Papier wordt niet correct ingevoerd/Fout vanwege 'geen papier'
Zorg dat er papier is geplaatst.
Controle 1
Omgaan met papier
Let op het volgende wanneer u papier plaatst.
Controle 2
• Als u twee of meer vellen papier plaatst, moet u het papier uitwaaieren voordat u het papier plaatst.
• Als u twee of meer vellen papier plaatst, moet u de vellen precies op elkaar leggen voordat u het papier
plaatst.
• Als u twee of meer vellen papier plaatst, moet u ervoor zorgen dat de stapel papier de maximumcapaciteit
van het apparaat niet overschrijdt.
Bij de maximumcapaciteit wordt het papier echter mogelijk niet correct ingevoerd, afhankelijk van de
papiersoort of de omgevingsomstandigheden (zeer hoge of lage temperaturen en luchtvochtigheid). Plaats
in dergelijke gevallen per keer minder papier dan de helft van de maximumcapaciteit.
• Plaats het papier altijd in de lengterichting, ongeacht de afdrukrichting.
In de lade voor handmatige invoer:
Wanneer u het papier plaatst, plaatst u telkens één vel. Wanneer u doorlopend afdrukt, plaatst u het volgende
vel nadat het vorige vel is afgedrukt.
Is het papier dik of gekruld?
Controle 3
Mediumtypen die u niet kunt gebruiken
Houd voor het laden van ansichtkaartkaarten rekening met het volgende:
Controle 4
• Als een briefkaart gekruld is, wordt deze mogelijk niet correct ingevoerd, ook al overschrijdt de stapel papier
de maximumcapaciteit niet.
Laad Japanse ansichtkaarten met postcodekolom naar beneden.
Controleer de instelling van de papierbron.
Controle 5
Van papierbron wisselen zodat deze overeenkomt met het doel
Controleer of het papiergewicht geschikt is voor gebruik met de printer.
Controle 6
Mediumtypen die u kunt gebruiken
662