6 Montage
6.1
Algemeen
Montageplaats
Inbouwpositie
Plaatsen en ver-
wijderen van de
separate sensor
Sensordetails
18
Let op eenvoudige toegankelijkheid voor latere calibratie.
De bevestiging dient solide en trillingsvrij te zijn.
Direkt zonlicht vermijden!
Let op een goede luchtcirculatie rond de sensor (1)!
Bij inbouw in een behuizing dient rondom de sensor 20 mm ruimte gecreëerd
te worden tussen de sensor en de behuizingswand!
Wanneer deze minimale afstand niet gewaarborgt is, kan met de parameter
"Inbouwfactor" een beperkte compensatie bereikt worden.
Bij onderdompelen in een reservoir is een speciaal voor de geleidbaarheid
resp. concentratie representatieve inbouwlocatie nodig.
De CTI-500 kan op iedere positie gemonteerd worden.
(1)
Het twisten van kabels dient te worden voorkomen!
Trekkracht op en aan de kabel dient te worden vermeden.
Standaard:
T
Vrijstaand
RVS-huls materiaal 1.4571
Typetoevoeging /268:
Temperatuursensor
binnenliggend
Meetcel zonder
buitenliggend metaaldeel