Begin van LymphAssist-cyclus
5 LymphAssist-pulsen
Proximaal
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
Distaal
Peristaltisch
Golf-opblazen
Koppelen van
LymphAssist met
andere therapiecycli
Bedienings-
elementen,
indicatorlampjes en
alarmen
"Gedeeltelijk"-Peristaltisch Golf-opblazen
LymphAssist-cyclus
LymphAssist-opblaascyclus
3. Wanneer het gedeeltelijk-peristaltisch opblazen in de
-sequentie kamer 12 bereikt, is er een korte
Golf
vertraging. Daarna wordt de reeks van 5
pulsen, gevolgd door het gedeeltelijk-peristaltisch
-opblazen, herhaald voor de volgende kamer.
Golf
4. De
LymphAssist
LymphAssist
peristaltische
12.
5. De volgende
LymphAssist
bedieningspaneel ingestelde
De maximale pompdruk die kan worden ingesteld in de
LymphAssist
De
LymphAssist
of
Golf-
Sequentieel-
In deze modus wordt een enkele
gevolgd door een continue
de
Behandelingstijd
uitgeschakeld (zie ."Opblaasstanden" op pagina 4).
De bedieningselementen en indicatorlampjes bevinden zich
aan de voorkant van de pomp. Een geavanceerd
alarmsysteem maakt onderscheid tussen normale werking en
mogelijke defecten in het systeem.
6
Begin van volgende
LymphAssist-cyclus
cyclus is voltooid nadat de 5
-pulsen in kamer 1 en de gedeeltelijke-
de inflatie van kamer 2 naar kamer
Golf
-cyclus begint na de op het
Leegloop
-modus is 40 mmHg.
-cyclus kan worden "gekoppeld" met de
cycli.
LymphAssist
en
Golf-
Sequentieel
is verstreken of de pomp wordt
Tijd
Leeglooptijd
-
LymphAssist
-tijd.
-cyclus
-cyclus tot