Menukeuze Beschrijving Waarden: SANSERIF*, ROMAN Font Hier kunt u het lettertype selecteren dat standaard voor de EPSON emulatie moet worden gebruikt. Waarden: On, Off* Via deze menukeuze kunt u instellen of de Auto Wrap printer al dan niet automatisch naar een nieuwe regel moet gaan wanneer het aantal...
Menu Netwerk Via dit menu kunt u de instellingen van de netwerkinterfacekaart wijzigen. (*: standaardinstelling) Menukeuze Beschrijving Waarden: Yes, No* Hier kunt u aangeven of u het netwerk al dan niet wilt configureren. Config Network Als u Yes selecteert, kunt u TCP/IP, AppleTalk en het Netware menu configureren.
Pagina 63
Menukeuze Beschrijving Alleen van toepassing wanneer u bij IP Get Method voor Static heeft gekozen. Hier kunt u de subnet mask handmatig ingeven. Met de scrolltoetsen selecteert u Subnet Mask voor de 1ste byte een waarde tussen 1 en 255, vervolgens drukt u op Enter. Hetzelfde doet u voor de 2e t/m 4e byte.
Pagina 64
Menukeuze Beschrijving Waarden: Auto*, EN_8022, EN_8023, EN_II, EN_SNAP U kunt dit item alleen selecteren wanneer u bij Config Netware voor Yes heeft gekozen. Hier kunt u het IPX frame type selecteren. • Auto: Het frame type wordt automatisch ingesteld. IPX Frame Type •...
FDRUKMATERIAAL KIEZEN In dit hoofdstuk vindt u informatie over de verschillende afdrukmaterialen die u voor deze printer kunt gebruiken en hoe u het magazijn op de juiste wijze vult. De volgende onderwerpen worden behandeld: • Papier en andere afdrukmaterialen kiezen •...
Papier en andere afdrukmaterialen kiezen U kunt op een grote verscheidenheid aan papiersoorten afdrukken: normaal papier, enveloppen, etiketten, transparanten enz. (zie “Papierspecificaties” op pagina G.3). U verkrijgt de beste afdrukresultaten wanneer u kopieerpapier van goede kwaliteit gebruikt. Bij het kiezen van afdrukmateriaal moet u met het volgende rekening houden: •...
Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal Houd bij het kiezen en laden van papier, enveloppen of afwijkende materialen de volgende richtlijnen in gedachten: • Afdrukken op vochtig, gekruld, gekreukt of gescheurd papier kan resulteren in vastlopen van het papier en een lage afdrukkwaliteit.
Uitvoer kiezen De printer heeft twee uitvoermogelijkheden: de achteruitvoer en de bovenuitvoer . Bovenuitvoer Achteruitvoer Wanneer u de bovenuitvoer wilt gebruiken, moet u ervoor zorgen dat de achteruitvoer gesloten is. Om de achteruitvoer te gebruiken, moet u deze eerst openen. PMERKINGEN •...
Afdrukken via de achteruitvoer (Voorkant omhoog) Wanneer de achteruitvoer is geopend, voert de printer de afgedrukte vellen altijd via deze uitvoer uit. Het papier verlaat de printer met de voorkant omhoog en de laatste pagina bovenop . Bij afdrukken op materiaal uit de multi-purpose invoer en uitvoer via de achteruitvoer beschikt u over een vlakke papierbaan.
Trek voor lang papier het verlengstuk volledig uit. Als u de afgedrukte pagina’s niet aan de achterzijde wilt uitvoeren, sluit u de achterklep. De pagina’s worden dan via de bovenuitvoer uitgevoerd . NB: In de achteruitvoer kunnen maximaal 100 afdrukken. Als de uitvoer te vol wordt, kunnen ze van de printer vallen.
Magazijn 1 en 2 (optie) gebruiken In magazijn 1 en 2 (optie) kunt u maximaal 500 vel papier laden. Onder “Papierformaten en capaciteit” op pagina 4.3 vindt u informatie over de geschikte papierformaten en de capaciteit per magazijn. Magazijn 1 Magazijn 2 (optie) Leg een stapel papier in het magazijn en start met afdrukken.
Pagina 74
• Leg geen verschillende afdrukmaterialen of formaten door elkaar in de multi-purpose invoer. • Vul het papier (of andere afdrukmaterialen) niet bij als er nog papier in de multi-purpose invoer zit. Hierdoor kan dit gaan vastlopen. • Leg het afdrukmateriaal met de te bedrukken zijde omhoog in het midden van de invoer.
Pagina 75
Bereid een stapel papier voor door deze uit te waaieren of van voren naar achteren om te buigen. Maak er op een vlakke ondergrond een rechte stapel van. Leg het papier in het midden van de invoer met de te bedrukken kant naar boven.
Pagina 76
Schuif de breedtegeleider tegen de stapel afdrukmateriaal zonder dit te buigen. In het display van het bedieningspaneel wordt u nu gevraagd het papierformaat in de multi-purpose invoer te bevestigen. NB: De printer kan niet automatisch het papierformaat in de multi-purpose invoer vaststellen. Door het in de multi-purpose invoer gebruikte papierformaat juist in te stellen, kunt u vanuit uw toepassing het papier op formaat selecteren in plaats van op invoer.
Als de afdruk klaar is, duwt u het verlengstuk terug op zijn plaats en sluit u de multi-purpose invoer. Afdrukken via de handinvoer Als u als Invoer kiest voor Handinvoer, kunt u het afdrukmateriaal vel voor vel via de handinvoer invoeren. Dit kan bijvoorbeeld handig zijn wanneer u na iedere pagina de afdrukkwaliteit wilt controleren.
Pagina 78
Kies in uw programma bij Invoer voor Handinvoer en selecteer vervolgens het juiste papierformaat en papiertype. Druk het document af. In het display verschijnt een melding dat u papier moet laden en op de toets On-Line/Continue ( ) drukken. Druk op de toets On-Line/Continue ( De printer voert het papier in en drukt de eerste pagina af.
Op enveloppen afdrukken Richtlijnen • Gebruik alleen enveloppen die voor laserprinters zijn bedoeld. Controleer voordat u enveloppen in de handinvoer doet of ze niet beschadigd zijn en zorg ervoor dat ze niet aan elkaar vastzitten. • Gebruik geen enveloppen waar al een postzegel op zit. •...
Pagina 80
Waaier de stapel enveloppen uit of buig deze naar achteren en naar voren, zodat de enveloppen goed van elkaar gescheiden zijn. Leg de stapel enveloppen met de klep naar beneden in de multi-purpose invoer. Het gedeelte voor de postzegel zit aan de linkerkant en deze kant van de envelop wordt als eerste ingevoerd.
Pagina 81
Wanneer u op enveloppen wilt afdrukken, moet u in uw programma de juiste Invoer kiezen, en vervolgens het juiste papierformaat en papiertype selecteren. Voor meer informatie, zie pagina 5.7. Meer informatie over de instellingen via het bedieningspaneel vindt u op pagina 3.5. Na het afdrukken sluit u de multi-purpose invoer en de achteruitvoer.
Etiketten afdrukken Richtlijnen • Gebruik alleen etiketten die voor laserprinters zijn bedoeld. • Controleer of de lijm van de etiketten 0,1 seconde bestand is tegen de fixeertemperatuur van de printer van 200°C. • Controleer of er tussen de etiketten misschien gedeelten met lijm zichtbaar zijn.
Pagina 83
Voordat u de etiketten afdrukt, moet u in uw programma de juiste invoer, materiaaltype/papiersoort en formaat instellen. Voor meer informatie, zie pagina 5.7. Meer informatie over de instellingen via het bedieningspaneel vindt u op pagina 3.5. Na het afdrukken sluit u de multi-purpose invoer en de achteruitvoer.
Op transparanten afdrukken Richtlijnen • Gebruik alleen transparanten die voor laserprinters zijn bedoeld. • Gebruik alleen vlakke, onbeschadigde en ongekreukte transparanten. • Houd transparanten bij de rand vast en raak de te bedrukken kant niet aan. Vingerafdrukken geven problemen met de afdrukkwaliteit. •...
Pagina 85
Voordat u de transparanten afdrukt, moet u in uw programma de juiste invoer, papiersoort/materiaaltype en formaat instellen. Kijk voor meer informatie op pagina 5.7. Meer informatie over de instellingen via het bedieningspaneel vindt u op pagina 3.5. Na het afdrukken sluit u de multi-purpose invoer en de achteruitvoer.
Afdrukken op voorbedrukt papier Voorbedrukt papier is papier dat al bedrukt is voordat er door de printer op wordt afgedrukt (bijvoorbeeld briefpapier of vervolgvellen). Richtlijnen • Het briefpapier moet bedrukt zijn met hittebestendige inkt, die niet smelt, verdampt of schadelijke stoffen vrijgeeft wanneer deze gedurende 0,1 seconde wordt blootgesteld aan de fixeertemperatuur van de printer van 200°C.
Voordat u de transparanten afdrukt, moet u in uw programma de juiste invoer, papiersoort/materiaaltype en formaat instellen. Voor meer informatie, zie pagina 5.7. Meer informatie over de instellingen via het bedieningspaneel vindt u op pagina 3.5. Op kaarten of ander afdrukmateriaal met een afwijkend formaat afdrukken U kunt met deze printer ook op briefkaarten van 89 x 148 mm,...
Pagina 88
Open de multi-purpose invoer en de achteruitvoer. Leg het afdrukmateriaal met de af te drukken kant naar boven, waarbij de korte kant wordt ingevoerd. Stel de geleider in op de breedte van het afdrukmateriaal. Selecteer de invoer, papiertype en -formaat in uw programma (zie pagina 5.7).
FDRUKTAKEN In dit hoofdstuk worden de afdrukopties en algemene afdruktaken behandeld. De volgende onderwerpen komen aan de orde: • Een document afdrukken • Tabblad Papier • Tonerspaarstand • Dubbelzijdig afdrukken • Meer pagina’s per vel afdrukken • Document vergroten of verkleinen •...
Een document afdrukken De volgende procedure beschrijft de algemene stappen die u moet volgende om vanuit een Windows programma af te drukken. Deze exacte procedure kan per programma verschillen. Deze vindt u in de handleiding van het betreffende programma. PMERKINGEN •...
Pagina 92
Eigenschappen. Vervolgens wordt het venster Eigenschappen van de Samsung ML-2150 getoond. Dit venster geeft toegang tot alle informatie die u voor uw printer nodig heeft. Het eerst tabblad dat wordt getoond is het tabblad Layout.
Pagina 93
Meer informatie hierover vindt u op pagina 5.7. Klik zonodig op de andere tabbladen bovenin het venster Eigenschappen van de Samsung ML-2150 om andere instellingen te wijzigen. Als u tevreden bent met uw instellingen, klikt u op OK totdat het venster Afdrukken weer wordt getoond.
Afdruktaak annuleren via de map Printers Selecteer vanuit het Windows Start menu Instellingen. Open het venster Printers door Printers te selecteren en dubbelklik op het pictogram van de Samsung ML-2150 serie. Selecteer vanuit het Document menu Afdrukken annuleren (Windows 9x/Me) of Annuleren (Windows NT 4.0/2000/XP).
Favorieten gebruiken Met behulp van de optie Favorieten die op ieder Eigenschappen tabblad aanwezig is, kunt u de huidige instellingen opslaan voor toekomstig gebruik. Het toevoegen van een instelling aan uw favorieten doet u als volgt: Pas de instellingen op ieder tabblad aan uw wensen aan. Geef in het invoervenster Favorieten een naam aan deze instellingen.
Tabblad Papier In dit hoofdstuk is beschreven hoe u via het venster Eigenschappen van de printer de papierinstellingen kunt aanpassen. Op pagina 5.2 leest u hoe u het venster Eigenschappen van de printer kunt openen. Klik op tabblad Papier. U ziet nu de diverse papier- eigenschappen van de printer.
Pagina 97
Eigenschap Beschrijving Controleer of bij Invoer de juiste invoer is gekozen. Invoer Selecteer Handinvoer wanneer u op speciaal afdrukmateriaal wilt afdrukken. Daarbij kunt u via de multi-purpose invoer slechts één vel tegelijk invoeren. Zie pagina 4.12. Als bij Invoer Automatisch is geselecteerd, kiest de printer eerst voor de multi-purpose invoer, dan magazijn 1 en daarna magazijn 2 (optie).
Tonerspaarstand In de tonerspaarstand gebruikt de printer minder toner op iedere pagina. Hierdoor wordt de gebruiksduur van uw tonercassette verlengd en de kosten per pagina verlaagd. Dit gaat echter wel enigszins ten koste van de afdrukkwaliteit. Deze instelling is niet beschikbaar als u gekozen heeft voor 1200 dpi. U kunt op drie manieren de Tonerspaarstand inschakelen: Druk op het bedieningspaneel op de toets Toner Save ( Daarbij moet de printer in de stand Ready staan;...
Pagina 99
Vanuit uw toepassingsprogramma Wanneer u de afdrukinstellingen vanuit uw programma wijzigt, gaat u naar het scherm Eigenschappen van de printer. Zie pagina 5.2. Klik op tabblad Grafisch en selecteer Tonerspaarstand. U kunt kiezen uit: • Printerinstelling: Als u deze optie selecteert, geldt de instelling die u via het bedieningspaneel van de printer heeft gekozen.
Dubbelzijdig afdrukken U kunt met uw printer ook dubbelzijdig afdrukken. Voordat u gaat afdrukken moet u beslissen aan welke kant u het document in gaat binden. U kunt kiezen uit: • Lange zijde, de manier waarop een boek wordt ingebonden. •...
Pagina 101
Vanuit uw toepassing Wanneer u de afdrukinstellingen vanuit uw programma wijzigt, gaat u naar het scherm Eigenschappen van de printer. Zie pagina 5.2. Op tabblad Layout selecteert u de oriëntatie. In het gedeelte Dubbelzijdig afdrukken selecteert u de inbindzijde. Klik op tabblad Papier en selecteer de invoer, formaat en type papier.
Meer pagina’s per vel afdrukken Desgewenst kunt u een aantal pagina’s op één vel afdrukken. Daarbij worden de pagina’s verkleind over het blad verdeeld. Het maximum is 16 pagina’s per vel. Wanneer u de afdrukinstellingen vanuit uw programma wijzigt, gaat u naar het scherm Eigenschappen van de printer.
Klik op tabblad Papier en selecteer de gewenste invoer, het formaat en het type papier. Klik op OK en druk het document af. Document vergroten of verkleinen U kunt uw tekst of afbeelding groter of kleiner afdrukken. Wanneer u de afdrukinstellingen vanuit uw programma wijzigt, gaat u naar het scherm Eigenschappen van de printer.
Document aan een geselecteerd papierformaat aanpassen Met deze functie past de printer de afdruktaak zodanig aan het gekozen papierformaat aan dat het hierop past. Daarbij maakt het niet uit wat de digitale afmetingen van het document zijn. Dit kan nuttig zijn wanneer u de details van een kleine tekst of afbeelding wilt bekijken.
Posters afdrukken U kunt een document dat uit 1 pagina bestaat desgewenst verdeeld over 4, 9 of 16 vellen papier afdrukken. Vervolgens kunt u deze vellen aan elkaar plakken, zodat een document op posterformaat ontstaat. Wanneer u de afdrukinstellingen vanuit uw programma wijzigt, gaat u naar het scherm Eigenschappen van de printer.
Om de poster eenvoudiger aan elkaar te kunnen plakken, kunt Kunt u een overlap (in mm) ingeven. 0,4 mm 0 4 mm Klik op tabblad Papier en selecteer de gewenste invoer, het formaat en het type papier. Klik op OK en druk het document af. Daarna plakt u de vellen aan elkaar zodat een poster ontstaat.
Klik op tabblad Papier en selecteer de invoer, formaat en type papier. Klik op OK en druk het document af. Na het afdrukken vouwt u de pagina’s en niet u ze in het midden aan elkaar. Watermerken afdrukken Met de optie Watermerk kunt u over een bestaande tekst heen een diagonale tekst afdrukken, bijvoorbeeld in grote grijze letters “CONCEPT”...
Een nieuw watermerk maken Wanneer u de afdrukinstellingen vanuit uw programma wijzigt, gaat u naar het scherm Eigenschappen van de printer. Zie pagina 5.2. Klik op tabblad Extra en vervolgens in het Watermerk- gedeelte op de knop Bewerken. Het venster Watermerken wordt geopend.
Als u geen watermerk meer wilt gebruiken, selecteert u in de Watermerk keuzelijst <Geen watermark>. Een watermerk bewerken Wanneer u de afdrukinstellingen vanuit uw programma wijzigt, gaat u naar het scherm Eigenschappen van de printer. Zie pagina 5.2. Klik op tabblad Extra en in het Watermerkgedeelte op de knop Bewerken.
Overlays afdrukken Wat is een overlay? Een overlay is een tekst of afbeelding die in een speciaal formaat op de harde schijf van uw computer is opgeslagen en die u met Dear ABC ieder gewenst document kunt afdrukken. Overlays worden vaak gebruikt in plaats van voorbedrukt briefpapier of formulieren.
Pagina 111
In het venster Overlays klikt u op Nieuwe overlay maken. In het venster Nieuwe overlay maken geeft u in het invoerveld Bestandsnaam een naam van maximaal 8 posities in. Selecteer eventueel het pad naar de bestemming (standaard is dit C:\Formover). Klik op Opslaan.
Een pagina-overlay gebruiken Nadat u een overlay hebt samengesteld, kunt u deze met uw document afdrukken. Dit doet u als volgt: Maak of open het document dat u wilt afdrukken. Wanneer u de afdrukinstellingen vanuit uw programma wijzigt, gaat u naar het scherm Eigenschappen van de printer.
Klik eventueel op Overlay bevestigen voor afdrukken. Als dit vakje is aangekruist, wordt iedere keer een bevestiging gevraagd of u bij het document de overlay wilt afdrukken. Als u in dat geval Ja antwoordt, wordt de geselecteerde overlay bij uw document afgedrukt. Als u Nee antwoordt, wordt geen overlay afgedrukt.
Tabblad Grafisch Via het tabblad Grafisch kunt u de instellingen van de printer wijzigen die te maken hebben met de afdrukkwaliteit. Op pagina 5.2 kunt u lezen hoe u het scherm Eigen-schappen van de printer kunt openen. Klik op tabblad Grafisch, waarna de onderstaande eigenschappen worden getoond.
Pagina 115
Eigenschap Description Het kan voorkomen dat tekens of afbeeldingen enigszins gerafeld of ongelijk worden afgedrukt. In dat geval kunt u de afdrukkwaliteit van de tekst of afbeelding verbeteren door de optie Afbeeldingsmodus te selecteren. U kunt deze optie alleen selecteren als u bij Resolutie 600 dpi klasse (best) heeft Afbeeldings geselecteerd.
Pagina 116
Eigenschap Description TrueType opties Deze optie bepaalt wat het stuurprogramma aan de printer doorgeeft over de weergave van tekst in uw document. Pas deze instelling eventueel aan uw document aan. • Als bitmap in printer laden: Als deze optie gekozen is, laadt het stuurprogramma de lettertypes als bitmap afbeeldingen.
Uitvoerinstellingen U kunt een aantal uitvoerinstellingen wijzigen. Informatie over het openen van het venster Eigenschappen van de printer vindt u op pagina 5.2. Klik op tabblad Extra om de functie Uitvoerinstellingen te openen. Menukeuze Beschrijving Via de keuzelijst bij Afdrukvolgorde kunt u instellen in welke volgorde de pagina’s moeten worden afgedrukt: •...
RINTER ONDERHOUDEN In dit hoofdstuk kunt u lezen wat de beste manier is om de tonercassette en uw printer te onderhouden. U vindt informatie over de volgende onderwerpen: • Configuratieblad afdrukken • Onderhoud tonercassette • Printer reinigen • Verbruiksartikelen en te vervangen onderdelen...
“Information” wordt getoond. Druk op de toets Enter ( ) om het menu te openen Wanneer “Configuration” op de onderste regel wordt getoond, drukt u op de toets Enter ( Nu wordt een configuratieblad afgedrukt. Samsung ML-2150 Series RINTER ONDERHOUDEN...
Onderhoud tonercassette Bewaren tonercassette Houd u voor de beste resultaten aan de volgende richtlijnen: • Haal de tonercassette pas uit de verpakking op het moment dat u deze gaat gebruiken. • Vul tonercassettes niet bij. Schade aan de printer die het gevolg is van een bijgevulde cassette, valt niet onder de garantie.
Controleren hoeveel toner nog aanwezig is U kunt als volgt controleren hoeveel toner nog resteert: Druk op de toets Menu ( ) van het bedieningspaneel tot op de onderste regel “Setup” wordt getoond. Druk op de toets Enter ( ) om het menu te openen Druk op een van de scrolltoetsen ( ) totdat op de onderste regel “Maintenance”...
Pagina 122
ET OP • Steek uw hand niet te ver in de printer. Het fixeergedeelte kan heet zijn. • Om schade aan de tonercassette te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat de cassette niet langer dan enkele minuten aan daglicht wordt blootgesteld. Verdeel de nog aanwezige toner over de cassette door de cassette voorzichtig een keer of vijf, zes heen en weer te schudden.
Printer reinigen Voor een goede afdrukkwaliteit is het van belang de printer goed schoon te houden door onderstaande instructies op te volgen. Doe dit iedere keer als u de tonercassette vervangt of als de afdrukkwaliteit achteruit gaat. PMERKINGEN • Gebruik op of in de buurt van de printer geen ammoniak- houdende schoonmaakmiddelen of vluchtige stoffen, zoals thinner.
Pagina 125
Open de bovenklep en verwijder de tonercassette. Verwijder met een droge, niet-pluizende doek eventueel stof en gemorste toner in het gedeelte van de tonercassette en de tonercassette-opening. : Om schade aan de tonercassette te voorkomen, mag ET OP u de cassette niet langer dan een paar minuten aan daglicht bloot-stellen.
Pagina 126
Schoonmaakblad afdrukken Door een schoonmaakblad af te drukken, wordt de drum in de tonercassette gereinigd. Doe dit als er vlekken of vegen op uw afdrukken verschijnen. U kunt: • Een OPC schoonmaakblad afdrukken. Hierbij wordt de OPC drum van de tonercassette gereinigd. •...
100,000 Fixeereenheid (fuser) 100,000 Voor de aanschaf van verbruiksartikelen en nieuwe onderdelen kunt u terecht bij een Samsung dealer of de leverancier van de printer. Wij adviseren nadrukkelijk om genoemde onderdelen door een ervaren technicus te laten vervangen. 6.10 RINTER ONDERHOUDEN...
ROBLEMEN OPLOSSEN In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er tijdens het afdrukken een probleem optreedt. De volgende onderwerpen worden behandeld: • Checklist voor het oplossen van problemen • Algemene afdrukproblemen oplossen • Vastgelopen papier verwijderen •...
Checklist voor het oplossen van problemen Als de printer niet goed werkt, kunt u de volgende checklist raadplegen en de daarbij vermelde oplossing(en) proberen. Controle Oplossing Controleer of de toets • Als de toets niet verlicht is, controleert u het netsnoer en On-Line/Continue van de aan-/uitschakelaar.
• Is het magazijn of de multi-purpose invoe leeg? • Is er wel een tonercassette geplaatst? Bij een systeemfout adviseren wij u contact op te nemen met een Samsung service center. U heeft gekozen voor Kijk welke melding het display geeft, leg...
Pagina 131
Selecteer vanuit het Start menu is de spool-instelling Instellingen en Printers. Klik met de niet juist. rechter muisknop op het pictogram van de Samsung ML-2150 en selecteer Eigenschappen. Klik op tabblad Details en selecteer de knop Spool instellingen. Selecteer de gewenste spool-instelling. Geheugen (RAM) Plaats geheugen bij.
Pagina 132
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing De helft van de De pagina lay-out is te Maak de lay-out minder complex door pagina is leeg. complex. afbeeldingen te verwijderen. Breid het geheugen van uw printer uit. Zie “Geheugen- en PostScript DIMM’s installeren” op pagina F.3. Bij Ori ëntatie gekozen Wijzig in uw programma de ori ëntatie.
Pagina 133
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Er worden De tonercassette is leeg Verdeel de nog aanwezige toner over de alleen lege of beschadigd. cassette. Zie pagina 6.4. Vervang zo nodig pagina’s de tonercassette. afgedrukt. Het bestand bevat Controleer in het bestand of het blanco blanco pagina’s.
Vastgelopen papier verwijderen Wanneer in de printer papier is vastgelopen, verschijnt in het display van het bedieningspaneel een melding die aangeeft op welke plaats het papier is vastgelopen: Melding Locatie Jam0 In het invoergedeelte hieronder Jam1 Bij de tonercassette pagina 7.10 Jam2 In het uitvoergedeelte pagina 7.12...
Pagina 135
NB: Als het vastgelopen papier niet zichtbaar is of wanneer u weerstand ondervindt bij het verwijderen van het papier, verwij- dert u het magazijn en trekt u het papier voorzichtig uit de printer. Schuif het magazijn weer in de printer. Open en sluit de bovenklep.
Pagina 136
Ziet u het papier niet bij magazijn 2, trek dan magazijn 1 half naar buiten en verwijder het vastgelopen papier. Schuif de magazijnen terug in de printer. Open en sluit de bovenklep. U kunt nu weer afdrukken. Papier vastgelopen in de multi-purpose invoer Open de multi-purpose invoer.
Papier vastgelopen bij de tonercassette Open en sluit de bovenklep. Het vastgelopen vel papier verlaat de printer misschien automatisch. Gebeurt dit niet, ga dan verder bij Stap 2. Open de bovenklep en verwijder de tonercassette. : Om beschadiging van de tonercassette te voorkomen, ET OP mag u deze niet langer dan enkele minuten aan daglicht blootstellen.
Pagina 138
Trek voorzichtig het vel papier uit de printer door het naar u toe te trekken. Is het vastgelopen papier niet zichtbaar of ondervindt u weerstand bij het verwijderen, ga dan naar “Papier vastgelopen in het uitvoergedeelte” op pagina 7.12. Klap de invoergeleider omlaag en zet de tonercassette terug.
Papier vastgelopen in het uitvoergedeelte Als een groot gedeelte van het papier zichtbaar is, trekt u dit er recht uit. Zo niet, ga dan verder bij stap 2. Open de achteruitvoer. Maak het papier eventueel los en trek het voorzichtig naar buiten.
Papier vastgelopen tijdens dubbelzijdig afdrukken Jam Duplex1 Open de achteruitvoer. Verwijder het vastgelopen papier. Sluit de achteruitvoer. Open en sluit de bovenklep. U kunt nu weer afdrukken. Jam Duplex2 Trek het papiermagazijn uit de printer. Duw de metalen plaat in de printer omlaag. : Gebruik hiervoor de hendel aan de linkerkant.
Verwijder het vastgelopen papier. Schuif het magazijn terug in de printer. Open en sluit de bovenklep. U kunt nu weer afdrukken. Tips om vastlopen van het papier te voorkomen De meeste problemen kunnen worden voorkomen door het juiste soort papier te kiezen. Als het papier toch vastloopt, volgt u de stappen zoals genoemd bij “Vastgelopen papier verwijderen”...
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen Door vuil aan de binnenkant van de printer en door het papier niet goed te laden, kan de afdrukkwaliteit minder worden. Raadpleeg bij problemen met de afdrukkwaliteit onderstaande tabel. Probleem Oplossing Lichte of vage Als u een verticale witte strook of vaag gedeelte op de afdruk ziet: afdrukken •...
Pagina 143
Probleem Oplossing Uitval- Als op willekeurige plaatsen vage, meestal ronde, vlekken zitten: verschijnselen • Misschien zat er een slecht vel tussen het papier. Druk het document opnieuw af. AaBbCc • Het vochtgehalte van het papier is niet op alle plaatsen AaBbCc gelijk of het papieroppervlak bevat vochtplekken.
Pagina 144
Probleem Oplossing Verticaal Als de afdrukken met regelmatige tussenafstanden tonervegen vertonen: terugkerende afwijkingen • De tonercassette kan beschadigd zijn. Als een afwijking zich met regelmatige tussenafstanden herhaalt, moet u AaBbCc een paar keer een schoonmaakblad afdrukken om de tonercassette te reinigen (zie pagina 6.9. Als het AaBbCc probleem blijft terugkomen, plaatst u een nieuwe AaBbCc...
Pagina 145
Probleem Oplossing Gekruld of golvend • Controleer de papiersoort en -kwaliteit. Zowel hoge temperaturen als een hoge luchtvochtigheid kunnen ertoe papier leiden dat het papier gaat omkrullen. Zie “Papierspecificaties” op pagina G.3. • Draai de stapel papier in de invoer om. U kunt ook proberen het probleem op te lossen door het papier in de invoer 180°...
Pagina 146
Probleem Oplossing Tonerverlies Reinig de binnenzijde van de printer. • Controleer de papiersoort en -kwaliteit. Zie “Papierspecificaties” op pagina G.3. • Plaats een nieuwe tonercassette. Zie “Tonercassette plaatsen” op pagina 2.4. • Als het probleem daarmee niet is opgelost, moet de printer waarschijnlijk gerepareerd worden.
Geen tonercassette in Plaats een tonercassette. Toner Cartridge de printer geplaatst. Invalid Toner Tonercassette niet ge- Plaats een door Samsung schikt voor deze printer. goedgekeurde tonercassette die geschikt is voor deze printer. Jam0 Papier vastgelopen in Verwijder het vastgelopen papier het invoergedeelte.
Pagina 148
On-line/continue . toets Wait Image De firmwaresoftware in Het programma moet opnieuw de printer is naar de printer gedownload beschadigd. worden. Neem hiervoor contact op met uw Samsung leverancier. 7.21 ROBLEMEN OPLOSSEN...
Algemene Windows problemen Probleem Mogelijke oorzaak en oplossingen Tijdens installatie Sluit alle programma’s af. Verwijder alle software uit de verschijnt de melding groep Opstarten en start Windows opnieuw op. “Bestand in gebruik”. Installeer de printersoftware opnieuw. De melding “Fout bij het •...
Algemene Macintosh problemen Problemen met de Kiezer Probleem Mogelijke oorzaak en oplossingen Het symbool van het De software is niet juist ge ïnstalleerd. printerstuurprogram- • Het LaserWriter stuurprogramma moet als onderdeel van ma komt niet in de het Macintosch besturingssysteem aanwezig zijn. Kiezer voor.
PS foutmeldingen oplossen De volgende problemen hebben specifiek betrekking op de PostScripttaal en kunnen zich voordoen wanneer verschillende printertalen worden gebruikt. NB: U kunt PS fouten afdrukken of op het scherm laten verschij- nen door het venster Afdrukopties te openen en u op de gewenste optie naast het gedeelte met PostScript fouten te klikken.
LPRng als eerste wachtrij in /etc/ printcap is gedefinieerd. Om die reden kan de Samsung printersoftware de standaardprinter niet wijzigen wanneer een aantal wachtrijen via printtool anders zijn gedefinieerd.
Pagina 153
Probleem Mogelijke oorzaak en oplossingen Ik gebruik BSD lpr Oudere BSD lpr systemen kennen een stringente (oudere versies van beperking met betrekking tot de lengte van de string die Slackware, Debian), aan het afdruksysteem wordt doorgegeven. Wanneer u maar een aantal opties een aantal verschillende opties hebt geselecteerd kan het die met LLPR zijn zijn dat deze lengte overschreden wordt, met als gevolg...
Probleem Mogelijke oorzaak en oplossingen Ik gebruik CUPS en een Misschien zijn er lokaal opties gedefinieerd in uw bestand aantal opties (zoals meer ~/.lpoptions dat via het commando lpoptions wordt pagina’s per vel) lijken gebruikt. Deze opties worden altijd gebruikt, tenzij LLPR altijd aan te staan, terwijl instellingen zijn ingesteld die voorrang krijgen op deze deze niet in LLPR...
USB interface of 10/100 Base-TX netwerkkaart beschikken (optioneel voor de ML-2150). Wanneer u een bestand vanaf een Macintosh computer afdrukt, kunt u het Samsung SPL II stuurprogramma gebruiken voor het wijzigen van de belangrijkste instellingen van de printer. Wanneer u het PPD bestand installeert, kunt u ook het PostScript stuurprogramma gebruiken.
ROM-station van uw computer. Dubbelklik op uw Macintosch bureaublad op SAMSUNG _LBP. Dubbelklik op de map West. Dubbelklik op het symbool van de Samsung Laser Printer Installer naast de taal die u wilt selecteren. E PRINTER MET EEN ACINTOSH GEBRUIKEN...
Pagina 158
Klik op Doorgaan en daarna weer op Doorgaan. Het venster Samsung Laser Printer Installer wordt geopend. Selecteer het gewenste type installatie. U kunt kiezen uit de volgende twee mogelijkheden: • Easy Install (aanbevolen methode): Hierbij wordt het PPD bestand geladen en het SPL stuurprogramma ge ïnstalleerd.
Klik op ML-2150 en sluit het venster. Er verschijnt een melding dat u van printer veranderd bent. Klik op OK. Op uw bureaublad is nu het symbool van de SAMSUNG SPL II printer bijgekomen. Bureaubladprinter voor het PS stuurprogramma maken Voor een Macintosh die via USB is aangesloten Open Macintosh HD en dubbelklik op Applications.
Pagina 160
Als de installatie voltooid is, verschijnt het symbool van uw printer op uw bureaublad. Als Auto Setup niet goed werkt, klikt u op PPD selecteren, selecteer SAMSUNG ML-2150 Series en klik op OK. E PRINTER MET EEN ACINTOSH GEBRUIKEN...
Document afdrukken Wanneer u vanaf een Macintosh afdrukt, moet u in ieder programma dat u gebruikt de printersoftware instellingen controleren. Volg daarbij de onderstaande stappen. Open een Macintosh programma en selecteer het bestand dat u wilt afdrukken. Open het menu Bestand en klik op Pagina-instelling (in sommige programma’s heet dit Document-instelling).
Pagina 162
Open het menu Bestand en klik op Afdrukken. Het venster SAMSUNG SPL II Printer wordt geopend. Als u gebruik maakt van het PS stuurprogramma, wordt het venster van het LaserWriter 8 stuurprogramma geopend. Selecteer het aantal exemplaren en welke pagina(’s) u wilt afdrukken.
Geavanceerde afdrukmogelijkheden Het venster SAMSUNG SPL II Printer biedt 5 categorie ën met geavanceerde eigenschappen. Deze zijn: - Zwarting/Kwaliteit - Lay-out - Kleur - On achtergrond afdrukken - Papierbron Onderstaande illustraties geven meer informatie over de diverse eigenschappen van het SAMSUNG SPL II Printer venster.
Pagina 164
Kleur Selecteer de “kleur” Zwart/wit Grijswaardenl Afdrukken op achtergrond Aan-/uitzetten van op achter- grond afdrukken. Selecteer de prioriteit van uw afdruktaak in de wachtrij van afdruktaken: • Uitstellen: voor een afdruktaak met hoge prioriteit. • Normaal: wordt afgedrukt in de volgorde waarin de afdruktaak ontvangen is.
Pagina 165
Papierbron Selecteer de gewenste invoer. Als u Auto Select selecteert, kiest de printer eerst de multi-purpose invoer, daarna magazijn 1 en tenslotte magazijn 2 Als u magazijn 2 (optie) heeft geplaatst, kruist u dit vakje aan om deze te activeren. A.10 E PRINTER MET EEN ACINTOSH GEBRUIKEN...
INDOWS CRIPT STUURPROGRAMMA Als u voor het afdrukken van een document het PostScript stuurprogramma wilt gebruiken dat op uw systeem cd-rom staat, kunt u in deze Appendix de benodigde informatie vinden. Behandeld worden de volgende onderwerpen: • PPD bestanden installeren •...
CD-ROM-station). Klik daarna op OK. Selecteer de gewenste taal. Als u uw taal er niet bij ziet, gebruikt u de scrolltoets rechts onderin om meer talen weer te geven. Klik op Installeren van de Samsung Software-II op uw PC (PostScript). INDOWS CRIPT STUURPROGRAMMA...
Pagina 168
English (of een andere taal)\WinME\level2 (vervang x door de letter van uw CD-ROM-station) Klik op OK. Wanneer Samsung ML-2150 Series PS in de lijst met Printers is opgenomen, klikt u op Volgende. NB: Wanneer het systeem vraagt om de Windows CD-ROM, plaatst u deze in het CD-ROM-station van uw computer en volgt u de aanwijzingen op het scherm.
NB: Wanneer het systeem vraagt om de Windows CD-ROM, plaatst u deze in het CD-ROM-station van uw computer en volgt u de aanwijzingen op het scherm. Als de Samsung ML-2150 Series PS in de lijst met printers is opgenomen, klikt u op Volgende. Klik op Volgende.
Installatie PS stuurprogramma Samsung ML-2150 Series ongedaan maken. Als om een bevestiging wordt gevraagd, klikt u op OK. Het PS stuurprogramma voor de Samsung ML-2150 serie en alle onderdelen worden van uw computer verwijderd. Klik op Voltooien. Onder Windows 2000/XP Selecteer vanuit het Start menu Programma’s...
Venster Eigenschappen openen vanuit een toepassing: In het menu Bestand selecteert u Afdrukken om het venster Afdrukken te openen. Controleer of Samsung ML-2150 Series PS is geselecteerd bij de keuzelijst Naam. Klik op Eigenschappen om het venster te openen. INDOWS...
E PRINTER ONDER INUX GEBRUIKEN Uw printer is ook geschikt voor gebruik binnen een Linux- omgeving. Deze appendix behandelt de volgende onderwerpen: • Printerstuurprogramma installeren • Configuration Tool gebruiken • LLPR eigenschappen wijzigen...
Printerstuurprogramma installeren Systeemeisen Ondersteunde besturingssystemen • Redhat 6.2/7.0/7.1 en hoger • Linux Mandrake 7.1/8.0 en hoger • SuSE 6.4/7.0/7.1 en hoger • Debian 2.2 en hoger • Caldera OpenLinux 2.3/2.4 en hoger • Turbo Linux 6.0 en hoger • Slackware 7.0/7.1 en hoger Aanbevolen wordt •...
Pagina 174
Plaats de CD-ROM met de printersoftware in het CD-ROM- station van uw computer. De CD-ROM start automatisch. N B: Als de CD-ROM niet automatisch start, klik dan op het pictogram onderin het venster. Als het Terminal scherm wordt getoond, typt u in: cd /mnt/cdrom (de CD-ROM directory) [root@local root]# ./setup.sh...
Pagina 175
De installatie van het printerstuurprogramma wordt gestart. Wanneer de installatie voltooid is, klikt u op Start. Het Linux Printer Configuration scherm wordt geopend. Klik in de taakbalk bovenin het venster op het pictogram Add Printer. NB: Afhankelijk van het gebruikte afdruksysteem, kan het venster Administrator Login worden geopend.
Pagina 176
Klik op tabblad Connection en controleer of de juiste printerpoort is ingesteld. Is dit niet het geval, wijzig dan de instelling. Met de tabbladen Settings en Queue kunt u de huidige instellingen van de printer bekijken en zonodig aanpassen. NB: De beschikbare opties zijn afhankelijk van de gebruikte printer.
Als u de wijze waarop de printer op de computer is aangesloten wilt wijzigen van USB in parallel of omgekeerd, moet u uw Samsung printer opnieuw configureren door de printer aan uw systeem toe te voegen. Dit doet u via de volgende stappen: Zorg ervoor dat uw printer op uw computer is aangesloten.
Printerstuurprogramma verwijderen Vanuit het Startup Menu pictogram onderin uw bureaublad selecteert u Linux Printer en vervolgens Configuration Tool. U kunt het venster Linux Printer Configuration ook openen door in het Terminal scherm “linux-config” in te typen. In het venster Linux Printer Configuration selecteert u vanuit het menu File het commando Uninstall.
Klik op OK om het de-installatieproces te starten. Als dit proces voltooid is, klikt u op Finished. Configuration Tool gebruiken Met de Configuration Tool kunt u beheertaken zoals het toevoegen en verwijderen van printers uitvoeren en de algemene printerinstellingen wijzigen. Als “regular user” kunt u via de Configuration Tool nagaan welke afdruktaken er in de wachtrij staan, de printereigenschappen bekijken en de voorkeursinstellingen wijzigen.
Pagina 180
Tabblad Info bevat algemene informatie over de printer. Als u gebruiker van internet bent, kunt u door op Go to the Web page for this printer te klikken naar de Samsung website gaan. Klik op tabblad Job om de wachtrij voor de geselecteerde printer te bekijken en te beheren.
LLPR eigenschappen wijzigen Door het venster LLPR Properties te openen, kunt u de eigenschappen van de printer aan uw wensen aanpassen. Het venster LLPR Properties opent u als volgt: Selecteer vanuit het programma dat u gebruikt het commando Print. Wanneer het Linux LPR venster wordt getoond, klikt u op Properties.
Pagina 182
Het venster LLPR Properties wordt geopend. Bovenin dit venster ziet u de volgende zes tabbladen: • General - Hier kunt u papierformaat en -type, de invoer en de afdrukrichting van de documenten instellen, dubbelzijdig afdrukken inschakelen, begin- en eindregels toevoegen en het aantal pagina’s per vel wijzigen. •...
Pagina 183
OTITIES C.12 E PRINTER ONDER INUX GEBRUIKEN...
FDRUKKEN VANUIT TOEPASSINGEN Hoewel uw printer in principe een Windows printer is, kunt u er ook vanuit DOS programma’s mee afdrukken. Daarvoor gebruikt u het programma RCP bedieningspaneel (Remote Control Panel) dat op de meegeleverde cd-rom staat. De volgende onderwerpen worden behandeld: •...
Het programma RCP bedieningspaneel voor DOS gebruikers DOS gebruikers hebben via speciale DOS printerstuurprogram- ma’s toegang tot vele printeropties. Veel softwareleveranciers ontwikkelen echter geen printerstuurprogramma’s voor hun softwarepakketten. In die situaties waarbij een DOS printer- stuurprogramma niet beschikbaar is of wanneer bepaalde printerinstellingen niet beschikbaar zijn onder DOS program- ma’s, kunt u door middel van het programma Remote Control Panel de gewenste instellingen doorvoeren.
Klik op Installeren van de Samsung Software-III op uw PC (WinRCP). Klik op Volgende. De bestanden worden naar de juiste map gekopieerd. Als de installatie is afgerond, klikt u op Voltooien. Remote Control Panel verwijderen Vanuit het Start menu selecteert u Programma’s.
RCP bedieningspaneel openen Selecteer vanuit het Start menu Programma’s. Selecteer nu Samsung ML-2150 Series en daarna Remote Control Panel. Via het venster Remote Control Panel krijgt u toegang tot alle informatie die u voor het gebruik van uw printer nodig heeft.
Tabbladen RCP bedieningspaneel Het RCP bedieningspaneel beschikt over de volgende tabbladen: Tabblad Afdrukken In dit tabblad kunt u de algemene afdrukinstellingen configureren. • Papierformaat gebruikt u voor het instellen van het papierformaat. • Afdrukrichting bepaalt in welke richting het document op de pagina wordt afgedrukt.
Pagina 189
Tabblad Configureren U kunt diverse functies van de printer configureren. • Emulatie geeft aan welke emulatie voor het afdrukken van een document wordt gekozen. De standaardinstelling is Auto. • Energie besparen bepaalt de wachttijd voordat de printer na een afdruktaak te hebben voltooid teruggaat naar de standby-stand.
Pagina 190
Tabblad Afdruktaak U kunt diverse opties instellen waarmee u de kwaliteit van uw afdruktaak kunt verbeteren. • Tonerdichtheid: Hier bepaalt u de te gebruiken hoeveelheid toner. De standaardinstelling is Middel. • Papiersoort geeft informatie aan de printer over het type papier dat voor de afdruktaak wordt gebruikt.
Pagina 191
Tabblad Test Met dit tabblad kunt u een testpagina afdrukken om te controleren of de printer goed werkt. • Zelftest drukt een configuratieblad af. Hierop vindt u informatie over de standaardinstellingen en de beschikbare hoeveelheid geheugen. • Demopagina drukt een demonstratiepagina af met een overzicht van de mogelijkheden en specificaties van de printer.
Pagina 192
Tabblad PCL Met dit tabblad kunt u de PCL emulatie-instellingen wijzigen. • Letterbeeld: Hiermee kunt u het gewenste letterbeeld selecteren. Wanneer in uw toepassing een lettertype is geselecteerd, wordt deze instelling genegeerd. • Tekenset bepaalt welke tekenset wordt gebruikt. De tekenset bevat alle numerieke en alfanumerieke tekens, leestekens en speciale tekens die bij het geselecteerde lettertype horen.
Pagina 193
Tabblad Lettertypen en macro’s in flash geheugen Via dit tabblad kunt u lettertypen en macro’s aan het flash geheugen van de printer toevoegen. • Lettertypen: Hiermee kunt u lettertypen toevoegen of verwijderen. U kunt ook een voorbeeld van het lettertype afdrukken.
Pagina 194
Tabblad PS 3 Via dit tabblad kunt u de PostScript 3 emulatie-instellingen wijzigen. • Lettertype-lijst geeft een overzicht van alle beschikbare lettertypen binnen de PS emulatie. • Foutgegevens afdrukken geeft aan of de printer wanneer er tijdens het verwerken van een afdruktaak een fout is opgetreden een pagina met informatie over de fout moet afdrukken Selecteer Aan als de pagina moet worden afgedrukt en Uit als geen foutinformatie moet worden...
Pagina 195
Tabblad EPSON/IBM U kunt diverse instellingen voor de EPSON emulatie wijzigen. • Lettertype: Hier kunt u het gewenste lettertype selecteren. • Internationale tekenset voor het selecteren van een tekenset van de gewenste taal. • Tekentabel: Hier kunt u de tekenset selecteren. •...
E PRINTER BINNEN EEN NETWERK GEBRUIKEN Binnen een netwerkomgeving kan de printer worden gedeeld met andere gebruikers in het netwerk. De ML- 2151N en ML-2152W zijn netwerkprinters en kunnen via een externe afdrukserver op het netwerk worden aangesloten. In deze appendix vindt u informatie over de volgende onderwerpen: •...
Over het delen van de printer binnen een netwerk Als u in een netwerkomgeving werkt, kunt u de printer op het netwerk aansluiten. Lokaal gedeelde printer U kunt de printer rechtstreeks op een daarvoor binnen het netwerk aangewezen computer - de hostcomputer - aansluiten. De printer kan dan via een Windows 9x/Me/XP/NT 4.0/2000 netwerkprinterverbinding door de andere gebruikers op het netwerk gebruikt worden...
Lokaal gedeelde printer configureren Windows 98/Me Hostcomputer configureren Start Windows. Selecteer vanuit het Start menu Instellingen, Configuratiescherm en dubbelklik op het Netwerk pictogram. Kruis het vakje Bestanden en printers delen aan en klik op OK. Klik op Start; selecteer Instellingen en vervolgens Printers.
Windows NT 4.0/2000/XP Hostcomputer configureren Start Windows. Selecteer vanuit het Start menu Instellingen en vervolgens Printers. (Windows NT/2000) Selecteer vanuit het Start menu Printers en faxapparaten. (Windows XP) Dubbelklik op het pictogram van uw printer. Selecteer in het Printer menu Delen. Kruis het vakje Gedeeld aan.
Selecteer Lokale poort en klik op Nieuwe poort. Vul het invoerveld Geef een poortnaam op in en geef de naam in waaronder de printer wordt gedeeld. Klik op OK en vervolgens op Sluiten. Klik op OK. (Windows NT) Klik op Toepassen en daarna op OK. (Windows 2000/XP) Netwerkprinter configureren Om de printer als netwerkprinter te kunnen gebruiken, moet u de gewenste netwerkprotocollen voor de printer instellen.
Via het bedieningspaneel netwerk- parameters configureren Ondersteunde besturingssystemen Onderwerp Vereiste Netwerkinterface 10/100 Base-TX (standaard bij ML-2151N en ML-2152W) of 802.11b draadloos LAN (standaard bij ML-2152W) Netwerkbesturings- • Novell NetWare 3.x, 4.x, 5.x systeem • Windows 95/98/Me, NT 4.0/2000 • Unix AT&T, BSD4.3, HP-UX, SUN OS, SOLARIS, SCO •...
Pagina 202
Netwerkprotocollen instellen Wanneer u de printer voor het eerst installeert, zijn bij het aanzetten van de printer alle ondersteunde netwerkprotocollen ingeschakeld. Als een netwerkprotocol actief is, kan de printer, ook wanneer het protocol niet wordt gebruikt, binnen het netwerk gegevens verzenden. Dit kan het netwerkverkeer iets vertragen.
Pagina 203
TCP/IP configureren U kunt uw printer instellen voor een scala van TCP/IP netwerken. Afhankelijk van uw netwerk zijn er diverse manieren om aan uw printer een TCP/IP toe te wijzen. • Statische adrestoewijzing: Het TCP/IP adres wordt handmatig door de systeembeheerder toegekend. •...
Pagina 204
Druk op de Enter toets ( ) om het menu IP Address te openen. Het IP adres bestaat uit 4 bytes. Geef voor iedere byte een getal tussen 0 en 255 in. Geef via de scrolltoetsen ( ) een getal tussen 0 en 255 in en druk op Enter ( ) om dit op te slaan.
Pagina 205
Door op de toets Upper Level ( ) te drukken, vervolgens een van de scrolltoetsen ( Druk op een van de scrolltoetsen ( ) om “DHCP” te selecteren en druk op de Enter toets ( Om het adres door de BOOTP server toe te laten wijzen, drukt u wanneer “BOOTP”...
Pagina 206
Druk op een van de scrolltoetsen ( ) tot “Yes” op de onderste regel wordt getoond. Druk op Enter ( Door op de toets Upper Level ( Druk op een van de scrolltoetsen ( ) tot “Netware” op de onderste regel wordt getoond. Druk op Enter ( Wanneer “On”...
Pagina 207
Netwerkconfiguratie terugzetten in de standaard fabrieksinstellingen Desgewenst kunt u de netwerkconfiguratie terugzetten in de standaard fabrieksinstellingen. Dit doet u als volgt: Druk op de toets Menu ( ) totdat “Network” op de onderste regel van het display wordt getoond. Om het menu te openen, drukt u op de Enter toets ( Druk op een van de scrolltoetsen ( ) totdat “Default Set”...
INSTALLEREN Uw printer is een laserprinter die tegemoet komt aan het grootste deel van uw afdrukbehoeften. Omdat gebruikers verschillende eisen hebben, biedt Samsung een aantal opties waarmee u de mogelijkheden van uw printer nog verder kunt uitbreiden. In deze appendix worden de volgende onderwerpen behandeld: •...
Voorzorgsmaatregelen bij het installeren van printeruitbreidingen HAAL DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT: Haal nooit het moederbord uit de printer terwijl de stekker nog in het stopcontact zit. Om een elektrische schok te voorkomen, moet u altijd de stekker uit het stopcontact halen wanneer u een interne of externe printeruitbreiding installeert of verwijdert.
Geheugen- en PostScript DIMM’s installeren Extra printergeheugen en de PostScript uitbreiding worden geleverd op zogenaamde DIMM’s (Dual In-line Memory Modules). Onderstaande beschrijving heeft betrekking op beide uitbreidingen. NB: Om het PostScript stuurprogramma op de ML-2150 te kunnen gebruiken, moet u eerst een PS DIMM (optie) installeren. Zet de printer uit en koppel alle kabels van de printer los.
Pagina 211
Kijk waar de sleuf voor de PS DIMM (de bovenste sleuf) en de sleuf voor de geheugen DIMM (onderste) zitten. U kunt deze niet door elkaar gebruiken. PS DIMM Geheugen DIMM Voor het installeren van de PS DIMM gaat u verder bij stap 4.
Pagina 212
Plaats het moederbord terug en draai de twee schroeven vast. Sluit het netsnoer en de printerkabel weer aan en zet de computer aan. NB: Voor installatie en gebruik van het PostScript stuurprogramma op een Macintosh, zie Appendix A, "De printer met een Macintosh gebruiken."...
De geheugen- of PS DIMM verwijderen. Voer de stappen 1 en 2 van pagina F.3 uit om bij het moederbord te komen. Duw de metalen clipjes aan het uiteinden van het slot van de DIMM af. Plaats de DIMM terug in de originele verpakking of doe deze in papier verpakt in een doos.
Pagina 214
Houd u aan de voorzorgsmaatregelen op pagina F.2 en volg daarna onderstaande procedure om de netwerk- of seriële interfacekaart in uw printer te installeren. Haal de netwerk- of seriële printerkaart uit de verpakking. Controleer of er onderdelen ontbreken of beschadigd zijn. Zet de printer uit en koppel alle kabels los van de printer.
Pagina 215
Als u de netwerkinterfacekaart door een nieuwe of een seriële interfacekaart vervangt, draait u de twee schroeven los en verwijdert u de oude kaart. Zorg ervoor dat de aansluiting van de netwerkkaart of seriële interfacekaart in één lijn ligt met de aansluiting van het moederbord.
Pagina 216
Zet de klep van het moederbord terug en draai de twee schroeven vast. Als u een netwerkkaart heeft aangeschaft die de draadloze LAN interface ondersteunt, draait u de antenne tegen de wijzers van de klok in (zie illustratie). Sluit de netwerk- of seriële kabel aan, doe de stekker in het stopcontact en zet de printer aan.
Tweede magazijn installeren U kunt de papiercapaciteit van uw printer uitbreiden door een als optie verkrijgbaar extra magazijn te installeren. Dit bestaat uit twee onderdelen: de magazijnhouder en het magazijn zelf. Magazijnhouder Magazijn Zet de printer uit en koppel alle kabels los van de printer. Verwijder het tape waarmee de interfacekabel aan de onderkant van de houder vastzit.
Pagina 218
Houd de printer recht boven de magazijhouder en laat deze op zijn plaats zakken. Sluit de kabel aan op de aansluiting aan de achterkant van de printer. Laad papier in magazijn 2. Informatie over het laden van papier vindt u op pagina 2.6. Sluit het netsnoer en de kabels weer aan en zet de printer aan.
Pagina 219
OTITIES F.12 RINTERUITBREIDINGEN INSTALLEREN...
Printerspecificaties Onderwerp Specificaties en beschrijving Afdruksnelheid 20 pagina’s per minuut (A4); 21 pagina’s per minuut (Letter) Resolutie 1200 dpi Tijdsduur eerste afdruk Minder dan 12 seconden Opwarmtijd 50 seconden AC 100 - 127 V (VS, Canada) / Aansluitwaarden 220 - 240 V (andere landen), 50 / 60 Hz Gemiddeld 400 W tijdens gebruik / Energiegebruik Minder dan 15 W in de slaapstand...
Dit kan het gevolg zijn van een onjuiste behandeling van het papier, een te hoge of lage temperatuur of luchtvochtig- heid of andere factoren waarop Samsung geen invloed heeft. • Voordat u een grote hoeveelheid papier aanschaft, adviseren wij u eerst na te gaan of deze aan de in deze handleiding genoemde specificaties voldoet.
Ondersteunde papierformaten Magazijn1/ Afmetingen Gewicht Capaciteit Magazijn2 Letter 216 X 279 mm 210 X 297 mm 60 tot 105 Executive 191 X 267 mm 500 vel 80 grams grams bankpost Legal 216 X 356 mm bankpost B5 (JIS) 182 X 257 mm Folio 216 X 330 mm Multi-...
Richtlijnen voor gebruik van papier U krijgt de beste resultaten wanneer u normaal 75 grams papier gebruikt. Controleer of het papier van goede kwaliteit is en geen scheuren, vlekken, stof, kreukels, vouwen of omgekrulde randen bevat. Als u niet zeker bent over het papier dat u gaat gebruiken (bijvoorbeeld of het bankpost of gerecycleerd papier is), controleer dan het etiket op de verpakking.
Papierspecificaties Onderwerp Specificaties pH-waarde 5,5 ~ 8,0 pH Caliper 0,094 t/m 0,18 mm Kromming Vlak binnen 5 mm Gesneden met scherpe messen, zonder Snijranden zichtbare rafels. Afdrukmateriaal mag niet verschroeien, smelten, ombuigen of gevaarlijke stoffen vrijgeven wanneer het Fixeervereisten gedurende 0,1 seconde wordt blootgesteld aan een temperatuur van 200 °C.
Richtlijnen voor de printeromgeving en het opslaan van papier De omgeving waarin het papier wordt bewaard is van directe invloed op de invoer van het papier door de printer. De beste temperatuur voor zowel de printer als het papier is kamertemperatuur en een omgeving die niet te droog of te vochtig is.
Enveloppen De samenstelling van enveloppen kan sterk uiteenlopen. De vouwlijnen lopen niet alleen tussen verschillende fabrikanten uiteen, maar zelfs binnen één partij van een fabrikant. Om goed met de printer op enveloppen te kunnen afdrukken, moet een goede kwaliteit enveloppen worden gebruikt. Houd u bij het aanschaffen van enveloppen aan de volgende richtlijnen: •...
Pagina 228
Enveloppen met naden aan beide zijden In plaats van diagonale naden, hebben deze enveloppen verticale naden aan beide uiteinden van de envelop. Dit type envelop zal gemakkelijker verkreukelen in de printer. Controleer of de naad doorloopt tot de hoek van de envelop (zie illustratie). Goed Fout Enveloppen met zelfklevende stroken of kleppen...
Etiketten ET OP • Voorkom schade aan de printer door alleen etiketten te gebruiken die geschikt zijn voor laserprinters. • Om vastlopen van de etiketten te voorkomen, moet u bij het afdrukken van etiketten altijd de multi-purpose invoer en achteruitvoer gebruiken. •...
Pagina 230
NDEX aansluiten configuratieblad, afdrukken 6.2 Ethernet 2.12 netsnoer 2.13 parallelle kabel 2.10 USB kabel 2.11 demopagina, afdrukken 2.14 aanzetten, printer 2.13 displaytaal, wijzigen via achteruitvoer, afdrukken via de 4.6 bedieningspaneel 2.14 afdrukken displaytaal, wijzigen via boekje 5.17 printerstuurprogramma 2.21 configuratieblad 6.2 document vergroten of verkleinen 5.1 demopagina 2.14 dubbelzijdig afdrukken 5.11...