Inhoudsopgave
Advertenties
11 Kalibreren
(1)
(2)
(3)
52
Het LC-display toont:
- boven (1) de gekozen werktemperatuur (knippert)
- daaronder (2) de referentie temperatuur (knippert)
- daaronder (3) de actuele sensor temperatuur (statisch)
Het meetmedium verwarmen, tot zowel de referentie- als ook de werktem-
peratuur bereikt zijn (de overeengekomen waarde knippert niet meer).
Tijdens het calibreren mag de snelheid van de temperatuur wijzi-
ging van de meet-oplossing
10 K/min bij de CTI-500 met vrije temp.sensor resp.
1 K/min bij de CTI-500 met binnenliggende temp.sensor niet
overschreden worden.
Zodra de juiste temperatuur bereikt is, wordt de aanwijzing sta-
tisch (knippert niet).
Het calibreren is ook mogelijk bij een afkoelproces (bij dalende
temp.) Begonnen wordt boven de werktemperatuur, beëindigd
wordt onder de referentie temperatuur.
Het LC-display toont de vastgestelde temp.coëfficiënten in % K.
De vastgestelde temp.coëfficiënten overnemen-> de toets
sec. indrukken of de waarde verwijderen-> de toets
De meetomvormer bevindt zich in het "Calibratie-menu".
De toets
indrukken;
EXIT
de meetomvormer bevindt zich in de "Meetmodus" en toont de gecompen-
seerde geleidbaarheid van de referentie-oplossing.
langer dan 3
PGM
indrukken.
EXIT
Advertenties
Inhoudsopgave
