Vraag de patiënt om in het apparaat plaats te nemen. Druk op het positioneringsscherm op
3
en houd deze ingedrukt om de kinsteun op de lengte van de patiënt in te stellen.
Opmerking: Als de patiënt te lang is, vraag de patiënt dan op een stoel te
gaan zitten.
Vraag de patiënt om:
4
•
rechtop te staan (plaats de voeten
niet een beetje naar voren).
•
de onderste grepen van de hoofd- en
kinsteun beet te pakken.
•
de schouders te laten zakken en te
ontspannen voor een volledige
beweging van de draaiarm van het
apparaat.
Opmerking:
schaduw van de wervelkolom verminderen die overgebracht wordt
op de gemaakte beeldopname
36 Hoofdstuk 5 Beeldopname maken
Door het correct positioneren van de patiënt, kunt u de
.